Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Heerschappij over verandering

De Christian Science Heraut - 1 januari 2012

Christian Science Sentinel, 12.26.2011


Het lijkt wel of er altijd  veranderingen plaatsvinden in ons leven: Een andere baan, verhuizen, een nieuwe school,  met pensioen gaan of afscheid nemen van je vrijgezellenbestaan en een relatie aangaan. De meesten van ons krijgen op de een of andere manier te maken met iets dat verandering  brengt in onze omstandigheden. Zelfs de kerken zijn bezig om zich op een nieuwe manier te presenteren. Soms vreest men dat verandering ontwrichting en verwarring zal veroorzaken, maar dat is niet nodig.

Toen ik eens een beslissing moest nemen over een situatie die mijn leven zou veranderen, leerde ik een belangrijke les van de zee. Tijdens een opkomende storm had ik het uitzicht over een barrièrerif waar de golven met toenemende kracht overheen sloegen. Ik dacht aan de levende wezens die zich onder normale omstandigheden dichtbij de oppervlakte bevinden. Als het water echter turbulent is, blijven ze daar niet koppig zitten maar gaan de diepte in waar het rustiger is. Als wij een verandering in ons bestaan ervaren, kan dat een gelegenheid zijn om in gedachten vast te stellen wat onveranderlijk en constant is in ons leven, en dieper in de werkelijkheid door te dringen.

“Ik, de Heere, ben niet veranderd” (Mal. 3:6, Herziene Statenvertaling), is een goed uitgangspunt om mee te bidden als we ons onzeker voelen over een op handen zijnde verandering. Gods kinderen, Zijn weerspiegeling, zijn onveranderlijk geestelijk. Wat waar is omtrent God, is waar voor Zijn schepping. De mens komt voort uit God en is daarom altijd gelukkig, voldaan, vredig en vreugdevol. We kunnen een voorbeeld nemen aan de Meester. Christus Jezus was zich voortdurend bewust van zijn relatie met God. Hij vroeg in gebed God altijd om raad, en wist dat God voor een ieder zorgt en voorziet van al het goede. Door dit geestelijk inzicht kon hij de mensen opheffen boven ziekte, zonde en zelfs de dood. Hij zag ieder individu als een onveranderlijke manifestatie van zijn Vaders schepping, altijd geliefd en volmaakt. En hij wist dat ziekte, zonde en dood valse claims waren die verwijderd worden door Gods genezende aanwezigheid. Niemand leefde onder een bedreiging, maar ieder behield zijn oorspronkelijke goddelijke gelijkenis.

Zelfs onder de moeilijkste en meest dramatische omstandigheden van zijn zending was Christus Jezus in geestelijk evenwicht. Hij was in staat zich te onthouden van verweer toen hij veroordeeld werd en kon met ontzelfde liefde  bidden om vergeving voor degenen die hem kruisigden. Dit is een duidelijk bewijs van de uitspraak in Hebreeën: “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in eeuwigheid” (13:8).

Als we dieper ingaan op de onveranderlijke werkelijkheid van het goede die ons ware wezen uitmaakt, ontdekken we dat vreugdevolle gedachten, verwachting van het goede, flexibiliteit en gerustheid deel van ons zijn. Mary Baker Eddy verklaart, in antwoord op de vraag: “Wat is de mens?”, dat de mens als Gods idee alle ware ideeën omvat. En zij

vervolgt dat het beeld en de gelijkenis van God “geen enkele eigenschap bezit, die niet aan de Godheid is ontleend” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 475).

Omdat God volkomen goed is, is alles goed in Zijn plan voor ons. Ik heb meerdere malen moeten vertrouwen op dit geestelijke feit.

Jaren geleden toen ik me net gevestigd had als Christian Science practitioner, moest ik verhuizen. Ik had ongeveer een jaar gewerkt in dit beroep van mijn keuze toen mijn man me vroeg hoe ik erover dacht om naar Australië te gaan! We waren al vaak verhuisd, eerst samen en later met jonge kinderen, en ik had die veranderingen altijd gewillig geaccepteerd, maar deze keer was ik niet zo meegaand. Ik kwam tot de ontdekking dat ik afstand moest doen van alles wat me bekend was en van gemaakte plannen, en meer op God moest vertrouwen. Ik steunde op één eenvoudige wet: “… dat wat de één zegent allen zegent …” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 206). De verhuizing was duidelijk een goede stap voor mijn man en ik zag ook de voordelen ervan voor onze kinderen. Ik moest het feit erkennen dat Gods liefde zich uitbreidt over iedereen, en allen omvat. En dat  bleek ook zo te zijn.

