Hier volgt het verhaal over hoe The Christian Science Monitor mijn carrière veranderde.
Ik had nooit het plan gehad naar de universiteit te gaan. Mijn schoolervaring was een bittere teleurstelling geweest. ik kon de kritiek van de leraren niet verdragen. Ik werd erdoor ontmoedigd en voelde me ongeschikt voor een academische opleiding.
Toen ik 18 was werkte ik als bordenwasser in een restaurant. Mijn bazin had me gepromoveerd tot kelner, maar na twee weken werd ik teruggestuurd naar de afwasruimte. Ik was te verlegen om haar te vragen wat de reden hiervoor was. Alle schoolfrustraties kwamen weer omhoog met de angst dat ik ongeschikt was. Ik leed in stilte. Maar ik bad. Ik vroeg God om leiding. En, zoals veel dingen die van God komen, de boodschap was verrassend.
Ik kreeg de ingeving dat ik iedere dag wat tijd moest vrijmaken om te bidden voor The Christian Science Monitor. Dus ik begon te bidden. Ik bevestigde dat de Monitor een speciale missie had die niet gestopt kon worden. Ik wist dat de wereld deze krant nodig had en dat er geen grens was aan de genezingen die hij kon brengen. En ik realiseerde me dat het idee van de Monitor compleet was omdat het door God geïnspireerd was, dus het voorzag in de noden van hen die uitreikten naar hulp. Ik hield vast aan Mary Baker Eddy’s opdracht voor de krant: “…niemand te kwetsen, maar de gehele mensheid tot zegen te zijn” (The First Church of Christ, Scientist, and Miscellany, blz. 353).
Toen liep ik vast. Ik had nieuwe inspiratie nodig. Ik was onzeker hoe ik moest bidden voor een internationale krant. Het leek alsof ik nog steeds twijfelde aan mijn geschiktheid. Ik besloot rustig te luisteren. De volgende dag had ik een ongewone ontmoeting met een vrachtauto van de Boston Globe – een dagelijks nieuwsblad. Op ieder voertuig van die krant stond de vraag: “Heb je vandaag de Globe gezien?” Ik stelde die vraag aan de chauffeur toen we voor het rode licht stonden. Het was bedoeld als een grapje, maar zijn antwoord deed me bijna van mijn fiets vallen. Hij zei: “Nee,ik lees The Christian Science Monitor.” Ik zag dit als een teken van God, zeggend: “Waarom lees jij die krant ook niet? Ieder woord.”
Dus iedere avond, met hele schone handen door het boenen van de pannen, en soms doodmoe, pakte ik trouw mijn Monitor en bad voor elke situatie in de wereld die om mijn aandacht vroeg. Ik had het gevoel dat ik een belangrijke rol had in het welzijn van de planeet. Het versterkte mijn moed in grote mate. Omdat veel stafmedewerkers van de Monitor geestelijke zoekers en denkers zijn, concludeerde ik dat zij openstaan voor de genezende ideeën in de verslagen die zij geven. Deze lijn van redeneren resulteerde in veel inspiratie waardoor mijn zelfvertrouwen groeide. Ik merkte ook dat ik scherpzinnig werd. Ik ging gesprekken aan over wereldgebeurtenissen met mensen van wie ik dacht dat zij veel knapper waren dan ik. Het was amusant om hun verbazing te zien als ik met een idee kwam waaraan zij niet hadden gedacht.
In het begin sloeg ik alle advertenties over, maar mijn geweten liet me niet met rust en herinnerde mij eraan trouw te zijn aan Gods boodschap ieder woord te lezen. De eerste keer dat ik de advertenties las was ik verrast een baan te zien die perfect voor mij was. Maar toen kwam twijfel weer binnensluipen. De logica hield me voor dat er geen enkele kans bestond dat dit bedrijf een bordenwasser in dienst zou nemen die het nog niet eens tot kelner kon brengen. Dus gaf ik dit idee op. Maar het idee gaf mij niet op.
Drie weken later stond die advertentie nog steeds in de krant. Nadat ik op een avond een Christian Science lezing had bijgewoond kwam ik vol goede moed thuis, ging zitten en schreef de adverteerder een brief van 13 pagina’s waarin ik hem over mijzelf vertelde en zei dat, ofschoon ik niet veel ervaring had, hij “de jeugd aan zijn kant zou hebben” als hij mij aannam. Ik had het gevoel dat ieder woord in de brief geïnspireerd was door de goddelijke Liefde. Ik deed de brief in een envelop, liep middenin de nacht naar de brievenbus en postte hem. Ik twijfelde er echter aan of ik de baan zou krijgen. In feite zette ik het hele idee opzij met de geamuseerde gedachte dat de brief wellicht een oefening in futiliteit was.
Dus was ik enorm verrast toen de eigenaar van het bedrijf me drie dagen later opbelde en me uitnodigde voor een interview. “U hebt precies de kwaliteiten waarnaar ik zoek”, zei hij. Ik voelde dat de goddelijke Liefde sprak tot het hart van deze man, en mij verzekerde dat ik niet bang hoefde te zijn duizenden kilometers te reizen voor het interview. Kort na mijn aankomst in Californië kreeg ik de baan. De eigenaar was er niet in geïnteresseerd of ik een goede kelner was, hij vond dat ik de kwaliteiten had van een topverkoper. En hij had gelijk.
Mijn ontwikkeling was het gevolg van mijn bereidheid de goddelijke missie van de Monitor te steunen. Enige tijd later werd ik ertoe geleid me aan te melden bij Principia College. En toen, na de uitreiking van het diploma, werd ik aangenomen bij de Monitor en werkte daar voor een aantal jaren op de afdeling Nationaal Nieuws. Niets kan het goede begrenzen dat het gevolg is van een enkele beslissing om te bidden! En in mijn geval had dit gebed direct betrekking op de Monitor.