Gedurende de eerste jaren van ons huwelijk worstelden mijn man en ik met financiële problemen. Het maakte niet uit hoe hard wij werkten of hoeveel banen wij erop nahielden, er was gewoon nooit genoeg geld om onze uitgaven te dekken. Wij schrapten meer en meer uitgaven om zuiniger te leven, maar niets hielp.
Op een gegeven moment voelde mijn man zich moe en ontmoedigd, omdat ik telkens zei dat we niet genoeg geld hadden. Hij vroeg me toen hoeveel geld ik voor genoeg hield om op een stabiele basis in onze behoeften te kunnen voorzien. Ik wist het echt niet en kon hem niet antwoorden. Maar ik bleef over de vraag nadenken en zocht naar een antwoord. “Hoeveel is genoeg?” vroeg ik mijzelf af.
Op een dag kort daarna, toen ik hierover bad, hoorde ik “Genoeg!” Ik was even van mijn stuk gebracht, omdat het volkomen onverwachts kwam en zo duidelijk klonk alsof iemand tegen me sprak. En ik hoorde het op twee manieren. De eerste klonk bijna als een berisping – zoals wanneer een ouder een zeurend kind een standje geeft: “OK, nu genoeg!” Maar ik hoorde het ook als een vriendelijk, troostend bericht van God: “Je hebt meer dan genoeg.”
Ik werd onmiddellijk herinnerd aan een verklaring uit Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy, waar zij schrijft, “De diepte, breedte, hoogte, macht, majesteit en heerlijkheid van de oneindige Liefde vullen alle ruimte. Dat is genoeg!” (blz. 520). Ik had mijn antwoord! Op dat moment ving ik een glimp op van het feit dat de goddelijke Liefde alomtegenwoordig en volledig voor ons beschikbaar is – ook, dat God, die oneindige Liefde zelf is, alles is wat wij ooit werkelijk nodig hebben, en in feite al bezitten, als onze eeuwige Vader-Moeder.
Ik deelde deze inspiratie met mijn man. Wij waren zo dankbaar voor het besef, dat er geen hiaten, gaten of tekorten in de alheid van God konden zijn. Wij zagen voor het eerst duidelijk in, dat de liefde van onze Vader-Moeder God ons inkomen is. In Wetenschap en Gezondheid staat de troostende verklaring: “De goddelijke liefde heeft altijd voorzien en zal altijd voorzien in alles wat de mens van node heeft” (blz. 494). Wij kenden deze verklaring alle twee zeer goed, maar moesten ons afvragen of wij daarop ook echt hadden vertrouwd en ons vertrouwen volledig in God hadden gesteld. Dit was een grote stap voorwaarts. Wij besloten te stoppen met proberen te achterhalen hoe wij onszelf konden helpen, en we wendden ons met heel ons hart tot God, de goddelijke Liefde, die nu al voorzag in elk van onze behoeften. Ons echte werk bestond uit het accepteren van het goede, dat nu al uit Liefde voortkwam.
Toen wij dit deden en de wet van God in onze levens erkenden, verdween ogenblikkelijk de angst om niet genoeg te hebben. Kort daarna verdwenen ook de geldzorgen toen zich nieuwe en schitterende mogelijkheden voor ons openden, die tevens voor extra inkomsten zorgden. Ik begon bijvoorbeeld met lesgeven in aquarelleren bij een plaatselijk natuurcentrum en mijn man begon met parttime werk op een boerderij – activiteiten die wij leuk vonden en die wij ook zouden hebben gedaan als wij er niet voor betaald kregen.
Een van mijn favoriete bijbelteksten is uit II Korinthe, waar staat: “En God is machtig alle genade overvloedig te doen zijn in u; opdat gij in alles te allen tijde, van alles voldoende hebbende, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn” (9:8). Vanaf dat moment sleepten we ons niet meer voort om van dag tot dag de eindjes aan elkaar te knopen en het nauwelijks te redden – wij hadden zelfs overvloed.
Onlangs kwam het moment, dat mijn man begon na te denken over pensionering. Wij luisterden zorgvuldig naar de aanwijzingen van God toen wij deze verandering in overweging namen. Mijn man had gehoopt nog drie jaar door te werken om zo zijn pensioen op te hogen, maar hij voelde zich heel sterk geleid om deze stap nu al te nemen. Van onze eerdere ervaringen hadden wij geleerd om onze levensbeslissingen niet van geld te laten afhangen. Toen wij deze keer onze beweegreden op een geestelijke en solide basis hadden gevonden, besloten wij dat hij met pensioen zou gaan. Wij weerlegden alle zorgen dat ons inkomen zou worden verlaagd, niet meer zou groeien of onvoldoende zou blijken om in onze behoeften te voorzien. Wij erkenden ook dat “vooruitgang is de wet van God,” zoals ons wordt verteld in Wetenschap en Gezondheid (blz. 233), en vertrouwden erop dat wij zouden blijven vooruitgaan en groeien in plaats van achteruitgaan en tekortschieten. Pensionering betekende geen achteruitgang.
We maakten de beslissing dat mijn man met pensioen zou gaan op een woensdag, en kort daarna stemde ik af op de online woensdag-getuigenisbijeenkomst van De Moederkerk. Ik was dolblij dat de bijeenkomst begon met Gezang 391 uit het Gezangboek van Christian Science, waarin de vraag staat: Waarom onderzoek je de toekomst? [Why search the future ... (Charles H. Barlow)]. Tijdens deze bijeenkomst zonden alle gelezen teksten een duidelijke boodschap uit, dat het nu de tijd is om de wonderbaarlijke goedheid en voorziening van God te ervaren. Mijn man had net tegen zijn baas gezegd dat hij had besloten met pensioen te gaan, dus het was geruststellend om deze boodschap te horen.
De volgende ochtend maakte mijn man zich klaar om naar het kantoor van de personeelsafdeling van zijn bedrijf te gaan voor het indienen van de papieren voor zijn pensioen. Op het moment dat hij zou vertrekken, voelde hij zich geroepen nog een keer de e-mails op zijn telefoon te checken, ondanks dat hij dit enkele minuten eerder ook al had gedaan. Op dat moment zag hij een e-mail van zijn bedrijf over een afkoopregeling voor allen die zich daarvoor kwalificeerden – en dat deed hij! Het is onnodig te zeggen, dat hij zijn pensioenpapieren pas indiende, nadat hij zich had aangemeld voor deze afkoopregeling. Het aangeboden bedrag was meer dan de ophoging van zijn pensioen zou zijn geweest als hij drie jaren langer had doorgewerkt, waartoe hij zich eerst genoodzaakt had gevoeld.
De liefdevolle leiding en zorg van God, tot in het kleinste detail waren zo duidelijk aanwezig, dat wij wisten dat deze pensionering de juiste stap was. Wij waren diep dankbaar voor deze ontvouwing, die wij nooit hadden kunnen voorzien. En nog veel meer zijn wij onze Vader-Moeder God dankbaar voor de duidelijke leiding en de tedere verzorging die hij ons geeft. Te weten, dat wij altijd op Hem kunnen rekenen en verdergaan is de allergrootste zegening!
Karen Neff,
Mystic, Connecticut, VS