Op een dag ging ik met mijn moeder en mijn jongere broertje Tarun ’s avonds naar het park. Toen ik aan het schommelen was verloor ik mijn houvast en viel op de grond. Ik had heel veel pijn. Mijn moeder hielp me om te staan want ik kon niet zelf rechtop staan. Mijn moeder bad voor me en sprak met me over mijn ware geestelijke zelf dat het beeld van God is. Ze zei dat ik een zoon van God ben en “niet samengesteld uit hersenen, bloed, beenderen” zoals het geschreven staat in het boek Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy (blz. 475). Er kan echt niets ernstigs gebeuren met een zoon van God, want God beschermt Zijn kinderen altijd. En God geeft me kracht. Daarom kon ik sterk zijn.
Nadat we thuis waren gekomen, belde ik een Christian Science practitioner om voor me te bidden, omdat ik een hele pijnlijke rug had. De practitioner vertelde me dat ongelukken niet werkelijk zijn, omdat God ze niet kent. God kent alleen het goede. In Wetenschap en Gezondheid staat: “Er is geen pijn in Waarheid en geen waarheid in pijn” (blz.113).
Hierna was ik in staat om mijn avondmaaltijd te eten. En toen zong ik met mijn moeder gezang 263 uit het Gezangboek van Christian Science zoals de practitioner me had opgegeven. Het gezang begint: “God alleen kan blijdschap schenken, / God alleen die vrede ons biedt.” Daarna ging ik naar bed en sliep heel vredig. Toen ik ’s morgens wakker werd had ik een klein beetje pijn in mijn rug. Ik vertelde dit aan de practitioner, en ze zei dat ik door moest gaan met bidden met dezelfde waarheid waar we het al eerder over hadden gehad. Dat deed ik. De volgende ochtend was ik helemaal vrij van pijn.
Ik ben God heel dankbaar voor deze prachtige genezing.
Chandigarh, India