Toen ik net was begonnen met het bestuderen van Christian Science, nodigde een van de Lezers van de plaatselijke Christian Science Kerk die ik bezocht, mij uit om die middag mee te gaan naar een voorjaarspicknick met zijn gezin in de New York Botanische Tuin.
We hadden een heerlijke lunch en toen we terugkeerden naar zijn auto zagen we dat er een ruit was ingeslagen en zijn aktetas was verdwenen. Na de eerste kreten van teleurstelling, merkte ik dat iedereen erg rustig werd, en ik begreep dat ze aan het bidden waren.
Dit was iets nieuws voor mij—bidden in een crisis. Ik had geen ervaring met bidden, maar ik wendde me eenvoudig tot God en luisterde. Na ongeveer een minuut, waarin ik vooral probeerde de indruk te wekken dat ik net als de anderen aan het bidden was, kwam het idee heel duidelijk tot me om over het voetpad te gaan lopen naast de omheining van het veld. Dus dat deed ik.
Na een korte afstand veranderde het voetpad van richting en was er een smalle opening in de afrastering, die toegang gaf tot het bos. Het was alsof er een stem tot me sprak die zei: “Ga daar doorheen.” Ik volgde een kronkelpad met een aarden wal aan mijn linkerkant tot ik hoorde: “Ga de wal op.”
Toen ik er bovenop stond, keek ik rond en daar, aan de andere kant, ongeveer 2 meter naar beneden, was de aktetas van mijn vriend. De inhoud, waaronder de Bijbel en Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy, waaruit hij ‘s ochtends in de kerk had gelezen, lag rondom verspreid op de grond. Als ik het pad niet had verlaten en het bos was ingegaan en precies op dat punt de wal was opgeklauterd, zou ik die plek niet hebben ontdekt.
Ik was stomverbaasd—niet alleen omdat ik de aktetas had gevonden, maar ook omdat de richting zo duidelijk was aangegeven: een geestelijke intuïtie die me had geleid. Ik rende terug naar de groep met het goede nieuws. Ze gingen met me mee terug naar het bos en vroegen me hoe ik wist dat ik die richting moest inslaan en de wal opklimmen. Terwijl we zand en aarde van de spullen afveegden (er werd niets vermist) zei ik luchtig dat God, het goddelijke Gemoed, mij de weg had gewezen.
Maar het was allesbehalve een luchtig moment voor me geweest. Het was een van de meest opwindende ervaringen in mijn leven! Want ik had de stem gehoord en de leiding ervaren van het alwetend Gemoed, God.
Een paar weken daarvoor had ik in de Bijbel gelezen: “Uw oren zullen horen het woord van hem, die achter u is, zeggende: Dit is de weg wandelt daarin als gij zoudt afwijken ter rechter- of ter linkerhand” (Jesaja 30:21). Nou die belofte over het Woord van God werd een levende werkelijkheid die ik niet voor mogelijk had gehouden.
Hoewel het een winderige rit naar huis was met die gebroken ruit, had het voorval onze middag niet bedorven, maar had ons eerder allemaal tot God doen keren en was een onvergetelijk voorbeeld van Zijn alwetendheid.
Nu weet ik dat luisteren naar God een manier van bidden is. In de evangeliën vinden we het antwoord van Jezus toen zijn discipelen hem vroegen hoe ze moesten bidden (zie Matthéüs 6:6). Hij vertelt hun “een binnenkamer” in te gaan, de deur te sluiten en in gebed alleen te zijn met God.
Op bladzijde 15 van Wetenschap en Gezondheid bijna aan het eind van het hoofdstuk “Gebed” schrijft Mary Baker Eddy over dit onderwerp: “Om tot het hart van het gebed door te dringen, moet men de deur van de dwalende zinnen sluiten. De lippen moeten stom zijn en al het stoffelijke moet zwijgen, wil de mens gehoor vinden bij Geest, het goddelijk Beginsel, Liefde, waardoor alle dwaling wordt vernietigd.”
“Gehoor vinden” bij God betekent ontvankelijk zijn en luisteren. Soms kan dat een hele uitdaging zijn als onze gedachten angstig en onstuimig zijn. Dan is er extra kracht voor nodig om, zo gezegd, de deur te sluiten en ons natuurlijk verlangen om uitsluitend te willen horen wat God tegen ons zegt duidelijk te bevestigen.
Er bestaat geen situatie waarin we niet naar God kunnen luisteren. Als ik wijsheid en intelligentie nodig heb wend ik me tot Gods oneindige bron van deze eigenschappen. Ik heb creatieve gedachten gekregen en oplossingen gevonden voor problemen die onhandelbaar leken. En ik ben aan het leren om meer naar Gemoed te luisteren dan op het menselijke geheugen te vertrouwen—of het nu belangrijke informatie betreft of me alleen maar de naam van een bekende te herinneren.
Het goddelijk Gemoed hoeft zich niets te herinneren, God weet precies alle werkelijkheid op ieder moment. We kunnen direct naar Gemoed luisteren voor het antwoord op alles wat we moeten weten.
Het oneindige Gemoed is het enige Gemoed. Ik weerspiegel dat Gemoed—en jij doet dat ook. Als ik bang ben streef ik ernaar te begrijpen dat er niets onbekend is voor het alwetend Gemoed. Er is geen “angst voor het onbekende” in Gemoed. God kent alles wat bestaat en weet dat alles goed is, want Hij is de enige schepper en heeft alles goed gemaakt zoals Hij zelf is. Dus is er werkelijk niets om bang voor te zijn.
Het is moeilijk om de omvang weer te geven van die laatste bewustwording. Het geestelijke begrijpen dat niets werkelijk bestaat waar we bang voor hoeven te zijn is een van de sleutels tot alle genezing. Ik probeer me constant bewust te zijn van dat machtige en geruststellende feit.
O ja, er zijn nog steeds momenten wanneer een situatie me vrees lijkt aan te jagen. Maar het antwoord is altijd hetzelfde: Luister naar God, het goddelijk Beginsel, Liefde, en weet wat Hij weet—dat Hij oneindige Geest is, de enige schepper, die mij en alles heeft gemaakt naar Zijn beeld—geestelijk, volmaakt en alleen maar goed.