Christian Science openbaart God als “De grote IK BEN; de alwetende, alziende, alwerkende, alwijze, alliefhebbende en eeuwige; Beginsel; Gemoed; Ziel; Geest; Leven; Waarheid; Liefde; alle substantie; intelligentie.” Dit staat in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, het Christian Science leerboek geschreven door Mary Baker Eddy (blz. 587). Deze definitie maakt duidelijk dat God niet fysiek is, maar toch oneindig substantieel als onsterfelijke Geest, Gemoed, Waarheid, Leven.
De term sterfelijke God zou dan een tegenstelling inhouden, omdat onsterfelijke Geest en sterfelijke stof duidelijk tegengestelden zijn. Dat geldt ook voor sterfelijke mens. Daar de mens (en dit geldt voor iedereen) voortkomt uit Leven, God, en omdat soort soort voortbrengt, moeten Gods scheppingen wel geestelijk en onsterfelijk zijn. In feite zouden sterfelijke nakomelingen van een onsterfelijke God alleen maar in geloof werkelijk kunnen lijken. Wetenschap en Gezondheid legt het als volgt uit: ”De uitdrukking sterfelijke mens is eigenlijk met zichzelf in tegenspraak, want de mens is niet sterfelijk en ‘kan dat ook niet zijn’; de mens is onsterfelijk” (blz. 478-479).
Het is door diepgaand onderzoek te doen in een gebied dat zich ver voorbij sterfelijkheid uitstrekt, dat wij het werkelijke Leven van de mens kunnen begrijpen. Christus Jezus refereerde als volgt aan een verondersteld sterfelijk leven: “Zo wie zijn leven zal zoeken te behouden, die zal het verliezen; en zo wie het zal verliezen, die zal het in het leven behouden” (Lukas 17:33). Wetenschap en Gezondheid legt de zienswijze van Jezus uit als: “Hij zag in, dat de mens, wiens Leven God is, onsterfelijk is en wist, dat de mens niet twee levens heeft, één dat vernietigd zal worden en een tweede dat onvernietigbaar zal worden gemaakt” (blz. 369).
Laten we vanuit het perspectief van Gods ware, onvernietigbare aard en hoedanigheid – en van de mens als Gods zelfexpressie – een paar tegenstrijdige begrippen betreffende God en de goddelijke schepping nader beschouwen. Overdenk de begrippen in deze stelling in Wetenschap en Gezondheid: “God schept noch verkeerde gedachten, noch sterfelijk leven, noch veranderlijke waarheid, noch onstandvastige liefde” (blz. 503). God is bestendig en onveranderlijk, altijd volledig aanwezig en ongeëvenaard. Omdat deze bestendige en onveranderlijke God Liefde is, is de term onstandvastige liefde een leugen. Liefde die verandert is een mythisch begrip, want de goddelijke Liefde is altijd werkelijk in zijn volledige kracht. Evenzo is de term dwalende gedachte een leugen, daar God het goddelijk Gemoed is, onophoudelijk alwetend en onfeilbaar. En omdat de goddelijke Waarheid eeuwig onveranderlijk is, is de term veranderlijke waarheid ook een absurditeit.
De wereldse gedachte mag dan soms deze tegenstrijdige begrippen accepteren als feiten, maar dat betekent nog niet dat ze dat ooit zijn. Daarom is gebed niet succesvol wanneer het een poging is om iets te veranderen dat niet bestaat, alsof het iets zou zijn dat wél bestaat. Om effectief te zijn, zou gebed moeten beginnen met de onveranderlijke werkelijkheid van het geestelijk bestaan – met de goddelijke Waarheid, weerspiegeld in de geestelijke mens. De mens die Gods aard tot uitdrukking brengt is de absolute feitelijke staat van het zijn. Bidden om de “veranderlijke waarheid” aangaande Gods mens te verbeteren zou een vergeefse poging zijn omdat het om te beginnen al nooit een authentieke werkelijke situatie was.
