Enkele jaren geleden tijdens een verhuizing, kwam ik mijn handgemaakte dagboek uit de zesde klas tegen. Ik begon enkele stukjes te lezen en moest grinniken bij het gedeelte waar ik overdonderd was met gevoelens voor een jongen, die zich nauwelijks bewust was van mijn bestaan.
Ik grinnikte, totdat ik mij realiseerde, dat ik precies dezelfde dingen een week eerder zou kunnen hebben geschreven over een man, voor wie ik een obsessie ondervond.
En ik voelde verdriet opkomen toen ik mij bewust werd, dat ik mij nog steeds niet van enkele van mijn vroegere onzekerheden en gewoontes had ontdaan, waarvan ik had gehoopt dat ik er inmiddels overheen was gegroeid.
Ik had het gevoel dat de verandering, die ik bij mijzelf wenste te zien het beste kon worden bereikt door een soort gedragsverandering. Ik vroeg mij onder andere af, of ik meer zelfvertrouwen moest hebben bij mijn persoonlijke interacties. Voor mijn gevoel had ik deze vaardigheid om de een of andere reden nooit geleerd.
Ik zocht online naar programma’s voor assertiviteitstraining en kon niet veel vinden, dat mij aanstond of dat ik mij kon veroorloven. Een vriendin, die voor mij een rolmodel was met de perfecte balans tussen elegantie en kracht, raadde mij enkele boeken aan, die mij iets verder hielpen. Zij leidden mijn gedachten in productieve denkrichtingen, maar ik was nog steeds op zoek naar een antwoord.
Uiteindelijk kwam ik er achter, dat ik boven alles behoefte had aan het gevoel van volledigheid, dat door een geestelijk besef van ware vrouwelijkheid komt. Ik kende maar één plaats waar ik dit zou kunnen vinden.
Ik ben met Christian Science opgegroeid en heb de effectiviteit ervan ondervonden omdat het voorzag in al mijn behoeften. Zodoende wendde ik me tot de basisboeken van deze leer, de Bijbel en het Christian Science leerboek Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy, en tot haar andere geschriften. Dit zijn de beste ‘zelfhulp’-boeken die er zijn, omdat ze ons voor antwoorden leiden naar de ene God, of Geest, onze schepper, de bron van onze identiteit en ons geluk.
Gedurende de daaropvolgende maanden zocht ik in deze boeken naar aanhalingen over de thema’s vrouw en vrouwelijkheid en ik dacht na over de betekenis en toepassing ervan in mijn leven. Toen ik een verhandeling van Eddy las met de titel “The New Birth” [De Nieuwe Geboorte] in Miscellaneous Writings 1883-1896 (zie blz. 15), werd mijn aandacht gevestigd op een bepaalde alinea. Hierin wordt uitgelegd dat te volgen wat Christus Jezus zei, betekent gehoorzaam te zijn aan het eerste en grote gebod God lief te hebben, en aan het tweede gebod onze naaste lief te hebben als onszelf; Geest te erkennen, en niet de stof, als Moeder-Vader van allen en van onze geërfde volledigheid als kind van God. Zij schrijft: “Deze geboden van oneindige wijsheid, vertaald in de nieuwe tong, hun geestelijke betekenis, houden in: U zult alleen Geest liefhebben, niet het tegenovergestelde, in elke eigenschap van God, zelfs in substantie; u zult uzelf alleen als het geestelijk kind van God erkennen, en de ware man en ware vrouw, de algeheel harmonische ‘man en vrouw’ van geestelijke oorsprong, als de reflectie van God – dus als kinderen van één gemeenschappelijke Ouder, – waarin en waardoor Vader, Moeder en kind het goddelijk Beginsel en de goddelijke idee zijn, zelfs de goddelijke ‘Ons’ – één in het goede en het goede in Eén” (blz. 18).
Dit concept van “de goddelijke ‘Ons’” was baanbrekend voor mij. Het leidde mijn gedachte in een heel nieuwe richting.
Terwijl ik altijd al had begrepen, dat God ons geestelijk had geschapen, zoals het staat in de geestelijke verklaring van de schepping in Genesis 1, en dat de vrouw niet stoffelijk van de man was geschapen, wat haar de ‘mindere helft’ maakte, zoals het verhaal in Genesis 2 verkeerd suggereert, begon ik iets meer in te zien: dat ik als de weerspiegeling van God de mannelijke en vrouwelijke eigenschappen volledig omvat. Met andere woorden, ik was een volledig idee van God en miste geen essentiële eigenschap voor geluk en vooruitgang. Als een geestelijk idee van onze Vader-Moeder God, manifesteerde ik de kracht en assertiviteit van mijn Vader, evenals de zachtmoedigheid en het onderscheidingsvermogen van mijn goddelijke Moeder. Ik omvatte niet alleen maar de eigenschappen die doorgaans met het vrouwelijk geslacht worden geassocieerd, of de helft van het menselijk ras, maar alle eigenschappen die de ware vrouwelijkheid en mannelijkheid uitmaken, onze geestelijke identiteit als de samengestelde idee van God. Eenieder van ons weerspiegelt zowel het vaderschap als ook het moederschap van God op een unieke wijze, omdat de ideeën van Liefde verschillend en individueel zijn.
