Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Gebed—uitnodiging en opdracht

De Christian Science Heraut - 17 mei 2017

Oorspronkelijk gepubliceerd in de maart 2017 editie van The Christian Science Journal.


Ik groeide op in een familie met Christian Scientisten en leerde zodoende, dat gebed een krachtige manier is om te denken, een manier om merendeels mijn aandacht op geestelijke dingen te vestigen. Als kind leerde ik, dat God nog dichterbij is dan mijn bewustzijn, en het overpeinzen van Zijn goedheid en macht vertrouwen en vrede geeft. Hoe zekerder ik de liefde van God voor mij voelde, hoe natuurlijker het was om mentale weerstand te bieden tegen alles, dat niet gelijk aan Hem was—tegen alle sterfelijke gevoelens zoals angst, jaloezie, verdriet, of boosheid, en tegen ziekte, verwonding en verlies.

Toen ik opgroeide voelde gebed soms als het antwoord op een liefdevolle uitnodiging om God beter te leren kennen of mijn geestelijk begrijpen te vergroten. Toen ik een jaar of negen was, vond zo’n moment plaats. Ik vertoonde opeens ernstige griepverschijnselen. Mijn ouders zorgden ervoor, dat ik comfortabel in bed lag en begonnen voor mij te bidden.

Ik wist, dat ziekte een verkeerd beeld van God en Zijn schepping was, inclusief mijzelf. Zelfs al op zo’n jonge leeftijd, las ik deze diepgaande verklaring van Mary Baker Eddy: “Alles wat goed is of waarde heeft, is door God gemaakt. Alles wat waardeloos is of verderfelijk, is niet door Hem gemaakt en is dus onwerkelijk…. Zonde, ziekte en dood moeten geacht worden evenzeer van werkelijkheid te zijn verstoken, als van het goede, van God” (Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 525).Maar ik wist niet zeker hoe ik de overweldigende indruk, dat ik ziek was, kon corrigeren.

Toen ik stilletjes luisterde naar inspiratie, kwam het bij mij op om een gedicht van Eddy te gaan lezen met de titel “Communion Hymn.” In het derde couplet staat het volgende over Christus, Gods liefdevolle boodschap aan ons:

Zondaar, zij noodt u: “Kom tot de waat’ren,
Was u van zonden hier rein,
’t Is de immer reine Geest,
Die u opheft, en geneest
Al uw zonden , uw leed en uw pijn” (Poems, blz. 75)

Op dat moment voelde ik daar in mijn slaapkamer alsof ik een uitnodiging kreeg—een opdracht om na te denken over onderdompelen in Geest, God. Onmiddellijk zag ik mijn werkelijke zelfheid als puur, sterk en gezond—meer als een goddelijke idee dan een stoffelijk lichaam. Ik voelde als het ware dat de verkeerde, of zondige kijk op de werkelijkheid uit mijn gedachten werden weggevaagd. En op datzelfde moment was ik compleet genezen van de ziekte.

Tijdens de jaren die volgden, verdiepte zich mijn begrijpen van God en werd gebed vaak het accepteren van een goddelijke eis—een oproep voor geestelijke scherpzinnigheid die niet alleen Gods goede schepping waardeert, maar ook actief het tegendeel daarvan afwijst.

Jaren later tijdens een ochtend in de herfst was ik onderweg naar een sollicitatiegesprek. Ik snelde de trap af van een metrostation toen de hiel van mijn schoen in de zoom van mijn lange jas haakte. Ik viel meerdere treden naar beneden en verwondde ernstig een van mijn enkels. Het leek erop, dat ik mijn weg naar de ontmoeting niet kon voortzetten, dus moeizaam keerde ik terug naar huis.

Mijn enkel zwol verontrustend op. Ik voelde een sterke behoefte te gaan bidden—om mij ervan te verzekeren, dat deze situatie onwerkelijk was en kon worden afgewezen. De doordringende woorden van “de wetenschappelijke verklaring van het zijn” kwamen op in mijn gedachten (zie Wetenschap en Gezondheid, blz. 468). Deze verklaring ontkent onmiskenbaar elke aanwezigheid van de stof en verzekert, dat alles God, Geest is, en de mens geheel geestelijk als Zijn weerspiegeling.

Ik sprak deze zes korte zinnen vastberaden hardop uit, met een gezaghebbend vertrouwen in God. De zwelling van mijn enkel verminderde snel en enkele ogenblikken later was ik helemaal vrij van de verwonding. Ik vertrok weer naar het metrostation – en kwam zelfs op tijd bij mijn afspraak.

Veel van de genezingen, die ik in mijn leven heb ervaren, hebben mij opgeroepen tot meer diepgaand geestelijk redeneren en meer gemeenschap met God. Maar het is mij duidelijk geworden, dat wanneer mijn gedachte welgemeend de uitnodiging en de opdracht te gaan bidden omarmt, dat denken en bidden samensmelten. Mijn diepste gebeden hebben zich ontpopt als mijn beste gedachten – en vice versa. Genezing was het zekere resultaat.

Geestelijke redenering en oprecht uitreiken naar God zijn vanzelfsprekend voor ons als geestelijke denkers. Als wij de discipline om te bidden verwelkomen, verruimen de grenzen van de menselijke gedachte zich en treden wij nader tot de bijbelse oproep: “Bidt zonder ophouden” (1 Thessalonicenzen 5:17).

Mary Baker Eddy beschrijft onophoudelijk gebed als volgt: “Houd geduldig de wacht, verlaat nooit de post van geestelijke observatie en zelfbeschouwing. Streef naar zelfverzaking, rechtvaardigheid, zachtmoedigheid, genade, reinheid en liefde. Laat uw licht Licht weerspiegelen. Heb geen ambitie, gehechtheid, noch doel los van heiligheid. Vergeet geen moment, dat God Alles-in-alles is—dat er daarom in werkelijkheid maar één oorzaak en gevolg bestaat” (Miscellaneous Writings 1883-1896, blz. 154-155).

Wij kunnen allemaal de heilige uitnodiging en opdracht om op deze wijze te bidden accepteren—om elk moment, elke dag geestelijke denkers te zijn. 

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.