Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Enige verrassende feiten over zonde

De Christian Science Heraut - 29 oktober 2018

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 9 juli 2018 editie van de Christian Science Sentinel.


“Zonde is alsof je een rotsblok oppakt” legde een vriend van mij uit toen we op een dag een wandeling maakten. Het rotsblok is in wezen geen deel van je, maar als je het oppakt wordt het onhanteerbaar, zelfs pijnlijk, en je draagt het met je mee totdat je beseft dat je het kunt neerleggen.”

Dus hoe zit dat met zonde? Predikanten stellen het aan de kaak, adverteerders spreiden het ten toon en mensen kunnen het er behoorlijk moeilijk mee hebben, ofwel met het theologische concept van erfzonde, dan wel met opvattingen en gedrag zoals trots, diefstal, wellust, apathie of verwaarlozing. Het resultaat van zonde is dat we geïsoleerd raken, of onszelf afwenden van de bron van alles dat goed, zuiver en heilig is; met andere woorden, we zijn gescheiden van God.

De rotsblokvergelijking van mijn vriend is een levendige illustratie van een van de grondstellingen van Christian Science, die staan in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy: “Wij erkennen, dat Gods vergiffenis van zonde bestaat in de vernietiging van zonde en in het geestelijk begrijpen, dat het kwaad als onwerkelijk uitwerpt. Maar het geloof aan zonde wordt gestraft, zolang het geloof voortduurt” (blz. 497).

Achter het idee van vergiffenis en vernietiging en de straf van zonde, schuilt een ander essentieel punt van de leer van Christian Science: De mens is geestelijk, gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God – het bewijs van Gods bestaan. Ons werkelijk bestaan is nooit gescheiden van de bron van ons zijn. Als onze gedachten en handelingen afdwalen dan is er een weg terug – een weg om te herwinnen wat God altijd over ons, Zijn kinderen, weet. Deze geestelijke eenheid van God en de mens – volmaakt, onverdeeld en constant – heeft een voortdurende, geestelijk verheffende invloed op het menselijk gemoed die iedere verkeerde impuls verwijdert. Menselijke weerstand tegen deze goddelijke invloed kan tot een ernstige worsteling leiden, maar als we volhouden zullen we winnen.

Dit wordt uitgelegd in het boek van Mary Baker Eddy, Miscellaneous Writings 1883-1896: “Onwetendheid over onszelf, eigen wil, zelfrechtvaardiging, lust, hebzucht, afgunst, wraak zijn vijanden van genade, vrede en vooruitgang; zij moeten manhaftig worden bestreden en overwonnen, anders zullen zij alle geluk vernietigen. Hebt goede moed, de strijd met het eigen ik is groots; hij geeft u werk in overvloed en het goddelijk Beginsel werkt met u mee – en door gehoorzaamheid wordt volharding bekroond met een eeuwigdurende overwinning” (blz. 118).

Dus één verrassend ding van zonde is dat het niet bij ons hoort. Wat hoort dan wel bij ons? Het is onze door God gegeven autoriteit en heerschappij over zonde. In Wetenschap en Gezondheid staat: “U boven zonde verheven te achten, omdat God u daarboven verheven heeft gemaakt en Hij de mens bestuurt, is ware wijsheid. Bevreesd zijn voor zonde betekent, dat u de macht van Liefde en de goddelijke Wetenschap van het zijn in ’s mensen verwantschap met God niet begrijpt, dat u aan Zijn bestuur twijfelt en geen vertrouwen stelt in Zijn almachtige zorg” (blz. 231).

Verantwoording afleggen voor zondige handelingen door te erkennen wat er verkeerd en verderfelijk aan is, heeft een zuiverend effect. Wij kunnnen ons op elk moment afwenden van zonde met de inzet het goed te maken met iemand die we schade hebben aangedaan, ons te hervormen en onze geestelijke natuur als kind van God te accepteren. Dan vinden we dat Gods genezende liefde altijd dichtbij is en altijd werkzaam is, en ons verheft. Psalm 139 geeft deze troostende verzekering: “Waar zou ik heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht? Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt daar. Nam ik vleugelen van de dageraad, woonde ik aan het uiterste der zee; Ook dáár zou Uw hand mij geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden” (vers 7-10).

Een andere verrassing voor velen is, zoals het in Wetenschap en Gezondheid staat: “De zonde is haar eigen straf” (blz. 537). Het komt voor dat we zonde proberen te rechtvaardigen, als we bijvoorbeeld alleen maar een cynisch plezier beleven aan het maken van negatieve grappen over anderen. Maar als wij het gebod verbreken: “Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste” (Exodus 20:16) heeft dat zijn eigen straf omdat het ons scheidt van Gods ware zienswijze van de mens als Zijn eigen beeld en gelijkenis. Hoe meer wij ons vasthouden aan zonde, en zonde identificeren als een werkelijkheid voor wie dan ook, des te pijnlijker het is, totdat het meer is dan we kunnen verdragen. Dit dient om ons de ogen te openen en tot inkeer te komen, de gedachten tot God te richten, en onze autoriteit op te eisen om tegen zonde op te staan en als een leugen te zien.

Een derde verrassing: De vergeving van zonde geschiedt door de vernietiging van de zonde. Als we ophouden met zondigen, kunnen we vergeven worden. Omdat ieders eenheid met God altijd onbeschadigd is, is zonde – die iemands isolement van God suggereert – een leugen over de zuivere, ongeschonden, geestelijke natuur van zowel degene die de zonde heeft begaan als van degene tegen wie gezondigd is. Dus de vernietiging van de zonde berust op het niet accepteren of bewerkstelligen van de leugen dat zonde werkelijk, machtig, onvermijdelijk of normaal is. Jezus liet ons zien hoe dit te bewijzen. Hij maakte geen aanspraak voor zichzelf of voor anderen op een leven gescheiden van God. Hij leerde dat wij net zo volmaakt zijn als onze Vader die in de hemel is. Jezus kon mensen opheffen uit zonde en lijden als gevolg van zonde, omdat hij God, Liefde, erkende als de enige macht.

De ultime en meest bevrijdende verrassing van zonde is dat het geen macht heeft onze wetenschapplijke, onaantastbare relatie tot God te wijzigen, te fragmenteren of te verstoren. Niets kan er toegevoegd worden aan of weggenomen worden van iemands volmaakte en geestelijke identiteit als een kind van God. En als er argumenten ontstaan die proberen om de greep van in het verleden gemaakte fouten macht over ons te geven, of ons verleiden gevaarlijke richtingen in te slaan en onze oprechtheid op de proef stellen, hebben wij Godgegeven gezag om deze argumenten te ontkennen. Wij zijn gemaakt als Gods eigen geliefde kinderen en niets kan dat omkeren – noch kan enige zonde het licht verduisteren van Gods almachtige liefde voor ons. Ook wij kunnen kiezen dat rotsblok neer te leggen en rechtop te lopen – zoals God ons heeft gemaakt.

Kim Crooks Korinek
Redacteur

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.