Ik werd uitgeput wakker en was verschrikkelijk uit mijn humeur. Mijn gezin en ik woonden in een hoog flatgebouw (voor het eerst sinds lange tijd) en het lawaai van onze bovenburen die met een klap de rolgordijnen optrokken, had me in de vroege morgenuren lange tijd wakker gehouden. Ik woonde voor het eerst van mijn leven in het buitenland – met lawaai van een bouwterrein 24/7 aan de overkant van de straat, en verkeer dat soms meer leek op een rugbywedstrijd dan op een ordelijke stroom – en ik had iedere dag gebeden dat ik zou groeien in het besef van vrede en orde te midden van wat een chaos leek te zijn. Maar die ochtend was ik niet in de stemming om de dag tegemoet te zien.
Maar zoals altijd keerde ik me naar mijn liefdevolle Vader-Moeder God, door wie, wist ik, mijn denken en handelen in meer productieve banen geleid zou worden. Ik begon met enkele artikelen en genezingen te lezen in een recente Sentinel, en ik voelde meteen dat mijn hart verlicht werd. Toen een gezang, een bijbelvers, een grondstelling van Christian Science, en tenslotte een tekenfilm van Tom en Jerry . . . en de vrede was hersteld. Dit is het verhaal van een dag van genezing en inspiratie.
Terwijl ik het ontbijt aan het klaarmaken was, merkte ik dat ik een regel zong van een gezang uit het Gezangboek van Christian Science: “Love now is dawning over every nation”(Liefde komt nu aan het licht in alle landen). Dat deed me wat! Ik dacht: “Het doet er niet toe waar we in de wereld zijn, Liefde komt aan het licht, hier en nu.” Ik ging door met zingen:
(O, dat de volkren allen U verstonden!)
Reeds ziet deze aard Uw licht, hoort Uw heil verkonden;
Liefde verdrijft de nacht,
Liefde is vrede, lang verwacht,
Zij, zij alleen is macht.
(Margaret Morrison, nr.179)
Ik voelde een mentale zucht van verlichting en dankbaarheid opwellen in het erkennen dat Liefdes transformerende macht aanwezig en actief werkzaam was bij deze ervaring. Ik begreep dat Liefde de ware broederschap en vrede vestigt, waardoor frustratie en boosheid worden uitgewist.
Ik was nog maar net begonnen de Christian Science bijbelles van die week te lezen met als onderwerp “Eeuwigdurende straf”, toen ik deze regel las: “En gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste” (Deut. 5: 20). Dat schudde me wakker! Hoe kon ik mijn naaste – mijn buren, een familie van Gods kinderen – een etiket opplakken als zijnde onverschillig en onvriendelijk? In mijn werk als Christian Science practitioner, worden mijn gedachten opgeheven door toegewijd dagelijks gebed om te getuigen van de waarheid van Gods schepping naar Zijn beeld en gelijkenis. De bovenburen waren zeker mijn familieleden omdat wij allen de kinderen zijn van onze hemelse Vader, en het was mijn taak hen te identificeren met hun bron. Ootmoedig liet ik mijn gevoelens van verontwaardiging en ergernis los en bad om hen te zien als liefdevol en voorkomend – gehoorzaam aan de gulden regel. Ik wist dat ieder lid van Gods familie, van wie de Vader universele Liefde is, geheel vervuld is van liefde voor zijn broeders en zusters; en dit was het enige dat ik kon ervaren.
Enige tijd later las ik de derde grondstelling van Christian Science in Wetenschap en Gezondheid van Mary Baker Eddy: “Wij erkennen, dat Gods vergiffenis van zonde bestaat in de vernietiging van zonde en in het geestelijk begrijpen dat het kwaad als onwerkelijk uitwerpt. Maar het geloof aan zonde wordt gestraft, zolang het geloof voortduurt” (blz. 497). Ik heb die grondstelling over de jaren al vaak gelezen, maar deze keer leek de tekst helemaal nieuw. Het was een schokkende ontdekking voor me dat het mijn “geloof aan zonde” was – het geloof dat de buren lawaaimakers en egoïsten waren – dat het lijden veroorzaakte, en dat geloof moest genezen worden, niet de familie die boven me woonde of de bouwvakkers aan de overkant van de straat.
