Op een avond werd ik nogal laat door mijn vader gebeld. Hij zei dat mijn broer hem gebeld had en in moeilijkheden verkeerde. Hij was met een vriend in diens boot op de oceaan en de brandstof was op. Mijn vader vertelde dat hij eerst andere vrienden met een boot had gebeld, maar vanwege het late uur kon niemand nog uitvaren. Een vriend, die het vaarwater heel goed kende en in staat was in het donker door de baai naar de oceaan te navigeren, had aangeboden om te komen. De reden waarom ik als laatste was gebeld was omdat ik een antieke kleine boot van 5,5 meter heb met 45 jaar oude motoren die vaak afslaan bij lage snelheden, en de boot was nooit eerder op de oceaan geweest. Maar natuurlijk maakte ik mijn boot klaar en vertrok om mijn vader op te halen.
Terwijl we wachtten op de komst van mijn vaders vriend, zei mijn moeder dat zij had gebeden met een paar verzen uit Psalm 139 in de Bijbel. Wij spraken over de troost, zekerheid, macht en aanwezigheid van God die in deze verzen werden verwoord: “Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar. Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden. Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht” (verzen 7-12, NBV). Mijn moeder en ik spraken af contact te houden tijdens deze reddingsmissie.
Onderweg naar de aanlegplaats legde mijn vader uit dat we pas contact met mijn broer zouden opnemen als we op de oceaan waren, omdat de batterij van zijn mobiele telefoon bijna leeg was.
Direct bij het uitvaren kon ik al merken hoe effectief gebed is. De motoren startten onmiddellijk en liepen beter dan ooit, geen afslaan of gesputter. Ze liepen synchroon en reageerden goed als er vaart geminderd werd, wat erg belangrijk is om controle te kunnen houden over de stromingen in de baai. Mijn vaders vriend (de schipper) was erg onder de indruk.
Na middernacht bereikten we de oceaan en mijn vader belde mijn broer, maar kreeg direct de servicelijn. Na herhaalde pogingen werd het duidelijk dat zijn telefoon uit was. Ik belde mijn moeder en legde de situatie uit. We bevestigden nog eens de boodschap van de psalmist van Gods alomtegenwoordige en reddende genade, en mijn moeder zei dat ze zou blijven bidden. Mijn vader vertelde dat, toen hij mijn broer een paar uur eerder gesproken had, ze ten zuiden van de baai waren en niet verder dan een mijl uit de kust. Ze hadden ook gezegd dat ze met de bootlichten zouden flitsen zodat we ze zouden kunnen zien.
De kans dat we mijn broer en zijn vriend zouden vinden werd steeds kleiner, maar mijn moeder en ik deden ons metafysisch werk dat boven redeneren uitgaat. Mijn vader en de schipper bedachten een systeem om te zoeken en begonnen van koers te veranderen. Ik keek uit over de oceaangolven en er leken wel duizenden blinkende lichtjes te zijn waar ik ook keek. Elke golf weerspiegelde het licht van de sterren, van de stad en van onze eigen bootlichten. Maar ik bleef kalm en bad terwijl mijn vader en de schipper hun werk deden.
Ik bande angst, bezorgdheid en onzekerheid uit mijn denken die wilden suggereren dat deze reddingsactie op niets zou uitlopen en dat mijn broer en zijn metgezel in gevaar zouden achterblijven. Deze verkeerde suggesties werden vervangen door de rustige verzekering van Gods altijd tegenwoordige aanwezigheid en zorg, zoals de psalmist zo prachtig beschreef.
Na een poosje zag ik iets blinken dat duidelijker was dan de rest. Ik wees het aan, maar de anderen konden het niet zien, daarom volgde de schipper maar mijn aanwijzingen. Toen we dichterbij kwamen werd het silhouet van een boot zichtbaar, en inderdaad, zij waren het. Toen we dichtbij genoeg waren gemanoeuvreerd om te communiceren, zei ik tegen mijn broers vriend: “Wat goed dat jullie met je lichten hebben geflitst.” Hij antwoordde: “Ik heb al in geen uren met de lichten geflitst, want ik was bang dat de batterij zou opraken.” Wow, de psalmist had gelijk: “de nacht zou oplichten als de dag.”
Mijn broer lag ineengedoken op de grond, rillend en nauwelijks in staat te spreken. Hij was overboord gevallen, wat verklaarde waarom we geen telefonisch contact hadden kunnen krijgen. De zee was nogal ruw, maar het lukte ons om mijn broer in mijn boot over te brengen, hem op te warmen, en blikken met benzine aan zijn vriend te geven. We gingen met beide boten op weg richting de kust, en ik belde mijn moeder om het goede nieuws te vertellen. De psalmist had gelijk, niets kan ons verborgen houden voor God, zelfs niet een duistere zee. We waren allemaal erg dankbaar. In al haar werken heeft Mary Baker Eddy laten zien dat de kracht van de Heilige Schrift voorziet in elke menselijke nood. Mijn studie van Christian Science heeft mij een grote liefde bijgebracht voor de Bijbel en mij geestelijk begrijpen gegeven waardoor ik in staat ben de wetten van Waarheid, Liefde en Leven, die van God zijn, in mijn dagelijkse ervaring in toepassing te brengen.
In Wetenschap en Gezondheid geeft Eddy de lezer deze tekst om moedig door het leven te navigeren: “Bekendheid met de oorspronkelijke teksten van de Bijbel en bereidheid de vormen van menselijk geloof te laten varen (die door priesterheerschappij ingesteld en soms door de laagste hartstochten der mensen ingegeven zijn), openen de weg naar het begrijpen van Christian Science en maken de Bijbel tot de zeekaart des levens, waarop de bakens en de geneeskrachtige stromen van Waarheid staan aangegeven” (blz. 24). Naast deze passage staat in de kantlijn: “De geneeskrachtige stromen van Leven”. Ik ben heel dankbaar dat ik deze gezegende waarheid leer bewijzen.