Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Zelfkennis en geestelijke groei

De Christian Science Heraut - 13 maart 2017

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 28 november 2016 editie van de Christian Science Sentinel.


Een van de belangrijkste elementen van geestelijke groei is zelfkennis. In al haar werken vermeldt Mary Baker Eddy dit begrip en zij beschrijft twee duidelijke stappen die te maken hebben met het verkrijgen van deze kennis. Een ervan is onze identiteit te kennen, onze enige ware zelfheid, zoals door God geschapen.

Christus Jezus wist welzeker wie hij was. Dit was het fundament van zijn succesvolle genezingswerk. Hij erkende geen ander dan God als zijn vader. Hij was duidelijk over zijn eenheid met God, als Gods zoon. Hij zei zelfs: “Ik en de Vader zijn één” (Johannes 10:30), en zijn consistente kennis van zijn geestelijke zelfheid stelde hem in staat met ontzagwekkende doeltreffendheid te handelen.

Bij het volgen van zijn voorbeeld kunnen wij vertrouwen op deze leidraad van Eddy uit Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “Ken uzelf en God zal u de wijsheid en de gelegenheid schenken voor een overwinning over het kwaad” (blz. 571). Als wij de waarheid van onze identiteit als Gods weerspiegeling in ons bewustzijn omvatten, ontdekken wij dat we alles hebben dat nodig is om onze heerschappij over het kwaad te demonstreren.

Er zijn echter momenten wanneer wij ernaar verlangen geestelijk te groeien, maar voelen dat er iets in de weg staat. En dan gaat een ander aspect van zelfkennis een rol spelen. Eddy verwijst hierbij naar anatomie. Zij legt uit: “Geestelijk opgevat is anatomie mentale zelfkennis en bestaat zij in het ontleden van de gedachten om er de hoedanigheid, hoeveelheid en oorsprong van te ontdekken…. Deze tak van studie is onontbeerlijk voor het uitroeien van dwaling” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 462).

Bij deze vorm van zelfkennis gaat het erom dat wij te weten komen wat dwaling over ons wil beweren, zodat wij dit uit ons denken en onze ervaring kunnen wissen door te begrijpen wat geestelijk werkelijk is. Alleen als diepgewortelde onvolkomenheden in het karakter worden ontmaskerd en verdreven door de werking van waarheid in ons bewustzijn, kunnen wij verontrustende eigenschappen achter ons laten in ons streven naar meer geestelijkheid.

Dat wil niet zeggen dat we op heksenjacht gaan om uit te zoeken wat verkeerd is. Ware zelfkennis is geen psychologie maar het resultaat van het diepste verlangen om helemaal te zijn zoals God ons geschapen heeft. We kunnen het zoeklicht van waarheid vertrouwen om datgene te onthullen wat ongelijk is aan het goddelijke in ons eigen denken.

Soms kan zo’n ontdekking onthutsend zijn. We kunnen zelfs geschokt zijn bij het ontdekken van onaangename dingen over onszelf. Eddy geeft ons wijze raad als zij schrijft: “Ook dient de genezer ervoor te waken, dat hij niet overweldigd wordt door een besef van het weerzinwekkende van de zonde en door de onthulling van zonde in zijn eigen gedachten” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 366).

En de manier om niet overweldigd te raken is te begrijpen dat wat er ook ontmaskerd wordt, in werkelijkheid niet bij ons hoort. Dat zou immers onmogelijk zijn. Omdat het niet van God kan zijn, kan het ook niet van ons zijn. Onze geestelijke zelfheid drukt alleen Gods wezen uit. Als wij al biddend ten diepste beseffen dat Gemoed onze onaangetaste door God geliefde identiteit oneindig openbaart, dan worden onze gedachten overspoeld met het schitterende nieuwe inzicht in onze ware natuur. Alles wat niet in overeenstemming is met de zuivere, onbedorven christelijkheid verdwijnt gewoon. We zijn genezen!

Lang geleden had ik het gevoel dat ik tegen een muur aanliep wat betreft mijn geestelijke groei. Ik merkte dat iets mijn vooruitgang belemmerde en ik hunkerde ernaar om vooruit te gaan. Ik herinner mij dat ik op een ochtend ongeveer zo bad: “Vader, toon mij wat ik moet weten. Ik weet dat niets voor U verborgen kan zijn. Daarom kan ik, als uitdrukking van Gemoed, het ook weten. Het geeft niet als het moeilijk is; ik wil heel graag groeien.”

Die middag ging ik in de oceaan zwemmen. Een dierbare ring die een combinatie was van mijn trouwring met die van mijn overleden echtgenoot gleed van mijn vinger en verdween in het water. Aanvankelijk raakte ik in paniek en trachtte tevergeefs hem te vinden. Maar enkele minuten later herinnerde ik mij mijn gebed van die ochtend, en in een flits wist ik wat mijn geestelijke groei in de weg had gestaan. Ik hield in mijn gedachten vast aan een huwelijksband die niet langer bestond en waarvan de ring het symbool was. Op dat moment liet ik het los. Ik zag in dat door aan het verleden vast te houden, ik mijzelf ervan weerhield om in het heden het goede dat God mij toewees volledig te ervaren. Plotseling voelde ik mij volkomen vrij. Twee weken later ontmoette ik de man met wie ik na enige tijd trouwde, en we waren 34 jaar samen.

Dit was een prachtig voorbeeld van hoe het verlies van een geliefd voorwerp een echte levensverandering tot gevolg had. Was ik bedroefd over het gemis van de ring? Elk gevoel van verdriet werd volledig overschaduwd door vreugde, omdat ik zelfs een grotere gift had gekregen – het inzicht in iets dat mij ervan weerhield geestelijk te groeien.

We kunnen nooit uitstippelen hoe onze gebeden beantwoord worden, maar als ons verlangen zuiver is en ten diepste gemeend, zal God het antwoord geven.

Een ander nuttig hulpmiddel bij geestelijke groei door middel van zelfkennis is samengevat in de verklaring van Eddy: “Bereidwilligheid om als een kindeke te worden en het oude voor het nieuwe op te geven, maakt de gedachte ontvankelijk voor de hogere idee” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 323-324). Bereidwilligheid: wat een woord! Een woordenboek definieert het als “blijmoedig goedvinden.”

In mijn geval moest ik bereid zijn een hechte emotionele band in een relatie die niet langer bestond op te geven. Het betekende niet dat ik niet met blijdschap aan ons huwelijk kon denken. Ik moest alleen stoppen met me op het verleden te fixeren zodat ik voorwaarts kon gaan. De wijze waarop het gebeurde was nogal dramatisch, maar ik begreep de bedoeling ervan. En ik geloof werkelijk dat God er altijd voor zorgt dat we “krijgen” wat we nodig hebben.

Het begrijpen en in de praktijk brengen van de zelfkennis die Eddy beschrijft is essentieel voor ons succes als genezers. Niets kan het diepgevoeld verlangen naar groei in genade in de weg staan. Onze geliefde Vader-Moeder zal die wens zegenen, en dan zullen wij de hemelse gift ervaren die de zuiverende en genezende macht van zelfkennis teweegbrengt.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.