Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Genezing tijdens een schoolreisje

De Christian Science Heraut - 1 Juni 2012

Christian Science Sentinel, 9.26.2011


Afgelopen voorjaar ging ik met mijn klas van de middelbare school naar Boston om enkele historische huizen van Mary Baker Eddy te bekijken en om meer te leren over haar leven en haar boeken. Toen we in Concord, New Hampshire, waren, gingen we daar op woensdagavond naar de Christian Science kerk om een getuigenisbijeenkomst bij te wonen.

Jammer genoeg begon ik die dag met hoofdpijn, die in de loop van de dag steeds heviger werd. Tegen etenstijd had ik zoveel pijn dat ik zelfs het geluid van stemmen niet kon verdragen. Uiteindelijk trok ik me terug in de zondagsschool om te bidden.

Het eerste wat ik deed was rustig te gaan zitten en mijn gedachten te kalmeren. Ik pakte een Gezangboek van Christian Science, en vertrouwde erop dat God mij zou leiden, en opende het bij gezang 201 (Charles Parsons). Het eerste couplet luidt:

 

O sluit uw harte niet,
Gods goedheid stroomt zo mild,
Doch open ‘t wijd voor ’t hemelbrood,
Dat allen honger stilt.

Ik dacht: “Oké, ik zal luisteren God, vertel me wat ik moet weten.” Toen kreeg ik de gedachte dat ik Wetenschap en Gezondheid  moest openslaan en “de wetenschappelijke verklaring van het zijn” moest lezen (blz. 468). Ik begon te begrijpen dat de stof geen werkelijkheid is, omdat Geest, God, de enige werkelijkheid is. Alles om ons heen, dat stoffelijk en lichamelijk lijkt, is in wezen geestelijk; de wereld is samengesteld uit geestelijke ideeën. De stof lijkt soms een hardnekkige illusie, maar het is een waanvoorstelling en totaal onwerkelijk. Toen ik die avond de “wetenschappelijke verklaring van het zijn” las, was dat de eerste keer dat ik het echt las en begreep, terwijl ik toch opgegroeid ben met Christian Science en het iedere week werd voorgelezen in de zondagsschool.

Ik voelde me enorm geïnspireerd maar was lichamelijk niet beter. Daarom ging ik terug naar het hotel om samen met een van de begeleiders in een rustige sfeer te zijn. We voerden een lang gesprek en zij gaf me ook een paar goede gedachten om mee te bidden.

Een van die gedachten was om “niet onder de pleister te kijken”. Met andere woorden, niet alsmaar de lichamelijke vooruitgang te “controleren” nadat je biddend werk hebt gedaan. Het belangrijkste punt in gebed is onze gedachten op te heffen om de werkelijkheid van het geestelijke zijn te zien en te begrijpen. Als we dat hebben gedaan en dan toch weer “controleren” om te zien of de pijn al verdwenen is, dan zijn we terug bij af.

Een andere gedachte waar we over spraken was het herkennen van wat is en wat niet is. Om de waarheid te identificeren en te verdedigen. Weten dat “Geest is God en de mens is Zijn beeld en gelijkenis” (blz. 468), herinnert ons aan onze geestelijke identiteit. Wij zijn geestelijke ideeën van God, Liefde. Hoe beter we dat begrijpen, hoe meer we daar aan vast moeten houden en ons vernieuwde begrip moeten beschermen. Hoe hoger onze gedachten zijn, hoe harder soms de dwaling – of de suggestie dat er iets buiten God, het goede, bestaat – probeert zichzelf te laten horen. Maar God weet wat we nodig hebben en geeft ons antwoord, soms zelfs voor we het gevraagd hebben. Het is een troostrijke gedachte dat mijn Vader-Moeder God altijd alert is, en mij iedere seconde van iedere dag beschermt en leidt.

Ik zag in dat als een probleem zich voordoet, ik het direct kan aanpakken door gebed. Niet door het probleen aandacht te geven, maar door in de eerste plaats het valse geloof dat er disharmonie kan zijn in Gods koninkrijk te vernietigen. Ik kan “wachter aan de poort van mijn gedachten” zijn (Wetenschap en Gezondheid, blz 392) door alleen maar gedachten van Leven en Liefde toe te laten.

Deze gedachten omringden mij als een vredige bries en ik sprong zo ongeveer de trap af om naar mijn kamer te gaan. De hoofdpijn was verdwenen.

Zodra ik in mijn kamer was en me weer een beetje op mijn gemak voelde, kwam de hoofdpijn even terug. Het enige dat ik dacht was een krachtig en hartgrondig “NEE”, waarmee ik bedoelde dat ik mij de genezing die ik had gehad, niet liet ontfutselen. De pijn verdween en kwam niet terug. De rest van het schoolreisje, dat bijna een week duurde, was vreugdevol en ongedwongen, en ik had geen hoofdpijn meer.

Deze genezing heeft niet alleen mijn vertrouwen in Christian Science vernieuwd, maar ik ben nu meer geïnspireerd, rustiger, en ik ben dankbaar dat ik geestelijke ideeën krijg die ik kan doorgeven aan anderen die hulp nodig hebben.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.