Ik zag ook in dat wij allemaal omvat zijn in de liefde van onze oneindige schepper en deze liefde uitdrukken. In Matthéüs 5:48 worden wij aangespoord om “volmaakt” te zijn – onze ware volmaaktheid als kinderen van God te erkennen – zoals God zelf volmaakt is. Eén van de betekenissen van “volmaakt” is “volledig”. Zoals de Algemene Engelse Bijbel het zegt: “Precies zoals uw hemelse Vader volledig is in het demonstreren van liefde voor iedereen, zo moet u ook volledig zijn.”
Ofschoon er geen aanwijzingen zijn, dat Christus Jezus ooit een levenspartner had, was hij het beste voorbeeld van volledigheid, omdat hij in zichzelf de volmaakte Zoon van God zag en in anderen de volmaakte zoon (of dochter) van God, hetgeen hem in staat stelde te genezen. Er zijn veel voorbeelden gedurende zijn missie, waarbij hij anderen de compassie en zachtaardige zorg toont, in het algemeen geassocieerd met vrouwen, en ook de kracht en assertiviteit, die met mannen wordt geassocieerd. Bijvoorbeeld, in Lukas 13, geneest Jezus liefdevol een vrouw die 18 jaar lang worstelde met een slopende ziekte. Als dan het hoofd van de synagoge Jezus uitdaagt vanwege deze genezing op de sabbat, zou je kunnen zeggen dat Jezus assertief was in zijn antwoord en het hoofd van de synagoge vastberaden en met gezag toespreekt, verzekerd van zijn goddelijk recht om Gods doel te verrichten door deze “dochter van Abraham” te genezen.
Eddy definieert de mens, de generieke term voor mannen en vrouwen, als de “samengestelde, complexe idee of gelijkenis van de oneindige ene, of de ene oneindige, wiens beeld de weerspiegeling is van alles dat werkelijk en eeuwig is in de oneindige identiteit” (The First Church of Christ, Scientist, and Miscellany, blz. 239). De mens identificeren als geestelijk, de ene “oneindige identiteit” weerspiegelend, bevrijdt ons van de gebruikelijke clichés, verwachtingen en beperkingen, die worden geassocieerd met een bepaald geslacht. Dit heeft een praktisch, genezend effect in ons leven, zoals Christus Jezus demonstreerde.
Als antwoord op de vraag of mensen moeten wachten tot “het ultieme van het millennium” om dit geestelijk begrijpen over onze identiteit als samengesteld uit mannelijke en vrouwelijke eigenschappen te bereiken, legt Mary Baker Eddy uit, dat het millennium “een staat en stadium is van geestelijke vooruitgang”, die heeft plaatsgevonden sinds het begin van de tijd. “De stuwkracht ervan,” schrijft zij, “versneld door de komst van Christian Science, is gemarkeerd en zal toenemen tot alle mensen Hem (de goddelijke Liefde) zullen kennen …” (Miscellany, blz. 239-240).
Toen ik over deze geestelijke ideeën nadacht in relatie tot mijn gevoel van eigenwaarde, werd ik mij ervan bewust, dat hetgeen ik uit mijn bewustzijn moest verwijderen niet een menselijke zwakte was (wat ik als passiviteit had geïdentificeerd), maar de verkeerde aanname dat iemands identiteit zwak kan zijn en dat wij van nature onvolledige wezens zijn, die iemand of iets nodig hebben om ons volledig te maken. Dit lijkt een algemene opvatting te zijn, die op grote schaal mannen en vrouwen beïnvloedt. En ik realiseerde mij, door de aanname te weerleggen dat mijn identiteit een eigenschap van God mist, ik anderen van deze last zou helpen bevrijden. Naarmate mijn begrip over onze eenheid met God in “het goddelijke ‘Ons’” zich verdiepte, zag ik meer en meer in, dat wij nooit ook maar voor een moment belemmerd, beperkt of tegengehouden kunnen worden in het voelen en uitdrukken van de volledigheid van onze geestelijke identiteit en deze in anderen te herkennen. En wij kunnen ook niet gedwongen worden om te geloven dat het ons aan eigenschappen ontbreekt die wij in anderen met wie wij in contact komen, waarnemen en waarderen. In feite worden wij aangetrokken door deze eigenschappen, omdat ze van nature bij ons horen, niet omdat wij ze moeten zien te krijgen door omgang met anderen. “De goddelijke ‘Ons’” omvat elke eigenschap in het moederschap en vaderschap van God.
Het bevestigen van deze geestelijke waarheden in mijn dagelijkse gebeden, is van onschatbare waarde geweest bij het ondersteunen van mijn inspanningen om de essentie van ware vrouwelijkheid waar te nemen, die ik nu geheel onafscheidelijk van ware mannelijkheid zie. Ik moet nog steeds veel leren over mijn ware, God-gegeven identiteit, maar ik ben zo dankbaar voor de vooruitgang die ik heb geboekt. Ik ben nu veel beter uitgerust, door goddelijk geïnspireerd gebed in Christian Science, om een bevredigende en opbouwende verstandhouding te hebben met zowel mannen als vrouwen. Elke dag krijg ik, zoals wij allemaal, meermaals de gelegenheid om de volledige weerspiegeling van de identiteit van God te zien – de vereniging van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen – in de mensen, die ik ontmoet.
In ons dagboek van geestelijke vooruitgang kunnen wij altijd de volgende pagina beginnen met het begrijpen van onze eeuwigdurende heelheid en eenheid met God, en een prachtig nieuw hoofdstuk zal zich ontvouwen.