Een paar jaar geleden had ik een wrat op mijn hand. Mijn vader, die geen Christian Scientist is, nam me mee naar een dokter om er even naar te laten kijken. De dokter verwijderde de wrat, maar na een paar maanden kwam hij weer terug. Ik vroeg aan mijn zondagsschoolleraar om voor mij te bidden, want ik wist dat God alles was (en is), en ik wilde voorgoed genezen zijn. Mijn zondagsschoolleraar zei meteen dat hij voor mij zou bidden en daar was ik heel gelukkig om. Ik wist zeker dat God voor mij zou zorgen.
Na een paar dagen zag ik dat de wrat kleiner was geworden. Ik liet hem aan mijn moeder zien en vertelde haar dat mijn zondagsschoolleraar voor mij aan het bidden was. Ze zei dat we konden verwachten dat de wrat helemaal zou verdwijnen, omdat God mij niet gemaakt had met een wrat. Daarom was het geen deel van mij; ik was onaangetast en vrij.
Een paar maanden later toen ik naar de dokter ging voor een ander, regelmatig, onderzoek, was ik de wrat helemaal vergeten. Mijn vader vroeg de dokter om de wrat weer te verwijderen. Maar toen de dokter naar mijn hand keek was er geen wrat. De dokter was heel erg verbaasd, maar ik wist dat het heel normaal was dat de wrat weg was, omdat God in de eerste plaats geen wrat had gemaakt. God schiep al Zijn kinderen volmaakt. Zoals ik al verwachtte, kwam de wrat nooit meer terug. Ik ben heel dankbaar!
Geneva, Switzerland