Toen ik jaren geleden op het punt stond mijn studie voort te zetten aan een hogeschool, kreeg ik een bericht dat ik een lichamelijke onderzoek moest ondergaan als deel van de toelatingseisen. Ik legde het toelatingsbureau uit dat ik een Christian Scientist ben en daarom graag vrijstelling wilde krijgen, maar er werd me verteld dat ik evengoed een tuberculosetest moest laten doen. Ik ging naar een plaatselijk ziekenhuis voor een TB huidtest. Verscheidene dagen later vertelde een dokter me dat de uitslag positief was. Ze zei dat ik niet toegelaten zou worden tot de school tenzij hieraan zorg werd besteed.
Toen ik de uitkomst van de test hoorde weigerde ik eenvoudigweg in te stemmen met dit oordeel. Ik vertelde de dokter dat ik een Christian Scientist was en door mijn toepassing van deze Wetenschap mijzelf identificeerde als Gods volmaakte, geestelijke idee. Ik zei ook dat ik voelde dat het resultaat van deze test onjuist was. Daarop maakte de dokter enkele opmerkingen die haar antipathie lieten zien voor Christian Science.
Ik kwam in de verleiding te reageren op haar commentaar, maar besloot heel rustig te blijven. Om te bewijzen dat ik niet werkelijk TB had werd mij gevraagd nogmaals een TB huidtest-injectie te nemen of een röntgenfoto te laten maken. Dit keer koos ik voor het laatste. Maar diezelfde dokter vertelde me dat ik haar kostbare tijd verspilde omdat de volgende test zou aantonen dat ik inderdaad TB had die onmiddellijk medische behandelding nodig had.
Ik had precies dertig minuten voor de foto gemaakt zou worden. Ik ging het ziekenhuis uit en besloot voor mezelf te bidden. Ik was heel bezorgd over het vooruitzicht dat ik niet terug naar school zou kunnen door deze medische kwestie. Maar in plaats van me zorgen te maken over “wat als” besloot ik me meer te verdiepen in de geestelijke waarheid van mijn identiteit.
Ik bleef tegen mezelf zeggen: ”Ik heb deze ziekte niet,” omdat ik wist dat dat de waarheid was. Niet dat ik de kwestie ontkende, maar ik nam vastberaden stelling in voor de alheid en goedheid van God en de volmaaktheid van wat Hij had geschapen. Ik putte moed uit de volgende regel uit Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy: “Houd met kracht het grote, allesomvattende feit staande, dat God, Geest, alles is en dat er niemand is dan Hij. Er is geen ziekte” (blz. 421).
Ik voelde dat ik meer hulp nodig had, dus belde ik uit een dichtbijzijnde telefooncel een Christian Science practitioner. Ik legde haar in het kort mijn situatie uit en vertelde haar dat er in minder dan dertig minuten een röntgenfoto gemaakt zou worden.
Ze was blij me te helpen en ze las me de volgende zin voor uit Wetenschap en Gezondheid: “Gezwellen, verzweringen, tuberkels, ontsteking, pijn en misvormde gewrichten zijn schaduwen van de waakdroom, duistere beelden van de sterfelijke gedachte, die vlieden voor het licht van Waarheid”(blz. 418) . De practitioner vertelde me dat “duistere beelden van de sterfelijke gedachte” niet de waarheid zijn van Gods weerspiegeling. Ze verwachtte dat een röntgenfoto alleen maar kon bevestigen dat ik geen TB had, omdat feitelijk mijn ware identiteit Gods volmaakte kind is, dat niet onderhevig is aan zonde, ziekte en sterfelijkheid.
Ze vroeg me om vol vertrouwen de uitkomst aan God over te laten, en vervolgens las ze mij deze zin voor uit Wetenschap en Gezondheid: “Uw ware gedragslijn is de vijand te vernietigen en het veld aan God te laten, aan Leven, Waarheid en Liefde, in het besef dat alleen God en Zijn ideeën werkelijk en harmonisch zijn” (blz. 419). Ze noemde ook dit vers van Jesaja uit de Bijbel, dat erg helpend was: “Gij zult hem in volmaakte vrede bewaren, wiens gedachten op U blijven” (26:3; volgens de King James bijbelvertaling).
Ik vond een helpende analogie bij de genezing van lichamelijke moeilijkheden. Als er in een bioscoop een bepaald beeld wordt geprojecteerd op het scherm, is het beeld alles wat we zien, maar dit beeld is geen deel van het scherm. Als je de projector afzet blijft het scherm wit.
Het witte scherm, dacht ik, is onze zuivere, geestelijke identiteit. Het is niet aangetast door duistere beelden van zonde of ziekte. Geen vals beeld kan onze zuivere volmaakte identiteit veranderen of uitwissen. Zo’n beeld bestaat niet in God, het goddelijk Gemoed, of in Gods volmaakte weerspiegeling, de mens. Het is dus noodzakelijk, door de macht van Waarheid, ieder duister, ongoddelijk gedachtenbeeld te verdrijven, dat wil beweren een deel van ons bewustzijn te zijn en ons door God-gegeven welzijn wil verbergen.
Deze ideeën waren erg helpend bij mijn biddend werk voorafgaande aan de röntgenfoto die gemaakt zou worden. Verscheidene dagen daarna, toen het resultaat van de test kwam, stond diezelfde dokter voor een raadsel omdat ze geen schijntje van TB kon vinden. Met tegenzin gaf ze me een blanco gezondheidspas, waardoor ik zonder vertraging mijn verdere studie kon beginnen.
Later in mijn carrière was ik verplicht meer lichamelijke onderzoeken te ondergaan vanwege de vereisten van de regering en van verschillende werkgevers. En voor elke test, waaronder ook een TB test, slaagde ik met vlag en wimpel.
Zoals de Bijbel in het boek Genesis ons verzekert: “God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet het was zeer goed” (1:31). Dit is zoals God ieder van ons ziet en hoe Hij ons gemaakt heeft, zoals Christus Jezus bewees door zijn genezende werk.
Ik ben zo dankbaar voor deze genezing en voor vele andere die ik heb ervaren door de toepassing van Christian Science. Woorden kunnen niet volledig mijn diepe dankbaarheid uitdrukken voor Mary Baker Eddy, die zoveel opofferde in haar leven om deze geestelijke waarheid met de mensheid te delen.
Jae-Bok Young
New Boston, New Hampshire, VS.