Op een dag werd ik wakker met een zere nek en ik kon mijn hoofd niet rechtop houden door de pijn. Toen ik het mijn moeder vertelde zei ze dat ik thuis kon blijven bij haar om rust te houden. Maar ze zei ook dat ik helemaal in Gods Liefde was gewikkeld en dat niets me echt pijn kon doen. Later op de dag was het wat beter met mijn nek, maar ik vond het jammer dat ik school had gemist en de training met mijn aerobics-team.
Mijn moeder vroeg of ik hulp wilde van mijn zondagsschoollerares om voor me te bidden. Ik zei,”Ja, graag!” Toen mijn moeder haar belde, vroeg de lerares wat ik allereerst moest doen om me niet meer verdrietig te voelen. “Ik moet luisteren naar goede gedachten die van God komen “, zei ik. Hierna vertelde ze me een verhaal over een beroemd standbeeld.
Lang geleden had een groep monniken een gouden beeld van Boeddha, maar er werd een inval gedaan in hun land. Om het standbeeld te beschermen bedekten ze het met een dikke laag klei zodat het er uitzag als waardeloze steen. Zo bleef het honderden jaren staan en iedereen vergat wat eronder zat. Pas toen de klei begon af te brokkelen ontdekten de mensen uiteindelijk het originele standbeeld en zagen ze waar het werkelijk van gemaakt was.
Mijn lerares en ik praatten erover hoe dit verhaal met mij in verband kon worden gebracht. Zoals de klei het echte standbeeld leek te zijn maar het niet was, was het geloof dat ik pijn had ook niet werkelijk. Wat ik aan de buitenkant zag was niet de waarheid over mijn identiteit. Wèl waar was dat ik altijd beschermd ben door God.
Deze gedachten hielpen me geweldig. Aan het einde van de dag kon ik mijn nek recht houden. De volgende dag was ik in staat naar school te gaan, en de dag daarna trainde ik weer met mijn aerobics-team. Ik ben echt heel erg dankbaar voor deze genezing en voor de hulp van mijn zondagsschoollerares.