Ik ben genezen van zoveel dingen door het bestuderen en toepassen van de leringen die vervat zijn in het opmerkelijke boek: Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, geschreven door de grondlegster van de Christian Science beweging, Mary Baker Eddy. Nu ik al vele jaren de Wetenschap van Christus heb bestudeerd en altijd op God en Zijn wet voor genezing heb vertrouwd, leg ik de volgende ervaring vast, in het vertrouwen dat het anderen tot hulp kan zijn.
Ongeveer negen jaar geleden woonde ik alleen in ons oude familiehuis. Ik realiseerde mij voor het eerst dat er iets niet goed met mij was toen ik in de keuken stond met een kan kokend water in mijn hand en niet wist wat ik van plan was daarmee te doen. Vergelijkbare dingen gebeurden al een hele tijd, maar het was de eerste keer dat ik me er zorgen over maakte en me afvroeg wat dit betekende.
Vervoersproblemen hadden me weerhouden van het bezoeken van kerkdiensten, maar nu begon ik mensen te vermijden en stopte met de telefoon te beantwoorden. Maar ik deed één ding, dat ik nu beschouw als een leven-reddende gewoonte: ik ging, zo goed als ik kon, door met het lezen van de bijbellessen, die te vinden zijn in het Christian Science Kwartaalboekje. Ik vergat soms snel wat ik gelezen had, maar het was op een eenvoudige manier mijn dagelijks gebed.
Eddy zegt: “Verlangen is gebed” en dat was zo waar voor mij. De hele passage luidt: “Onuitgesproken gedachten zijn niet onbekend aan het goddelijk Gemoed. Verlangen is gebed en wij kunnen niets verliezen door onze verlangens aan God toe te vertrouwen, opdat zij gevormd en gelouterd mogen worden, voordat zij in woorden en daden worden omgezet” (Wetenschap en Gezondheid, blz.1).
De dagen waren erg mistig voor mij in die tijd, maar latere gebeurtenissen wijzen er op dat ik contact moet hebben opgenomen met een Christian Science practitioner om voor mij te bidden. Blijkbaar moet er Christian Science behandeling door gebed gegeven zijn op mijn verzoek, ofschoon ik niet in staat was om dat te erkennen, omdat ik me in die tijd nogal moeilijk kon uitdrukken. Ik zal altijd heel dankbaar zijn voor het geduld en de liefdevolle zorg die mijn familie mij heeft getoond gedurende die moeilijke tijd.
Mijn gelukkige kindertijd had ik doorgebracht in de omgeving van de zee. Nu, terwijl ik voelde dat de huidige atmosfeer waarin ik mij bevond, helemaal niet goed was, droomde ik voortdurend van die voorbije dagen. Toen, op zekere dag, belde ik geheel onverwacht een vastgoedmakelaar die ik kende en vroeg haar mijn huis te verkopen en een flat bij het strand voor mij te huren voor zes maanden. Dat was het eerste teken dat ik reageerde op de Christian Science behandeling die ik ontving. En dat was een grote stap voorwaarts, want ik dacht na over mijn toekomst en deed daar uit eigen beweging iets aan.
Op mijn nieuwe locatie woonde een practitioner met wie ik al jaren bevriend was. Ik ben zo dankbaar dat zij mij in gebed wilde bijstaan toen ze zag in welke toestand ik mij bevond. Ik ben er diep van doordrongen dat ik door de standvastige liefde en trouwe gebeden van de twee practitioners die mij hielpen in staat ben om vandaag deze getuigenis te schrijven.
Het duurde echter nog ongeveer vijf jaar voordat de genezing volledig was. Ik had wekenlange heldere en normale periodes en verviel dan weer in een vage droomwereld. Maar er was altijd vooruitgang en ik ging door met het lezen van de bijbellessen.
Tijdens de verhuizing kwam ik mijn koffertje tegen met mijn oude cassetterecorder en de cassettebandjes waarop de hele inhoud van Wetenschap en Gezondheid stond. Mijn gezondheid werd gestadig beter, en van toen af probeerde ik elke dag een bandje af te spelen—en dat doe ik nog steeds.
De volgende stap naar mijn genezing vond plaats in een bus. Ik was niet onderweg naar iets speciaals, maar omdat ik me bewust was van het gevaar mezelf af te sluiten van mensen nam ik bijna elke dag de bus naar het eind van het schiereiland en weer terug. Op een dag begon de vrouw die naast mij zat een gesprek over koetjes en kalfjes. Toen, alsof ze zichzelf niet langer kon inhouden, stortte ze haar hele droevige verhaal uit. Ze zei, dat haar moeder aan Alzheimer leed en haar hersenen langzaam slechter werden. Haar moeder liet niemand haar huis binnen, behalve haar dochter. Dus maakte deze dochter al jaren elke week een reis van twee uur om bij haar moeder te zijn. Ze was uitgeput en wist niet hoe ze nog langer hiermee door kon gaan.
Ik wist uit eigen ervaring dat de moeder bang en verward en heel eenzaam was. Ik vertelde dat aan de dochter en voegde er aan toe: “Het is belangrijk dat ze weet dat je van haar houdt.” Ik vertelde haar dat God ons allemaal liefheeft en dat het delen van Zijn liefde met elkaar wonderen kan verrichten. Toen mijn nieuwe vriendin de bus verliet zei ze tegen mij: “Je hebt me hoop gegeven voor mijn moeder en voor mijzelf.”
Toen ik later terugdacht aan deze gebeurtenis moest ik mezelf bekennen dat al de symptomen van de ziekte van haar moeder, die de dochter had beschreven, dezelfde waren als die mij zorgen hadden gebaard. Maar Ik zag ook dat het allemaal onwaar was—onmogelijk binnen de oneindige liefde van God. Mijn erkenning van dit feit was weer een enorme stap naar mijn eigen genezing.
Sinds mijn kindertijd was ik mij bewust van de belofte in de Bijbel: “... alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe” (Johannes 3:16). En ik had er altijd naar verlangd om in de voetstappen van Christus Jezus te treden. De volgende stelling uit Wetenschap en Gezondheid was het eerste gebed dat ik bewust herkende en dat ik gedurende deze beproeving vasthield: “Het wezen van het Christendom is vredig en gezegend, maar om het koninkrijk binnen te gaan, moet onze hoop aan gene zijde van het voorhangsel der stof verankerd worden in het Allerheiligste, waar Jezus vóór ons is binnengegaan; en deze vooruitgang uit de stof moet zowel door de vreugden en overwinningen van de rechtvaardigen komen als door hun smarten en beproevingen. Evenals onze meester moeten ook wij de stoffelijke zin verlaten en en de geestelijke zin van het zijn binnengaan” (blz. 40-41).
Voordat ik de gehuurde flat verliet, en we overwogen wat we hierna zouden doen, stelden mijn dochters voor dat ik een permanente woning zou zoeken in de omgeving. De volgende ochtend ging ik meteen naar de plaatselijke makelaar om te kijken wat er beschikbaar was. Hij nam me mee om me het appartement te laten zien waar ik nu woon. Ik vond het heel mooi en ik kocht het meteen. Tegen die tijd was het voor mij heel natuurlijk geworden om te beginnen mijn eigen zaken weer af te handelen.
Ik kan nu weer elke zondag de kerkdienst bijwonen en ook op woensdagen. En ik heb getuigenissen gegeven over genezingen die ik in Christian Science heb ondervonden.
Sinds eind 1994 ben ik volkomen helder, zonder terugval. Echt: “... mijn beker is overvloeiende” (Ps. 23:5).
Marie E. Wood
Collaroy, New South Wales
Australië