Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Een andere kijk

De Christian Science Heraut - 22 november 2016

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 12 september 2016 editie van de Christian Science Sentinel.


Op een ochtend toen de school net begon, stapte er een nieuw meisje de klas binnen. Ze heette Rosie; ze was lang en had een olijfkleurige huid en grijze ogen. Net zoals Jack met z’n rode haar en sproeten, zag ze er niet uit als de meesten van ons. Mijn vrienden en ik begonnen haar te plagen.

Maar er was iemand die Rosie op een andere manier zag dan wij. Toen mijn moeder Rosie zag merkte ze op wat een schoonheid zij was. Stel je mijn verbazing voor! Maar omdat mijn moeder een kunstenares was, vertrouwde ik haar mening over schoonheid.

De opmerking van mijn moeder schudde me ook wakker voor het feit dat ik de dingen anders moest gaan zien door verder te kijken dan wat ik met mijn ogen zag. Ik moest Rosie en mijzelf anders zien. Ik moest ons allebei meer geestelijk gaan zien.

Op de Christian Science zondagsschool had ik veel verzen uit de Bijbel geleerd die me in de goede richting stuurden. Dus toen ik bad en God vroeg om me te helpen was ik niet verbaasd toen deze zin in mijn gedachten kwam met een nieuwe betekenis: “Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind, maar toen ik opgroeide heb ik de kinderlijke dingen van me afgezet” (1 Korinthe 13:11, volgens de King James bijbelvertaling). Dit vers hielp me beseffen dat ik verantwoordelijk ben voor mijn handelingen en bereid moet zijn te veranderen. Ik zou dat kunnen doen door te luisteren naar wat God me vertelde over de andere kinderen in mijn klas.

Daarna dacht ik na over het negende gebod. Daar staat dat we geen valse getuigenis mogen spreken tegen onze naaste (zie Exodus 20:16). Dat betekent dat je geen onaardige dingen over een ander mag verzinnen. En betekent het ook niet dat je niet de gek mag steken met anderen? Het haar, de ogen, de kleur van de huid, hoe we lopen en praten bepalen niet wie we werkelijk zijn. En echt waar, we zijn Gods kinderen, Zijn ideeën. Niet stoffelijk, maar geheel geestelijk. Dus uit onze eigenschappen als liefde, vriendelijkheid, fijngevoeligheid en vreugde kun je zien wie we werkelijk zijn. Deze eigenschappen kunnen we niet zien met onze ogen, maar we kunnen ze voelen in ons hart omdat ze echt zijn, geestelijk en eeuwig. God is hun bron en Hij brengt ze prachtig tot uitdrukking in elk van Zijn ideeën.

Een ware getuige te zijn betekent dat we anderen zien als Gods kinderen. Zijn kinderen reflecteren God. Zo is het kind van Waarheid eerlijk. Het kind van Liefde is barmhartig en vrijgevig. Het kind van Ziel drukt schoonheid uit en blijdschap.

Ik zag in dat ik al mijn klasgenootjes kon helpen door mijn oppervlakkige eerste indruk van hen te veranderen in de feiten van Geest. Dit zou me helpen hen te zien zoals God hen ziet.

Maar hoe moest ik mijzelf zien zoals God mij ziet? Ik wist dat ik dit moest doen, maar ik voelde me schuldig door wat ik had gedaan. Toen las ik deze aanhaling die mij opvrolijkte en mijn hart goed deed: “[Liefde] denkt geen kwaad” (1 Korinthe 13:5). Dat vers herinnerde mij eraan dat God mij onzelfzuchtig en liefdevol had gemaakt. Ik weerspiegelde dus goedheid! Het was een deel van me. Hoe meer ik mezelf zag op deze manier, hoe gemakkelijker het was om ook zo te handelen.

Ik nam het besluit meteen te beginnen een ware getuige te zijn. En wat gebeurde er toen? Het nam wel even moed, maar ik vertelde mijn vrienden dat we Rosie op een andere manier moesten zien. We waren het erover eens om Rosie uit te nodigen met ons te gaan lunchen en bij ons te blijven in de pauze. De onvriendelijkheid stopte en de vriendschap groeide.

Wat een gelukkig einde van een verhaal dat zo ongelukkig was begonnen. Dat jaar leerde ik niet alleen vriendelijker te zijn tegen mijn klasgenootjes, maar ook hoe belangrijk het is om niet te oordelen over wat ik met mijn ogen zie. God helpt ons beter te zien en te begrijpen wat anderen werkelijk zijn.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.