Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Zeg het roddelen vaarwel

De Christian Science Heraut - 1 april 2011

The Christian Science Journal, 3.2011 


Bij mijn studie van Christian Science besloot ik vorig jaar dat ik een betere genezer wilde worden – om snel, effectief en betrouwbaar te genezen. Ik had een groot verlangen om meer te leren over genezing en wilde er meer van ervaren in mijn eigen leven.   

In het voorjaar van 2010 had ik een geweldige genezing. In die tijd werkte ik in een café en ik hield van het werk daar met de andere werkers aan de koffiebar. Ik vond het erg prettig dat de ideeën waarop de zaak rustte echt aanmoedigend waren, moreel juist en vernieuwend. Maar na er een paar maanden gewerkt te hebben, merkte ik dat er een roddelachtige sfeer ontstond. Ik nam er nooit deel aan, maar ik merkte dat iedereen om me heen kletste over een ander achter zijn rug. Hoewel ik probeerde om de conversatie een positieve draai te geven voor degene die aangevallen werd, of het onderwerp van gesprek totaal te veranderen, was de sfeer nooit vrij van geroddel. De stemming werd al gauw kwaadaardig tegenover bepaalde medewerkers, zodat het erop leek dat er tijdens iedere werkperiode strijdplannen werden gesmeed tussen twee oorlogvoerende partijen.   

Ik begon te bidden voor ik naar mijn werk ging en tijdens de pauzes zocht ik inspiratie in de werken van Mary Baker Eddy. Hoewel ik iedere nieuwe dag met veel vreugde tegemoet trad, voelde ik me aan het eind van de dag overweldigd en uitgeput. Ik merkte dat mijn gedachten niet meer vreugdevol waren, maar dat er sommige van de onvriendelijke opmerkingen in binnen waren gedrongen.

Op een dag toen ik boodschappen aan het doen was, merkte ik dat mijn vinger pijn deed. Ik dacht dat ik hem gesneden had, maar het bleek een verzwering te zijn. Dat viel me tegen, en m’n eerste gedachte was: Mooi is dat! Deze dingen worden verondersteld te verergeren voor ze beter worden. Het zou wel eens weken kunnen gaan duren voor dit weggaat, en ik moet naar m’n werk!

Mijn tweede reactie was heel anders: Je hoeft dit geen seconde te accepteren. Dit is nu geen deel van jou en dat was het nooit. Vanaf dat ogenblik wist ik dat ik uitsluitend op Christian Science wilde en kon vertrouwen voor een doelmatige en totale genezing.

Die avond, toen ik thuis kwam na m’n werk, ging ik aan de keukentafel zitten, klaar om te bidden. Ik wist dat God, Liefde, de leiding had, maar ik had moeite de aanwezigheid van Liefde te voelen. In plaats daarvan zat ik vol met boze gedachten over mijn collega’s vanwege al het geroddel dat al maanden aan de gang was. Ik merkte dat ik nu zelfs geloofde in sommige van de aangevoerde argumenten over personen, die ik voor die tijd sympathiek had gevonden en had bewonderd.

Ik begon het onzevader te bidden. Ik stopte bij de eerste regel: “Onze Vader” betekent dat God de Vader van iedereen is, ook van al mijn medewerkers. Dat moest dan wel betekenen dat God ook “ons Gemoed” is, en dit Gemoed vertelt ons uitsluitend wat waar is over iedereen. Weet God, of zou God zelfs voor een seconde geloven dat Haar kinderen anders dan volmaakt en liefdevol zijn? Nee toch! Ik realiseerde mij dat ik mijn collega’s niet op de juiste manier zag en dat ik mijn gedachten over hen moest veranderen.

Terwijl ik bad, zette ik de roddelpraatjes en argumenten van mij af en besloot terug te gaan naar het moment waarop ik oprechte, christelijke liefde voelde voor ieder van mijn collega’s. Eerst dacht ik dat het moeilijk zou zijn, maar toen ik er eenmaal mee begon, herinnerde ik me de vele momenten dat we elkaar steunden, een diep gesprek hadden, of elkaar een lift naar huis gaven na werktijd. Ik werd overspoeld door gevoelens van dankbaarheid voor al deze momenten en voor iedere persoon met wie ik samenwerkte. Ook vond ik het indrukwekkend dat ik zoveel moois en goeds kon zien in mijn collega’s en ik begreep dat dit niets te maken had met menselijke redenering; het was feitelijk onpersoonlijk. Ik wist dat ik ze kon liefhebben omdat zij van God komen, die hun Ouder en mijn Ouder is. En ik wist hoeveel God van ons allemaal houdt.

Met deze genezing van boosheid voor mijn medewerkers, voelde ik me van toen af tot de rand gevuld met liefde voor hen. Dit hielp me zelfs om aandacht te besteden aan de klanten die eerder nogal lastig waren geweest, want het was nu makkelijk om liefdevol te reageren. 

In de volgende twee weken veranderde de atmosfeer op mijn werk. Toen er twee nieuwe mensen werden aangenomen, werd mij gevraagd ze in te werken. Hoewel ik net mijn ontslagbrief had overhandigd en had aangekondigd dat ik na twee weken zou weggaan om mij te wijden aan artistieke bezigheden, voelde ik me geïnspireerd om de nieuwelingen met liefde te begeleiden en hun te laten weten dat iedereen op het werk er was om ze te steunen.

Niemand zag ooit de zweer aan mijn vinger, en ik hoefde er geen verband om te doen. Als ik ervoor bad, hield ik de waarheid van mijn geestelijke identiteit voor ogen. Nadat ik die avond aan de keukentafel gebeden had, deed mijn vinger geen pijn meer en binnen drie dagen was de zwelling helemaal verdwenen en kwam nooit terug. 

Jezus heeft gezegd dat men bergen kan verzetten met een geloof zo groot als een mosterdzaadje (zie Matth.17:20). Door Christian Science toe te passen, heb ik begrepen dat er geen “grote” of “kleine” problemen zijn die om genezing vragen; het is alleen maar een verkeerd geloof dat rechtgezet moet worden. Zoals een klein lichtje de duisternis doet verdwijnen, zo vernietigt zelfs een gering begrip van Gods alheid de dwaling geheel.

Deze genezing heeft de manier waarop ik in mijn dagelijkse activiteiten omga met mensen  veranderd. Ik heb geleerd dat als er een conflict is, “de mensen” niet hoeven te veranderen om de harmonie te herstellen – het is een fout in ons denken die rechtgezet moet worden. Wat de uitdaging ook lijkt te zijn, er is altijd een geestelijke oplossing, die, wanneer toegepast, ons leven en iedereen om ons heen zal opheffen.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.