Als ik ook maar voor een moment zou erkennen dat een persoon onverschillig, egocentrisch of onbeheerst was, dan sloeg ik de plank mis, en beging ik een zonde. Gods familieleden hebben geen enkel element van gedachteloosheid. Ik wist dat ik mijn verkeerde opvatting kon veranderen, en dat deed ik die dag iedere keer als de bovenburen in mijn gedachten kwamen door hen te identificeren met het karakter en de ontzelfde liefde van hun Schepper.
Die middag zat mijn zoontje te kijken naar een Tom en Jerry tekenfilm, getiteld: Dit is mijn mammy! In dit korte verhaal rolt er een eendenei uit het nest en komt onder Tom de kat terecht. Natuurlijk, zoals baby eendjes gewoon zijn, dacht dit eendje meteen dat Tom zijn moeder was. “Mammy” roept hij terwijl hij tegen Tom aankruipt . . . maar Tom, die uiteindelijk een kat is, heeft andere ideeën over dit kleine smakelijke liefje. Nadat het eendje diverse keren door zijn beschermengel Jerry (de muis) gered is van het fornuis en de oven, blijft hij toch terugrennen naar Tom met uitgespreide vleugels en roepend: “Mammy! Mammy! Ik houd van mijn Mammy!”
Het hoogtepunt in deze scène begint met Toms recept voor gestoofde eend. Het kleintje vertelt Tom dat hij graag voor hem wil koken . . . maar als hij ziet dat het eerste ingrediënt een eendenkuikentje is, begrijpt hij opeens dat hijzelf het hoofdgerecht is. In plaats van weg te rennen, kijkt hij Tom aan en zegt: “Nu begrijp ik het”. Dapper loopt hij de houten lepel op om in het kokende water te springen, en zegt: “Maar ik houd nog steeds van je, mammy”. Tom, wiens hart eindelijk smelt door al deze liefde, grijpt het vallende eendje uit de lucht en drukt hem aan zijn hart terwijl de tranen uit zijn ogen stromen. De slotscène laat een kwakende Tom zien, die rondzwemt in de vijver met het eendje achter zich aan.
Ik keek naar mijn zoontje en zei: “Dat kleine eendje geeft Tom een Christian Science behandeling!” Deze houding is werkelijk de “liefde, die geen weerklank vindt, maar toch liefde blijft” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 586) waar Mary Baker Eddy over schreef, en het is deze liefde die alle haat, boosheid, egoïsme en angst doet wegsmelten. En zo hebben Tom en Jerry in zekere zin het laatste ingrediënt bijgedragen om mijn dag van genezing compleet te maken door mijn aandacht te richten op de macht van de onzelfzuchtige, aanhoudende en omvormende liefde, die de liefde Gods is.
Terwijl ik me verheugde in de heerlijke rustige avond die volgde, dankte ik God voor de les die ik geleerd had van een gezang, een bijbelvers, een grondstelling en een tekenfilm. Mary Baker Eddy schreef: “De toets voor alle gebed ligt in het antwoord op de volgende vragen: Hebben wij onze naaste méér lief als gevolg van ons gebed? Volharden wij in de oude zelfzucht, voldaan omdat wij om iets beters hebben gebeden, al geven wij geen blijk van de oprechtheid van ons bidden door in overeenstemming met ons gebed te leven? (Wetenschap en Gezondheid, blz. 9). Door deze ervaring en vele andere leer ik mijn naaste meer lief te hebben als gevolg van mijn gebed, en deze liefde brengt vrede in mijn hart en uiteindelijk in mijn huis.
Ik bid dagelijks om meer van het koninkrijk der hemelen tot uitdrukking te brengen in mijn eigen hart en gedrag, daarbij het heiligdom van mijn huis in dit koninkrijk te vestigen . . . onafhankelijk van waar ik mij bevind.