Eens, in de synagoge in Názareth, refereerde Christus Jezus aan dit intrigerende spreekwoord: “Dokter, genees uzelf! (Lukas 4:23, volgens de King James bijbelvertaling). Wat bedoelde hij? Het lijkt erop dat de schriftgeleerden en Farizeeën (Joodse wetgeleerden) in de synagoge weinig begrepen van wat hij bedoelde, of het niet wilden weten, omdat zijn genezende werk hun versteld deed staan. Maar sprak hij alleen tot degenen die daar die dag aanwezig waren, of tot zijn discipelen en tot ons—voor alle tijden?
Jezus toonde dat wij allen het potentieel en de bekwaamheid hebben om te genezen en te worden genezen, om te begrijpen wat ware gezondheid is. In Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift geeft Mary Baker Eddy een verklaring van een fundamenteel deel van de openbaring van Christian Science: “Het bewijs, geleverd door demonstraties in onze tijd, dat de zogenaamde wonderen van Jezus niet speciaal tot een thans geëindigde Godsbeschikking behoorden, maar dat zij van een altijd werkend, goddelijk Beginsel blijk gaven” (blz. 123).
Paulus scheef aan de Filippensen: “Het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen” (2:13). Als wij meer en meer gaan begrijpen dat God uitsluitend het goede onvouwt en de Christus, vertegenwoordigd door Jezus, laten ontvouwen in ons bewustzijn, dan zien wij de goddelijke orde en harmonie in toenemende mate bevestigd in ons leven.
Wanneer er zich enige disharmonie of ziekte voordoet, kunnen we bevestigen dat wij in werkelijkheid de geestelijke manifestatie zijn, het voortbrengsel of de weerspiegeling, van alles dat goed is en gelijk aan God. Het geloof dat wij iets minder kunnen zijn is een onjuiste gedachte over wat wij werkelijk zijn.
Als wij de Christus welkom heten in ons hart, worden wij ons ervan bewust dat God ons autoriteit en heerschappij gegeven heeft over iedere suggestie dat het kwaad of ziekte werkelijk zou zijn, en dat we toegerust zijn met de bekwaamheid iedere aanspraak van het kwaad of ziekte grondig te weerleggen. We kunnen weigeren onder de indruk te komen; we kunnen ons met verwachting en begrijpen wenden tot de ware bron van troost en genezing—God, het altijd doeltreffend Beginsel van gezondheid en welzijn.
Als ons denken zich gewonnen geeft aan God, het goddelijk Gemoed, in plaats van ons vast te klampen aan een beeld van disharmonie of ziekte, stromen vrede en harmonie ons bewustzijn binnen. Jezus verklaarde: “Ik geef u de macht, om op slangen en schorpioenen te treden, en over alle kracht van de vijand; en geen ding zal u enigszins beschadigen” (Lukas 10:19).
Tegenwoordig zoeken de meeste mensen verlichting van kwalen door medische middelen. Dit wordt bestendigd door het geloof dat de mens een biochemisch wezen is, terwijl Christian Science aantoont dat de mens geheel geestelijk is, samengesteld uit geestelijke ideeën die in harmonie functioneren onder het bestuur van het ene goddelijk Beginsel. De mens is idee, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van het oneindig Gemoed dat God, het goede, is. Gods oneindigheid is de wet van zekerheid, veiligheid, bescherming, voorziening en welzijn.
Als de geliefde schepping van de oneindige, onuitputtelijke Liefde, hebben wij de onafscheidelijk daarmee verbonden bekwaamheid om de goddelijke Waarheid te kennen die geneest. Jezus zei: [Gij] “zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:32). Voor iedere leugen is er altijd het tegenovergestelde feit van de geestelijke waarheid, die ons aanzet om cynische gedachten, kritiek of kwaadaardigheid te vervangen door vriendelijkheid, medeleven en liefde voor onze medemens.
Jaren geleden had ik een bepaald fysiek probleem. Ik had verschillende dokters geraadpleegd die ieder verschillende diagnoses stelden en verschillende behandelingen voorschreven. Het was me niet duidelijk wat de beste manier was om verder te gaan, maar ik wist iets af van het genezende effect van Christian Science door het lezen van getuigenissen over genezing van allerlei kwalen in The Christian Science Journal en de Sentinel. Als die mensen genezen konden worden, dacht ik, zou dat voor mij misschien ook mogelijk zijn.
