Toen ik Eerste Lezer was van de Christian Science Society in mijn woonplaats, besloot ik voor de getuigenisbijeenkomsten in december Kerstmis als onderwerp te nemen, met hieraan gerelateerde gezangen, bijbelaanhalingen en citaten uit Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy.
Nadat ik dit een paar weken had gedaan, ontstond er een moeilijke situatie in ons gezin. Onze geliefde poes die na het eten altijd een poosje naar buiten ging, was tegen bedtijd nog niet terug en dat was nooit eerder voorgekomen. Ik was ervan overtuigd dat hij de volgende morgen op het achterbalkon zou zitten, maar dat bleek niet het geval te zijn. Ik wist dat waar hij ook was, God voor hem zorgde, en ik bevestigde dat alles goed was. Maar toen hij die avond nog steeds niet terug was zonk de moed me in de schoenen.
Kort nadat we naar bed waren gegaan hoorden mijn man en ik gemiauw in de buurt van het balkon en ontdekten dat de poes in de ruimte onder het balkon zat en er niet zelf kon uitkomen. Mijn man bracht hem in veiligheid, maar de poes kon zich niet bewegen en het leek dat hij de controle over zijn lichaamsfuncties had verloren.
Ik bad een paar dagen voor de poes en vertelde hem geestelijke waarheden iedere keer als ik bij hem was. Ook schreef ik bijbelteksten en zinnen uit Wetenschap en Gezondheid op stukjes papier die onze twee oudste kinderen in hun zak stopten om te lezen als ze tijdens de dag aan onze poes dachten. Maar de poes at niet en dronk niet en de situatie zag er nog steeds zorgwekkend uit.
Op woensdag toen ik mijn voorlezing voor de getuigenisbijeenkomst van die avond al had klaarliggen, kreeg ik opeens een krachtige impuls om de aangestreepte passages in de Bijbel en Wetenschap en Gezondheid uit te wissen, en te luisteren. Hoewel ik tevreden was over de lezing die ik had voorbereid, gehoorzaamde ik aan deze intuïtie en veegde de bladzijden schoon.
Vervolgens kwam het in me op dat ik de “Herodes-denkwijze” moest weerleggen – een gedachtengang zo vol haat voor de Christus, dat de enige optie is te proberen hem te vernietigen (zie Matthéus 2:1-15). Wat de voorlezing precies inhield kan ik me niet meer herinneren, maar wél weet ik dat de geestelijke feiten grondig en duidelijk de haatgedachten voor de Christus tegenspraken en totaal omkeerden.
Zoals we in Wetenschap en Gezondheid lezen: “Waarheid heeft geen bewustzijn van dwaling. Liefde heeft geen besef van haat. Leven en dood vormen geen deelgenootschap. Waarheid, Leven en Liefde zijn een wet ter vernietiging van alles wat aan hen ongelijk is, want zij verkondigen niets anders dan God” (blz. 243).
Toen ik na de dienst thuiskwam, was mijn eerste gedachte: “Oké – en nu weer bidden voor het probleem met de poes.” Maar toen kwam het idee dat dit biddend werk al was gedaan en dat alles goed was. Ik accepteerde dit met mijn hele hart. Binnen een paar dagen begon de poes te drinken als je iets onder zijn kin hield en hij begon ook te eten. Diezelfde middag nog was zijn gezondheid volkomen hersteld.
Enige tijd later besefte ik dat de macht van waarheid in die voorlezing de “Herodes denkwijze” – het vergif van haat – had vernietigd. Er was eenvoudigweg geen macht of tegenwoordigheid die tegengesteld aan God kan zijn, en een duidelijker begrijpen hiervan had de bestendigheid geopenbaard van Gods eeuwige aanwezigheid en van de immer actieve Christus – met als resultaat een prachtige genezing.
Janet Wenrick
Stow, Ohio, VS