Waar hongeren we naar? Wat voedt ons?
Op minstens één niveau besteden we heel wat aandacht, tijd, energie en moeite om deze vragen te beantwoorden. Natuurkundigen zijn altijd op zoek naar oplossingen om de hongerenden te voeden en het voedsel humaner en efficiënter te oogsten. Zelfs een wetenschapper als Dr. Jane Goodall, die we kennen van haar studies op het gebied van het dieet en de gewoontes van chimpansees in de regenwouden van Afrika, heeft haar aandacht verplaatst naar het dieet van mensen overal in de wereld.
Er is een grote verscheidenheid in wat groepen mensen graag eten om hun honger te stillen, van gerookte palingpannenkoeken in Holland, genoemd in Dr. Goodalls boek Harvest for Hope: A Guide to Mindful Eating (Oogst voor hoop: een gids voor bewust eten), tot escargots in Frankrijk en het eenvoudige voedsel zoals vijgen, brood en vis in bijbelse tijden.
Lang geleden toen Christus Jezus predikte in de heuvels van Judéa, stond hij even stil bij de gedachte dat de grote menigte die naar hem luisterde wellicht erge honger had, zowel op lichamelijk als op geestelijk gebied. Hij keerde zich tot zijn Vader in gebed en zijn gebed werd beantwoord met de overvloedige vermenigvuldiging van vijf broden en twee vissen. Plotseling was er meer dan genoeg te eten voor iedereen. Zoals we lezen: “En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, twaalf volle korven.” (zie Matthéüs 14:15-21). Is het niet wonderbaarlijk dat er nog een overschot was na het voeden van een menigte van meer dan 5000 mensen?
“Als een hongerig hart de goddelijke Vader-Moeder God bidt om brood, wordt het geen steen gegeven – maar meer genade, gehoorzaamheid en liefde”
(Mary Baker Eddy, Miscellaneous Writings 1883–1896, blz. 127).
Evengoed wist Jezus dat voedsel niet hoofdzakelijk de reden was dat de mensen daar waren. Zij kwamen met geestelijke honger – om zijn woorden van liefde te horen, zijn gelijkenissen en zijn advies voor genezing en een beter leven waarin God centraal staat. Hierover is veel te vinden in zijn bergrede (zie Matthéüs 5-7). Hoewel velen wellicht lichamelijke genezing, herstel en vrede zochten, zullen sommigen gekomen zijn omdat zij voelden iets te missen en intuïtief wisten dat de stoffelijke wereld hierin niet kon voorzien.
Mary Baker Eddy, de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science, schrijft op blz. 365 van Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “Het arme lijdende hart heeft zijn rechtmatig voedsel nodig, zoals vrede, geduld in beproeving en een onschatbaar besef van de goedertierenheid van de liefdevolle Vader.” Jazeker, we moeten eten! Maar waar velen van ons intens naar hongeren is een verzekering van Gods liefde en ware substantie, een geestelijke substantie waarvan de vijf stoffelijke zinnen zich niet bewust zijn.
Mensen hongeren er dikwijls naar geaccepteerd te worden en hun waarde voor de samenleving bevestigd te zien. Zo besefte ik onlangs dat ik hongerde naar een beter zelfbeeld. Ik probeerde dit verlangen te bevredigen met obsessief te gaan winkelen voor de juiste kleren in de juiste stijl die mijn lichamelijke foutjes en iets-minder-dan-perfecte figuur zouden camoufleren. Nadat ik veel tijd, energie en geld verspild had aan de poging het juiste beeld te verkrijgen door stoffelijke middelen, begreep ik dat ik mijn aandacht op het geestelijke moest richten.
In de Zaligsprekingen, deel van zijn Bergrede, leert Jezus ons: “Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden” (Matthéüs 5:6). Verzadigd worden wil zeggen volkomen bevredigd te zijn. Dat juiste beeld van mijzelf waarnaar ik zocht, kon alleen maar gevonden worden in een beter begrip van mijn erfdeel als een volmaakt kind van God, geestelijk geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Waar ik me op moest richten, begreep ik, was streven God te aanbidden door Zijn wil te doen, te doen wat goed is en niet zelf willen proberen mijn zelfbeeld te verbeteren met koopwoede.
Waar ik in feite naar zocht was een gevoel van volmaaktheid dat alleen maar gevonden kon worden door een juist begrip van ware geestelijke substantie. Wat bepaalt wie ik ben? Als een geestelijk idee, wordt mijn wezen niet gekenmerkt door de maat van mijn jurk of mijn gevoel voor mode, maar door geestelijke eigenschappen, zoals liefelijkheid, onzelfzuchtigheid, intelligentie en vrede. Toen ik mij verheugde over deze, mij door God geschonken geestelijke eigenschappen, vond ik rust en troost, de zekerheid van Gods liefde en de voldoening die voortkomt uit het bewustzijn van deze liefde. En mijn koopgedrag nam een normale vorm aan.
In Johannes 14:16 lezen we Jezus’ woorden: “En ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in eeuwigheid.” Op blz. 55 van Wetenschap en Gezondheid verklaart Eddy: “Onder deze Trooster versta ik de Goddelijke Wetenschap.” Een betere kennis van de Trooster die in al onze noden voorziet en onze geestelijke honger bevredigt, wordt verkregen als we het pad van gerechtigheid zoeken. De studie van Christian Science aan de hand van de Bijbel, de werken van Mary Baker Eddy en het lezen van de Christian Science tijdschriften, zal ons zeker leiden tot een beter begrip van de Trooster – Gods genezende wetten in praktijk gebracht door Christus Jezus.
En waar iedereen ook is op zijn ontdekkingsreis en ongeacht waarnaar hij hongert, niemand is ooit verstoken van deze stellige kennis en de troostende aanwezigheid van Christus, Waarheid, die ons werkelijk voedt en verzadigt.