Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Bewijs van Gods zorg

De Christian Science Heraut - 13 januari 2017

Oorspronkelijk gepubliceerd in de juni 2015 editie van The Christian Science Journal.


Jaren geleden liet ik op een avond mijn hond uit in een groot park in de San Jacinto Mountains in Californië toen hij mij plotseling rondsleurde en er vandoor ging achter een coyote aan. Ik was niet in staat om hem in bedwang te houden. Ik werd op de grond geslingerd en verloor het bewustzijn. Toen ik weer bijkwam zag ik dat enkele kampeerders die in de buurt waren, mij te hulp waren geschoten. Zij waren heel bezorgd en boden aan de medische hulpdienst te bellen.

Ofschoon ik in een staat van schok en pijn was, kon ik me oprichten, de vrees van de kampeerders kalmeren en ze ervan verzekeren dat alles goed zou komen met mij. Nadat ze me wat water hadden gebracht om te drinken, gingen ze weg, en ik zat daar nog een poosje en stelde mentaal voor mijzelf vast dat ik nooit voor een ogenblik van God gescheiden kon zijn; dat alle dingen op dat exacte moment in Zijn hand waren en onder Zijn almachtig bestuur.

Mijn overheersende bezorgdheid gold op dat moment echter mijn hond. In dat gebied waren niet alleen coyotes, maar ook andere wilde dieren, zoals lynxen en poema’s. Ik sleepte mijzelf het pad op en neer terwijl ik mijn hond riep en floot, maar hij liet zich niet horen of zien. Het werd al donker en ik had nog steeds pijn. Ik moest naar huis want er zouden vrienden op bezoek komen en zij zouden zich afvragen wat er aan de hand was als ik niet thuis was. (Mijn man was de stad uit.)

Het lukte mij om thuis te komen en nadat ik mijn gasten had geinstalleerd, vroeg ik een vriend van de kerk met mij terug te gaan naar het park om naar de hond te zoeken. We kamden het hele gebied uit maar zonder resultaat. Ik liet een briefje achter op het hokje bij de ingang, dat nu gesloten was, met de vraag of de parkfunctionarissen me wilden bellen als mijn hond was gevonden.

Ik bad de hele nacht om mij Gods alomtegenwoordigheid te realiseren en te weten dat ik was gemaakt naar Zijn beeld en gelijkenis, “niet gevallen ... maar rechtschapen, rein en vrij” (Mary Baker Eddy, Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 171). Ik bad om te weten dat mijn geestelijke identiteit pijnloos en ongeschonden was; en ook dat niets en niemand van Gods geliefde schepping ooit Zijn hoede, Zijn alziend oog kan ontgaan (Zie Violet Hay, Gezangboek van Christian Science, nr. 66). Ik verklaarde dat niet één van Gods ideeën een ander idee schade kan toebrengen en dat zij altijd getuigen van de harmonie, intelligentie en het bestuur van de goddelijke Liefde.

De volgende ochtend kreeg ik het telefoontje waar ik op wachtte – mijn hond was gevonden. Ik hoorde dat die ochtend vroeg een parkvrijwilliger zich geleid had gevoeld een bepaald pad, een van de vele, te kiezen om haar hond uit te laten en toen had ze mijn hond gevonden. Hij lag bewegingloos met zijn riem verward in het kreupelhout. Aanvankelijk dacht ze dat hij dood was, maar ze had de liefde en tegenwoordigheid van geest om nader onderzoek te doen en toen toonde zijn kwispelende staart haar dat hij leefde en heel dankbaar was gered te worden.

Mijn man kwam de volgende ochtend weer thuis en op dat moment was ik bijna niet in staat me te bewegen. Enkele familieleden werden bezorgd en stonden erop dat ik röntgenfoto’s zou laten maken. Om hun vrees te kalmeren stemde ik toe en mij werd verteld dat ik een paar gebroken ribben had. Ik bedankte de medische deskundige maar wees de medicatie af die mij werd aangeraden, omdat ik op Christian Science wilde vertrouwen voor genezing.

Met de steun van mijn echtgenoot bad ik geduldig om mijn volmaaktheid en onverbroken relatie met God als Zijn geliefde kind te bevestigen. Ik verklaarde dat het zijn pijnloos is en dat alle werking en beweging, de activiteit weerspiegelt van het ene volmaakte Gemoed.

Ik probeerde vast te houden aan de waarheid die Mary Baker Eddy ons geeft in Wetenschap en Gezondheid: “Ongelukken bestaan niet voor God, of het onsterfelijk Gemoed, en wij moeten de sterfelijke grondslag van ons geloof loslaten en ons met het ene Gemoed verenigen, willen wij het denkbeeld van toeval door het juiste begrip van Gods onfeilbare leiding vervangen en zodoende harmonie aan het licht brengen.

“Onder de goddelijke Voorzienigheid kunnen er geen ongelukken gebeuren, want er is geen plaats voor onvolmaaktheid in volmaaktheid” (blz. 424).

Mijn man verzorgde mij geduldig en liefdevol terwijl wij bleven bidden. Ik was dankbaar dat ik die zondag op mijn post kon zijn als Eerste Voorlezer in onze Christian Science kerk.

Een paar dagen later, bijna plotseling, bedaarde de pijn. Ik kon me vrijer bewegen, en in een fractie van de tijd die was voorspeld naar aanleiding van de röntgenfoto’s, was ik weer volkomen normaal—en ik had geen van de nadelige gevolgen ondervonden die waren genoemd

Ik ben intens dankbaar voor dit bewijs van Gods zorg en voor de doeltreffendheid van gebed, niet alleen voor mijzelf maar ook voor mijn geliefde hond, die in zo’n schijnbaar kwetsbare situatie had verkeerd in het park en toch de hele nacht veilig was geweest – en die gevonden werd toen hij niet in staat was zichzelf te bevrijden. Ik heb sinds ik in Christian Science ben gekomen vele prachtige genezingen gehad: momenten van bescherming, voorziening in tijden van nood en talloze andere zegeningen. Mijn dankbaarheid voor onze Wegwijzer, Christus Jezus, en voor onze geliefde leidster, Mary Baker Eddy, die onvermoeibaar voor ons heeft gewerkt, is grenzeloos.

Gustel Gigi Suiffet
Grand Junction, Colorado, VS.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.