Een paar maanden geleden had mijn zoon zin om iets creatiefs te doen en besloot een afbeelding van een dier te snijden uit een boomstronk die in onze tuin was achtergebleven na een windhoos. Nadat hij daar een poosje mee bezig was geweest vroeg ik hem wat het houtsnijwerk moest voorstellen en hij zei: “een uil.” Toen zijn werkstuk af was keek ik ernaar vanuit de voordeur en bewonderde het, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik er helemaal geen uil in zag.
Onlangs nam ik een tuinstoel en ging buiten zitten om van de warme zon te genieten. Terwijl ik daar zat en genoot van de prachtige dag, zag ik opeens, recht voor me, de uil in de boomstronk! Ik had van de verkeerde kant naar de creatie van mijn zoon gekeken en vanaf het begin het onjuiste perspectief gehad.
Dat werd een les voor me. Ik besefte dat, zoals ik vanuit de juiste hoek naar de boomstronk moest kijken om de uil te zien, we ons gezichtspunt moeten veranderen van stoffelijk naar geestelijk willen we onszelf en anderen zien als deel van Gods volmaakte en liefdevolle creatie. Christus Jezus had dat geestelijke gezichtspunt. Mary Baker Eddy zegt in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “Jezus aanschouwde in de Wetenschap de volmaakte mens, die voor hem zichtbaar was, waar door stervelingen een zondig, sterfelijk mens wordt gezien. In deze volmaakte mens zag de Verlosser Gods eigen gelijkenis en deze juiste kijk op de mens genas de zieken” (blz 476-477).
Toen ik jaren geleden werkte voor een wenskaartenbedrijf had ik een ervaring waarbij de “juiste kijk” hielp om een moeilijke situatie in mijn werk te genezen. Ons bedrijf deed zaken met een grote warenhuis, waar een van de werknemers was aangesteld als manager van de wenskaartenafdeling. Iedere keer als ik voor zaken die winkel bezocht had ik moeilijkheden met de manager die me zelfs vijandig behandelde. Na enige tijd vond ik het helemaal niet leuk meer om naar die winkel te gaan en zag er tegenop om daar zaken te doen.
Ik besloot hierover te bidden. Ik vond steun in deze passage van Miscellaneous Writings 1883-1896 van Mary Baker Eddy: “Naastenliefde is Liefde; en Liefde opent de ogen van de blinden, wijst dwaling terecht en werpt hem uit. Naastenliefde vlucht nooit voor dwaling uit vrees voor een confrontatie. Hebt uw vijanden lief, anders kunt u zich niet van hun bevrijden; en als u ze liefheeft zult u helpen hen te verbeteren (blz. 210-211).
Ik hoorde dat deze medewerker na een lang huwelijk middenin een nare echtscheiding zat, en dat er nog meer moeilijkheden in haar persoonlijke leven plaatsvonden. In de Bijbel las ik: “Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt een rechtvaardig oordeel” (Johannes 7:24). Dus ik streefde ernaar deze vrouw meer liefde en medeleven te tonen en haar te zien zoals God haar ziet, te weten dat zij geestelijke kwaliteiten weerspiegelt zoals geduld en vriendelijkheid.
Ik kan oprecht zeggen dat vanaf die tijd onze relatie dragelijker werd en in de loop van de volgende maanden aanmerkelijk opwarmde. Uiteindelijk verliet ik die positie en vond een andere baan, maar ongeveer een jaar later kwam ik op een dag deze vrouw weer tegen toen ik boodschappen aan het doen was. Ze zag eruit als een ander mens – ze had een lieve glimlach op haar gezicht en ze vertelde me dat ze weer herenigd was met haar man. Ze zei: ”Ik mis je, en ik wil je mijn excuses aanbieden omdat ik zo moeilijk in de omgang was.” Ze nodigde me zelfs uit om te lunchen. We werden vrienden en vanaf die tijd, als ik haar ontmoette, zag ik een prachtig kind van God. Het nieuwe inzicht dat ik door gebed had gekregen had me geholpen om haar als een vriend te zien in plaats van een vijand.
Als ik nu voor een uitdaging kom te staan, vraag ik mezelf af: “Hoe kijk ik naar deze situatie?” En als ik anderen niet zie als de geestelijke mens van Gods schepping dan moet ik mijn gezichtspunt veranderen totdat de schoonheid van Zijn schepping verschijnt. Dat is de visie die geneest, de situatie omdraait en de dag opklaart met zegeningen.