Ik hoorde voor het eerst over God in de Christian Science zondagschool: dat Hij alle ruimte vult, ieder plekje van hier tot daar en overal. Er is geen plaats waar God niet is. Wow! Dat betekent, dat als je ’s nachts naar de sterren kijkt, God net zo ver weg is als de verste ster – en nog veel verder! En God is ook net zo dichtbij als een knuffel van jouw mammie of pappie.
In de zondagsschool leerde ik nog wat anders. Ik leerde dat God helemaal goed is. Al het goede dat alle ruimt vult, betekent dat er geen plaats is voor iets slechts, zoals ziekte of haat. Dit is een hele krachtige gedachte die je kan helpen en genezen. Ik weet dat, omdat het mij heeft geholpen en genezen.
Op een nacht werd ik wakker met pijn in mijn buik. Ik was heel bang. Dus begon ik te bidden op de manier die ik in zondagschool had geleerd. Ik vroeg God om een goede gedachte om me te helpen. Gods gedachten helpen ons eraan te herinneren dat God echt overal is. En ze vertellen ons dat zelfs terwijl God zo groot is, Hij toch weet wat wij nodig hebben en zorgt voor ieder van ons: Zijn kinderen, alle dieren, vogels en andere schepsels.
Toen ik aan het bidden was, kreeg ik deze gedachte: Vertel God niet hoe groot je probleem is, maar vertel je probleem hoe groot God is! Toen wist ik zeker dat er geen plaats voor buikpijn is, omdat God, het goede, precies hier is. En waar de goedheid van God is, daar is geen plaats voor pijn of een zere buik. Hier is wat Mary Baker Eddy, die Christian Science heeft ontdekt, schrijft in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “... er kan voor het kwaad geen plaats zijn, waar alle ruimte gevuld is met God” (blz. 469).
Nadat ik die goede gedachte kreeg, was ik niet bang meer. De buikpijn verdween en ik ging weer slapen.
Ik was God erg dankbaar dat Hij overal is, ieder ogenblik, voor iedereen. En dat is meer dan groot. Dat is oneindig!