Ik lees graag getuigenissen en artikelen, zowel in de vroegere als recente uitgaven van The Christian Science Journal en de Christian Science Sentinel. De dankbaarheid voor God, de verbazing en eerbied die de schrijvers uiten voor hun demonstratie van Christian Science zijn zo inspirerend. En beter nog, ik vind er altijd een uitspraak of ervaring in die volkomen voorziet in wat ik op dat moment nodig heb.
Wat me speciaal opviel in die vroegere getuigenissen zijn de veelvuldige genezingen van problemen met het gezichtsvermogen. Zij waren zelden de belangrijkste genezing die vermeld werd, maar werden dikwijls kort genoemd aan het einde: “ik legde mijn bril opzij” of “ik had niet langer mijn bril nodig.”
Nadat ik afgestudeerd was van College kwam ik tot de ontdekking dat ik bijziend was. Daar ik te ijdel was om een bril te dragen negeerde ik het gewoon, totdat een vriendin mij vertelde dat collega’s mij afstandelijk vonden omdat ik hun glimlach nooit beantwoordde en hen in de hal nooit groette. Mijn vriendin reageerde daarop met: “O, Susan is niet onaardig, hoor, ze ziet je alleen maar niet.” Toen ik me realiseerde dat mijn sociale leven in gevaar was, kocht ik onmiddellijk een bril en probeerde korte tijd contactlenzen, denkend dat dit een leuke modieuze keus was omdat ik ze in verschillende kleuren kon aanschaffen.
Later, na mijn eerste Christian Science genezing, een genezing van epileptische toevallen (zie de Journal van januari 2012), verkondigde ik aldoor aan mijn familie en vrienden dat Christian Science alles kan genezen. “Echt waar?” vroeg mijn sceptische zuster. “Waarom bewijs je dat dan niet met de genezing van je ogen?” Vlug veranderde ik van onderwerp en antwoordde: “Eh, dat ben ik ook van plan”, maar zei heimelijk tegen mezelf: “Alleen niet vandaag.” Hierna droeg ik mijn bril uitsluitend wanneer ik autoreed, maar zonder bril bleef de wereld om me heen wazig.
Op een dag vond ik een artikel in de Sentinel van 25 augustus 1956 over een vrouw die bifocale glazen in haar bril had en haast niets kon zien zonder bril (zie Betty E. Thompson, “Seeing good brings healing”). Ze had geprobeerd genezing te vinden in deze situatie, maar in plaats van “de bril opzij te leggen” bleef ze er volkomen afhankelijk van.
Ze maakte zichzelf ernstige verwijten en stond op het punt op te geven, denkend dat dit iets was dat ze gewoon moest accepteren. Gelukkig gaf ze het niet op. In plaats daarvan luisterde ze naar God, en inspiratie leidde haar tot het besluit om te doen wat gedaan moest worden: zien en je alleen bewust zijn van het goede, van Gods goedheid. Niet alleen maar denken over het goede te zien, maar het overal ook werkelijk te zien – het goede geestelijk onderscheiden – op ieder moment.
Toen ze daar eenmaal mee begon, werd ze zich ervan bewust dat ze de mensen om zich heen had gezien als onvolmaakt, of als personen die iets verkeerds deden of zeiden. Langzaam maar zeker werd elke verleiding om kritiek te leveren vervangen door gedachten over ieders volmaakte geestelijke identiteit, gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis.
Dit is het, dacht ik. Hier heb ik naar gezocht. Triomfantelijk maakte ik een kopie van het artikel, legde het in een la en vergat het prompt.
Een jaar verder: 2013. Er was op mijn werk een heel ernstige situatie ontstaan die niet genegeerd kon worden – hij moest direct genezen worden of de gevolgen zouden vreselijk zijn. Met volkomen concentratie streefde ik ernaar mijn denken te vergeestelijken door mijn gedachten te zuiveren en iedere verkeerde gedachte te verwijderen. Alleen de zuiverheid van het goddelijk Gemoed, weerspiegeld in het bewustzijn van het goede, zou de omslag tot stand brengen die zo keihard nodig was.
Zoals May Baker Eddy zegt in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “Stervelingen mogen trachten Christian Science te begrijpen, maar zij zullen de feiten van het zijn niet uit Christian Science kunnen vergaren zonder daarnaar te streven. Dit streven bestaat hierin, dat men poogt dwaling van elke aard los te laten en geen ander bewustzijn te hebben dan het goede” (blz. 322-323).
Ik probeerde niets anders te zien dan de uitdrukking van de goddelijke Liefde en zelf Liefde uit te drukken. Toen ik op deze manier aan het bidden was werden de dingen opgelost en het resultaat was beter dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ik was zo dankbaar.
Ik herinner me nog goed hoe ik spoedig daarna, op weg om te gaan lunchen, vol verbazing was over de prachtige omgeving. De wereld om me heen glinsterde en schitterde. Wat was er veranderd? Ik dacht toen: Is het weer opgeklaard? Is de lucht schoner geworden? Is de stad soms een schoonheidscampagne begonnen zonder dat ik daar erg in had? Zelfs de straatnaamborden zagen er prachtig uit. Wacht eens even! Straatnaamborden! Ik had mijn bril niet op, maar ik kon de straatnamen een half blok verderop lezen die eerder totaal onduidelijk waren.
Maar hoe was dit gebeurd daar ik niets had ‘gedaan’ om mijn ogen te genezen? Direct kwam het artikel in mijn gedachten van de vrouw die de bifocale bril droeg. Ik had precies gedaan wat zij had gedaan – mijn gedachten opgeheven om de wereld te aanschouwen zoals God hem kent. Later in die maand pakte ik mijn bril uit de la. Hij was zo sterk en wazig dat ik niet kon verdragen hem op te hebben.
En weer ben ik diep onder de indruk van de onveranderde kracht van Christian Science. En ik ben heel, heel dankbaar.
Susan Self
Los Angeles, Californië, VS.