Als we op God vertrouwen, en angst en stoffelijke voorspellingen laten varen, brengt dit altijd  geestelijke groei die herkenbaar is aan de zegeningen die eruit voortvloeien. Dit soort vertrouwen is niet naïef, maar wijs en praktisch. Heerschappij uitoefenen over verandering, openbaart genade en maakt gebruik van de ootmoedige autoriteit van de Christus. Deze heerschappij is geworteld in het erkennen van het feit dat God alles bestuurt en beheerst, in alles voorziet en overal voor zorgt. Wij hoeven ons leven niet tot in de kleinste details te regelen als we begrijpen dat Leven God is en wij de onscheidbare manifestatie zijn van dat ene volmaakte Leven.

Nog niet zolang geleden plande ik een bijeenkomst voor een hele dag in een nieuw gebouw. Wij waren de eerste grote groep die daar bijeenkwam, dus waren er een paar onbekende factoren. Toen ik mij in gebed mentaal voorbereidde op deze dag, hield ik een passage in gedachten uit Terugblik en inblik, de autobiografie van Mary Baker Eddy, waar zij schrijft over Christus Jezus: “Wanneer hij bij hen was, werd een vissersboot een heiligdom, en eenzaamheid was vol heilige boodschappen van de alomtegenwoordige Vader. Een groepje bomen werd zijn klaslokaal, en geliefde plekken in de openlucht waren de universiteit van de Messias” (blz. 91). Ik redeneerde dat de essentie en de omgeving van de dag onder Gods jurisdictie vielen. Als een gewone vissersboot, die wellicht niet erg gastvrij was, een heiligdom kon worden in de aanwezigheid van de Christus, dan zou deze ruimte voor onze bijeenkomst beslist gezegend zijn; en onze groep, en vanzelfsprekend ook de organisatoren, zouden die zegen ervaren.

De dag voorafgaande aan de bijeenkomst liep ik het gebouw binnen en werd begroet met de schokkende mededeling dat de zaalverlichting onbruikbaar was en onmogelijk hersteld kon worden vóór de bijeenkomst. Dit was een onwelkome ontwikkeling! Ik keek omhoog naar de prachtige – maar koude – hanglampen en begon te bidden, wetend dat er een antwoord was. In de tussentijd werd me ook nog verteld dat geen enkele elektricien in de stad bereikbaar was op deze vrijdagmiddag, het begin van een Joods feestweekend. Opeens schoot mij de naam van een aannemer in gedachten, van wiens diensten mijn man en ik jaren geleden gebruik hadden gemaakt. Zijn volledige naam schoot me zelfs te binnen, hoewel ik alleen zijn voornaam wist in de tijd dat hij voor ons werkte. Ik vond zijn tefefoonnummer in mijn klapper en bereikte hem meteen, wat toen hij eerder voor ons werkte vaak onmogelijk was. Ik was zo verbaasd toen hij de telefoon opnam dat ik nauwelijks een woord kon uitbrengen.  Ik was nog maar net begonnen om de situatie uit te leggen toen hij al zei: “Ik zal zorgen dat er binnen het uur iemand is.” De elektricien kwam; vertrok weer om een onderdeel te gaan halen in een ander deel van de stad, en dat in het spitsuur, en toen hij terugkwam repareerde hij het licht. Tegen zes uur die avond kreeg ik een e-mail met foto van een verlichte zaal.

We kunnen zeker wel de gebeurtenissen verwelkomen die ons aanmoedigen meer te ontdekken van het geestelijke en harmonische Leven waaraan wij uitdrukking geven. In een boodschap aan haar Kerk, schreef Mary Baker Eddy: “… Jezus zei: ‘Kom tot mij.’ O glorieuze hoop! Er is rust voor de rechtvaardigen, een rust in Christus, een vrede in Liefde. De gedachte eraan brengt klachten tot zwijgen; de zwellende branding van de verstoorde levenszee schuimt zichzelf weg. En daaronder is een diepgevestigde kalmte” (Message to The Mother Church for 1902, blz. 19).

Het is deze geestelijke gedachtenstaat die harmonie brengt waar eerst vreesaanjagende veranderingen leken te zijn, en die ons het vermogen geeft om in plaats daarvan het goede te zien van Gods constante, ononderbroken aanwezigheid.


Rebecca Odegaard is Christian Science practitioner en lerares. Zij woont in het westen van Massachusetts en geeft Cursus-onderricht in New York City, VS.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.