Ik ben dankbaar dat ik opgroeide in een liefdevol Christian Science gezin en vele jaren de Christian Science zondagsschool bezocht. Gedurende deze tijd was ik getuige van een aantal fysieke genezingen die bij ons thuis plaatsvonden.
Een van mijn broers was eens erg ziek. Hij had, zover ik weet, een dubbele longontsteking. Hij was onder behandeling van een Christian Science practitioner, en binnen de kortste tijd was hij volkomen genezen.
Later ging ik naar een tweejarige universiteit voor vrouwen, waar ik twee slechte gewoontes oppikte, namelijk roken en drinken, een verslaving die al met al zo’n zeven jaar duurde. Ik probeerde vaak met roken te stoppen door het te verminderen tot drie sigaretten per dag, maar dat resulteerde er alleen maar in dat ik de volgende dag veel meer rookte. Na die twee schooljaren had ik een baan voor twee jaar. Vervolgens was ik drie jaar in militaire dienst, en toen schreef ik me weer in op de universiteit.
Dat was in februari en de colleges begonnen pas in september, dus werkte ik in de tussentijd in een warenhuis. Daar ontmoette ik een Christian Scientist, die me uitnodigde tijdens de lunchpauze met haar mee te gaan om een Christian Science practitioner en leraar te bezoeken in diens kantoor. Het was een heel inspirerend bezoek – de conversatie en de atmosfeer waren zo liefdevol. Ik herinner me niet meer waar we over spraken, en het bezoek was voorbij voordat ik het wist.
Mijn vriend noch de practitioner wisten van mijn verslaving, maar toen ik het kantoor verliet, had ik geen enkel verlangen om te drinken of te roken, en die vrijheid heb ik vandaag nog steeds.
Onlangs heb ik de biografieën over Mary Baker Eddy herlezen. Zij bracht die christelijke liefde tot uitdrukking die haar het vermogen gaven om ogenblikkelijk te genezen, zoals die practioner had gedaan.
Na die genezing belde ik de practioner regelmatig voor hulp, en later was zij mijn Christian Science lerares. Ik had een groot verlangen om een meer toegewijde Christian Scientist te zijn en vroeg haar hoe ik dat doel kon bereiken. Zij raadde mij aan om lid te worden van De Moederkerk, en ondertekende mijn aanvraag voor het lidmaatschap.
Toen ik op de universiteit arriveerde, sloot ik me aan bij de Christian Science Organisatie, die bijeenkomsten hield in de kerk vlakbij. Ik vond daar geweldige vrienden die hun geestelijk inzicht toepasten om al hun problemen op te lossen. Ik leerde al snel dat ik mijn grootste angst kon aanpakken – te kunnen afstuderen als ik mijn hoofdvak veranderde naar het moeilijker onderwerp van marktonderzoek, en het feit dat ik al een aantal jaren niet had gestudeerd.
Op de bijeenkomsten van de Organisatie werd de relatie van de mens tot God besproken, en ik begreep hoe ik als Gods eigen kind het goddelijk Gemoed weerspiegelde en daarom intelligentie en wijsheid kon uitdrukken in mijn studies. Overbodig te zeggen dat ik in recordtijd mijn graad behaalde.
Als ik terugkijk op die indrukwekkende ervaring in het kantoor van de practitioner, kan ik wel zeggen dat het mijn “born again”-moment was in Christian Science. Dit moment veranderde mijn hele leven. Het bleef groeien in waarde, en het goede blijft nog steeds doorgaan – zoals het voor iedereen doorgaat – dankzij het feit dat Mary Baker Eddy standvastig de Waarheid aan de wereld verkondigde, en ons daarmee helpt op onze weg “van de zinnen naar Ziel” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 566).
Dana Point, Californië, VS