Bijvoorbeeld, een vriendin van mij vertelde me hoe ze, als gevolg van een ongeluk, haar enkel had verwond. Toen we hierover samen gingen bidden, begon ik met te denken over waarom de geestelijke eeuwige waarheid betreffende mijn vriendin nooit veranderlijk zou kunnen worden en dat ook nooit zou zijn. Om op welk niveau dan ook, aan te nemen dat Gods geestelijke schepping veranderd zou worden als gevolg van een stoffelijk ongeluk, zou in strijd zijn met de feiten van het metafysisch bestaan, zoals ik ze door Christian Science begreep. Ik grinnikte in mijzelf toen ik dacht aan de wet van de wiskunde en dat ik me nooit zou laten wijsmaken dat die veranderlijk zou kunnen zijn – dat die op een of andere manier tijdelijk was opgehouden met het besturen van de getallen en dat ik nu moest bidden om hem weer te laten functioneren.
Evenzo zou ik nooit reden hebben om te geloven dat Gods wet van harmonie voor een tijdje onderbroken zou zijn, en dat ik diep en lang moest bidden om de schade te herstellen en Gods harmonie en autoriteit weer terug te brengen. Aannemen dat Gods eeuwige wet feitelijk veranderlijk zou zijn, zou gelijk staan aan het slikken van een ongegronde leugen.
Gelukkig openbaart geïnspireerd gebed dat Gods regerende wetten altijd op hun plaats zijn en dat zij onbetwiste autoriteit bezitten. “In de Wetenschap wordt de mens door God, het goddelijk Beginsel, bestuurd, evenals getallen door Zijn wetten beheerst en getoetst worden,” lezen we in Wetenschap en Gezondheid (blz. 318). De gedachte openen voor de waarheid, niet alleen voor de goddelijke wet van het goede, maar voor de goddelijke wet van het eeuwigdurende goede, is intelligent, inzichtelijk gebed in actie. In het bewustzijn, en daarmee in ons leven, verdampen zichzelf tegensprekende ongegronde leugens wanneer zij geconfronteerd worden met Gods waarheid. Niet lang nadat mijn vriendin me had gevraagd voor haar te bidden, was ze weer op de been, genezen, en zelfs actiever dan voorheen.
Hoe kun je voorkomen dat je verleid wordt om te geloven dat tegenstrijdige en onware begrippen een rationele basis kunnen hebben? Door te begrijpen wat geestelijk waar is. Christian Science leert de noodzaak om het getuigenis van de stoffelijke zinnen ondergeschikt te maken. Zoals Wetenschap en Gezondheid verzekert: “De substantie, het Leven, de intelligentie, Waarheid en Liefde, die de Godheid vormen, worden door Zijn schepping weerspiegeld en wanneer wij het valse getuigenis der lichamelijke zinnen ondergeschikt maken aan de feiten van de Wetenschap, zullen wij deze ware gelijkenis en weerspiegeling overal zien” (blz.516).
Ieder van ons, als de geliefde manifestatie van God, is geschapen, en blijvend en onveranderlijk gevestigd, in de tegenwoordige hemel van de eeuwige volmaaktheid van Geest. De Bijbel verklaart dat bij God, de goddelijke Waarheid “geen verandering is, of schaduw van omkering” (Jakobus 1:17). Tegenstrijdigheden zijn nooit waar. De wet van Waarheid bestuurt standvastig en geen verkeerd geloof of mentale kunstgrepen kunnen haar autoriteit en bestuur veranderen. Eenvoudig en diepzinnig gezegd: Wat wij in gebed moeten doen is de gedachte in overeenstemming brengen met Gods eeuwigdurende wet van harmonie en gezondheid. De goddelijke Waarheid weerlegt een leugen elke keer.
Dus kunnen we sterfelijk leven, dwalende gedachte, veranderlijke waarheid en onstandvastige liefde archiveren als leugenachtige veronderstellingen.
Als wij onze behandeling door gebed baseren op de onveranderlijke waarheid van God en de onsterfelijke mens, helpt dat ons om duidelijker te herkennen wat waar is. Dit stelt ons in staat om metafysische tegenstrijdigheden sneller te verwerpen en doeltreffend te genezen.