In plaats van verder te gaan met de medische behandeling, besloot ik een grondige studie te gaan maken van de Bijbel en de boeken van Mary Baker Eddy. De laatste honderd bladzijden van Wetenschap en Gezondheid zijn uitsluitend gewijd aan getuigenissen, en ik las daar dat mensen genezing vonden door die boeken te bestuderen.
Ik dacht na over het idee: “Dokter, genees uzelf.” Ik overwoog de mogelijkheid hiervan, maar omdat ik er niet van overtuigd was dat ik genoeg begreep, belde ik een Christian Science practitioner. Zij hielp mij te zien dat ziekte een onjuist gedachtenbeeld is, een verwrongen beeld, een illusie van het menselijk bewustzijn, wellicht met enige verborgen angst—en dat door meer te begrijpen van de alomaanwezigheid van Liefde, de disharmonie volkomen vernietigd kon worden.
Geleidelijk, terwijl ik las en bad, begon ik te zien dat ik hardvochtige, haatdragende, zelfs kwaadwillige gedachten had geherbergd over mijn familie, de gemeenschap, het ontvlambare politieke klimaat, terroristen en zakenpartners. Toen zag ik in dat deze negatieve gedachten voornamelijk bestonden in het zelf: zelfrechtvaardiging, zelfwil en eigenliefde.
In Wetenschap en Gezondheid staat: “Christian Science brengt de menselijke wil tot zwijgen, kalmeert de vrees door Waarheid en Liefde en veraanschouwelijkt de spontane werking van de goddelijke kracht in het genezen van de zieken. Zelfzucht, afgunst, hartstocht, hoogmoed, haat en wraakzucht worden uitgedreven door het goddelijk Gemoed, dat ziekte geneest” (blz. 445). Dit hielp me, want ik besefte dat ik me geconcentreerd had op onvolmaaktheid en corruptie. Ik trachtte meer te leren over de volmaaktheid van God en van de mens (ieder van ons) als Gods beeld, en weigerde om nog langer verwrongen beelden van de ware, geestelijke natuur van de mens te accepteren.
Toen ik een paar maanden doorging de boeken te bestuderen en te bidden voor een beter begrip, voelde ik me beter en vrediger, en had een ontluikend en groeiend bewustzijn van onze eenheid met God, het goede. Ik ervoer in toenemende mate dat ik gezegend en geliefd was.
Dit consistente wenden tot God in gebed werd een gedisciplineerde manier van denken, van dagelijkse dankbetuigingen, van ootmoedig verklaren: “Vader-Moeder Gemoed, toon me wat ik moet zien.” Tegelijkertijd, met toenemende compassie en liefde in mijn eigen gedachten, merkte ik dat mijn bedrijf erop vooruitging en relaties harmonischer werden. Ik was diep bewogen door de geestelijke ontdekkingen die ik deed om God en de mens te zien in hun ware licht, om meer te begrijpen van onze relatie tot God. De gewaarwording van ziekte verdween uit mijn gedachten en toen besefte ik op een dag dat de fysieke moeilijkheid volkomen genezen was. Ik was diep dankbaar en begreep dat dit een moment was van “Dokter, genees uzelf.”
De gehele mensheid kan ontwaken tot de glorieuze waarheid dat de Christus rechtstreeks tot eenieders bewustzijn komt. Onze Verlosser leeft; die tedere Liefde die geen kwaad kent, die allen geneest en zegent, is nu aanwezig en wij kunnen ons tot hem keren. De profeet Jeremia schrijft: “Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en Ik zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn” (31:33). Laten we ons verheugen dat wij de God gegeven bekwaamheid en bevoegheid bezitten voor het geestelijk inzicht dat wij allen door gebed onze onafscheidelijke eenheid kunnen begrijpen met het goede, met het Beginsel dat voorziet in alles wat we nodig hebben en met de Waarheid die iedere ziekte ongedaan maakt.
Met deze vergeestelijkte gedachte komt een duidelijker besef van onze geestelijke reinheid en onschuld, en we vinden genezing. Zoals Wetenschap en Gezondheid ons verzekert: “Wanneer de Wetenschap van het zijn algemeen zal worden begrepen, zal iedereen zijn eigen dokter worden en zal Waarheid het enige en algemene geneesmiddel zijn” (blz. 144).