Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Het ononderbroken goede

De Christian Science Heraut - 19 mei 2017

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 27 februari 2006 editie van de Christian Science Sentinel.


Gedurende de eerste week die volgde op de ergste watersnood in de geschiedenis van Rapid City was ik dagenlang bezig om modder en water uit mijn huis en dat van mijn buren te hozen. Ik was uitgeput en voelde me hopeloos. Bergen puin, een beschadigd huis zonder elektriciteit en stromend water, de zaak van mijn man zo goed als weggespoeld, auto’s in bomen, dit alles leek het leven erg naargeestig te maken. Ook misten we onze jonge kinderen, die aan de liefdevolle zorg van hun grootouders in een andere stad waren toevertrouwd, heel erg.

Ik bad bij vlagen. Terwijl ik met het opscheppen van natte modder bezig was hield ik mijn gedachten naar God geopend. Ik bevestigde dat God mijn bron van kracht is, dat Hij het goddelijk Gemoed is, de inspiratie voor iedere stap en activiteit. Door me open te stellen voor Zijn tegenwoordigheid voelde ik mij gesterkt om de volgende stap te nemen. Het was niet moeilijk, alleen maar een standvastig van het ene naar het andere moment luisteren naar goddelijke boodschappen wat het volgende was dat ik moest doen. Toen ik mijn relatie met het goddelijke erkende, verminderden de vermoeidheid en uitputting. Ik was in staat uren door te gaan met het zware schoonmaakwerk zonder onderbreking. En hoewel ik al verschillende dagen diarree had voelde ik me nooit zwak of niet in staat om te werken.

Maar tegen het einde van de week realiseerde ik me dat ik nodig mijn geestelijkheid moest opladen. Dus ik besloot om meer toegewijd te bidden. Ik ging naar onze slaapkamer op de bovenste verdieping, een van de weinige droge plekken in ons huis die nog op orde was, en vond mijn Bijbel en Wetenschap en Gezondheid. Ik sloeg de boeken zomaar open en begon te studeren en te bidden.

In het begin leek het verlies overweldigend. Als gevolg van de ernstige schade aan het bedrijf van mijn man, zouden we zonder inkomsten zijn. Maar toen ik nadacht over God, die goddelijke Liefde is, als mijn ware bron van voorziening, en begreep dat Zijn goedheid voortdurend tot uitdrukking wordt gebracht, werden mijn zorgen en ongerustheid minder. Dankbaarheid onthulde hoe Gods liefde al in werking was—in de onmiddellijke en overvloedige hulp van vrienden en buren en de vriendelijkheid van een paar lieve vrienden die honderden kilometers hadden gereden met speciale werktuigen en gereedschap.

Ik werd geïnspireerd door het verhaal over Mozes en de kinderen van Israël die in de wildernis voorzien werden van het manna, een duidelijke aanwijzing voor mij dat God zowel beschermer als voorziener is. Opeens zag ik dat de stroom van gulle mensen die door de buurt trokken met koude dranken en sandwiches, mijn versie was van het manna in de woestijn.

Mijn overtuiging groeide dat Gods zorg zou voortduren. Toen ik verder las in de Bijbel, kreeg het verhaal van Elia die rondzwierf in de woestijn zonder voedsel of water, een nieuwe betekenis voor mij. Het stelde me gerust, dat net zoals de goddelijke aanwezigheid Elia had voorzien en beschermd—“de raven brachten hem des morgens brood en vlees, evenzo brood en vlees des avonds” (1 Koningen 17:6)—onze Vader-Moeder God nu mij en mijn gezin onderhield. Ik kreeg ook moed door de belofte in een gezang: “Naar uw kruis geef Ik u kracht” (Josiah Conder, Gezangboek van Christian Science, nr. 46).

Deze tijd van studie en gebed bracht een rustig besef terug van Gods volmaakte leiding. De angst die me overspoeld leek te hebben werd vervangen door vertrouwen in Zijn tedere liefde—voor mij en de mijnen, en ook voor onze buren en vrienden.

Tegen het einde van die middag, had ik een hernieuwd begrijpen dat mijn gehele leven in de hand was van mijn Vader-Moeder God. De situatie was niet veranderd, maar ik wist, zoals de profeet Elia, dat alles goed was. Dit toegenomen besef van mijn staat als Gods geliefde kind zorgde ervoor dat ik elk gevoel van een sterfelijk slachtoffer te zijn verwierp. De vraag “Waarom ik? Ik ben toch een goed mens”, loste zich op en werd vervangen door de vaste overtuiging dat mijn leven per definitie geestelijk was. Ik kon zien dat het ononderbroken goede een constant feit was.

Binnen enkele dagen nadat ik me zo geheel tot God gewend had, verscheen er andere praktische hulp. Er werd voorzien in de knellende behoefte aan contant geld door checks van een liefdadigheidsinstelling, en van vrienden en familieleden. De assistent van mijn man verzamelde liefdevol zijn doorweekte zakendossiers en hing ze voorzichtig te drogen. Een grote uitgeverij van juridische boeken, die hoorde van mijn mans verlies van zijn juridische bibliotheek, doneerde een complete set wetboeken. Collega’s van hem in onze stad maakten kopieën van de zaken die te maken hadden met zijn firma om te vervangen wat verloren was gegaan.

Antwoord op gebed kwam ook op andere manieren. Het meest opvallend was wel de komst van een groep elektriciëns die op vakantie was in de Black Hills. Zij besloten om een aantal dagen van hun vakantie te gebruiken om in mijn buurt van huis tot huis te gaan en de elektriciteit weer aan te sluiten. Dankzij hun werkzaamheden werden elektriciteit, telefoon en in veel gevallen stromend water, bij ons en bij vele anderen hersteld. We hebben nooit geweten hoe ze heetten. Ze kwamen gewoon met hun gereedschap en gingen aan het werk.

De herinnering aan deze ervaring heeft me heel wat keren teruggebracht naar de waarheid van een regel in de geestelijke interpretatie van het onzevader in Wetenschap en Gezondheid van Mary Baker Eddy: “En Liefde wordt weerspiegeld in liefde” (blz. 17). God toont Zijn liefde voor ons op ontelbare manieren.

Ik was toen zó dankbaar en ik zal altijd heel dankbaar blijven.

Karen Gundersen Olson
Rapid city, South Dakota, VS

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.