Onlangs dacht ik er weer aan waarom ik zo blij ben om een Christian Scientist te zijn. Het geeft me een heleboel plezier. En ik kan er altijd op vertrouwen.
We leren in Christian Science dat luisteren naar Gods stem een heel belangrijk onderdeel is van gebed. We leren dat God onze Herder is en dat wij Zijn schapen zijn die gewillig volgen waarheen Hij leidt.
Toen ik pas geleden de bagage in mijn auto laadde op de parkeerplaats van een vliegveld, zette ik even mijn laptop (die niet in een omhulset zat) en een elektronisch tablet bovenop de auto. Toen ik thuis arriveerde ontdekte ik dat zij nergens te vinden waren. Ze waren onderweg blijkbaar van de auto afgevallen.
Ik reed meteen terug naar het vliegveld en zocht de parkeerplaats af waar ik had gestaan en vond mijn tablet dat als het ware op me lag te wachten. Ik was buitengewoon dankbaar en begon te zoeken naar mijn laptop, maar zonder succes. Toen ik er verslag van uitbracht bij de vliegveldpolitie, zeiden ze dat ze op de veiligheidscamera zouden kijken naar enige activiteit op die plaats.
Toen ik weer thuis was dacht ik natuurlijk aan wat er net gebeurd was. Mijn eerste gedachtengang was dat ik niet wilde dat er die avond ook maar iemand naar bed zou gaan met schuldgevoelens omdat hij een dief was, noch wilde ik me een slachtoffer voelen. Tenslotte, als God de mens naar Zijn beeld schiep zoals de Bijbel ons leert (zie Genesis 1:26, 27), en als God Zijn kinderen veilig in Zijn hand houdt en hun beschermt en leidt, dan, redeneerde ik, hoor ik daar ook bij, hier en nu. En het doet er niet toe wat de situatie is.
Toen begon ik te denken over veiligheidskwesties. Ik heb een klein bedrijf en alle informatie over mijn firma en de klanten bevond zich op die computer. Een vriendin van de kerk belde me om te vragen hoe mijn reis was geweest en ik vroeg haar om met mij te bidden om te weten dat harmonie overal om ons heen is, te weten dat God aanwezig is, ongeacht wat er aan de hand leek te zijn.
Toen de volgende ochtend de telefoon ging, was het de vliegveldpolitie die rapporteerde dat de video liet zien dat mijn laptop op het dak van mijn auto lag toen ik het vliegveld verliet. Zo wist ik dus dat het aannemelijk was dat de laptop zich ergens bevond op de drukke weg tussen het vliegveld en mijn huis, twaalf kilometer verder.
De volgende paar uur spraken welmenende vrienden hun bezorgheid uit over de veiligheidskwesties die gepaard konden gaan met het verlies van mijn computer, en over wat het zou kosten om een nieuwe te kopen, en zij suggereerden dat ik ernaar zou gaan zoeken in pandjeshuizen.
Ik dwong mijzelf weer om rustig te gaan zitten, en te luisteren naar wat God tegen me zei, mij te vertellen wat mijn volgende stap was. Ik wist zonder enige twijfel dat het juist was om langs die drukke weg te lopen. Als het nodig was de hele twaalf kilometer. Eerst ging ik terug naar het vliegveld om nog een keer op de parkeerplaats te kijken, daarna reed ik zo’n 400 meter op de drukke weg, parkeerde de auto aan de kant, en liep naar het vliegveld en weer terug, bij iedere stap speurend naar mijn computer.
Dit deed ik vijf of zes keer met een bepaalde afstand, en begon ernstig aan de wijsheid ervan te twijfelen langs de weg te lopen om “een speld in een hooiberg” te vinden. Bovendien was er die nacht een storm geweest en had het daarna met tussenpozen geregend. Zelfs al zou ik de laptop vinden, wat een belachelijke en zinloze gedachte leek te zijn, dan nog zou hij zeker onbruikbaar zijn.
Ik voelde me verslagen. En bezorgd. Toen kwam me een gedicht van Mary Baker Eddy in gedachten, tevens een gezang uit het Gezangboek van Christian Science, genaamd “Mother’s Evening Prayer” (nr. 207). Er staat: “Wacht, heb meer lief bij haat, en vrees geen leed/ Want onze God is goed, verlies is baat.” Onder normale omstandigheden vind ik altijd troost bij dat gezang, ik word er kalm van en voel me vredig, maar op dat moment begon ik te twijfelen. Ik had mijn computer verloren, en de veiligheid van mijn klanten kon op het spel staan. Hoe kon dat in hemelsnaam “baat” zijn? “Ben je niet wijs?” dacht ik.
Ik had geweten dat God mij op deze zoektocht had geleid om mijn laptop te vinden, maar nu was ik er niet meer zo zeker van. Ik begon me onzeker te voelen over welke stem die van Gods leiding was.
Als we twee gedachten hebben die elkaar tegenspreken, hoe weten we dan welke gedachte van God afkomstig is? Ik stapte in mijn auto en begon naar huis te rijden, ontmoedigd. Terwijl ik nadacht over de vraag hoe God tot ons spreekt, besloot ik aan de kant van de weg te gaan staan en daar te blijven tot ik het antwoord wist.
Ik sloot mijn ogen en bad om te weten wat ik doen moest. En ik vond een manier om te weten wanneer God aan het woord is; ik zette de woorden “En God zei” voor ieder idee dat om mijn aandacht vroeg.
Ik zei hardop: “En God zei, het is gekkenwerk om langs een drukke weg te lopen in de regen in de hoop dat je een kletsnatte computer vindt.” Dat klonk niet goed. Toen zei ik: “En God zei, jouw enige taak is om te volgen waarheen Ik je leid, want je bent omgeven door volmaaktheid en goedheid.”
Ik wist welke stem van God was. Nu kon ik vredig naar huis gaan.
Toen ik mijn ogen opendeed keek ik uit het raam voordat ik me in het verkeer voegde. (Lezers, jullie wisten natuurlijk al eerder dan ik wat er gebeuren gaat!) Op de grond naast mijn auto lag mijn laptop. Je kunt je voorstellen wat ik toen deed – ik dankte God luid uit het diepst van mijn hart. Ogenblikkelijk begreep ik wat “verlies is baat” betekende. Ik had zoveel baat ondervonden, niet alleen door het vinden van een computer, maar tevens door het begrijpen van Gods stem.
En dat is nog niet alles – ik schreef dit artikel op die laptop. Hij doet het perfect; zelfs nadat hij van het autodak is afgevallen en de stormachtige nacht heeft doorgebracht in een modderplas.
Zie je wel? Ik zei toch dat het leuk is om een Christian Scientist te zijn.