Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Geduld en vertrouwen op genezing

De Christian Science Heraut - 22 Juni 2016

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 14 maart 2016 editie van de Christian Science Sentinel.


Als ik met uitdagingen van verschillende aard te maken heb, verdiep ik mij meestal in de verklaring “Geduld moet zijn ‘volmaakt werk’ hebben”. Deze staat op bladzijde 454 van het boek Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy. Van de ene kant roept deze verklaring op tot kalmte en vertrouwen, zoals in Spreuken 3:5 (“Vertrouw op de Heere met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet”), en van de andere kant roept deze verklaring op tot verwachtingsvol werken en bidden.

Als je geduld beoefent, verwacht je vaak iets, omdat je naar een specifiek doel toewerkt. Is dat niet ook het geval als je voor genezing aan het werk bent? Doorgaans is het makkelijker geduld op te brengen wanneer je met vertrouwen iets verwacht (een zonsopgang is daar een mooi voorbeeld van) of wanneer je al gaandeweg bewijs van vooruitgang krijgt en je gewoon nog iets langer moet wachten om het proces te laten voleindigen (zoals je bij een zonsondergang ervaart).

Maar wat gebeurt er als je geen bewijs van vooruitgang krijgt, of de weg naar het doel langer en uitdagender blijkt te zijn dan je dacht – en je ongeduldig begint te worden en tekenen of tastbaar bewijs wilt hebben dat je op de juiste weg bezig bent?

Hoe kunnen wij vooruitgang meten? Ik heb hierover nagedacht toen ik biddend werk moest doen voor een genezing.

Op een ochtend in november 2014, vertrok ik van huis voor een lange trip naar een verlaten gebouw om daarvan artistieke foto’s te maken. Toen ik aankwam, landden enkele muggen op mijn huid. Even later leek het of een hele zwerm muggen neerstreek in het gebied waar ik mij bevond, en ik werd bang. Ik woon in een tropisch klimaat en in die tijd klaagden veel mensen over ziekte; zij wezen de muggen aan als overbrenger van deze ziekte.

Ik bad om mijn gedachten zuiver te houden en te focussen op het feit, dat er in het koninkrijk van God geen overbrenging van ziekte bestaat, omdat God immers Liefde is (zie 1 Johannes 4:8) en geen ziekte of lijden schept of toestaat. “In Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij” (Handelingen 17:28), en daar vindt niets buiten Zijn macht plaats. Bovendien kwam een regel uit Wetenschap en Gezondheid tot mijn gedachten, waarin staat: “Laat vrees noch twijfel een schaduw werpen op uw helder besef en rustig vertrouwen, dat de erkenning van het leven als harmonisch – zoals Leven in alle eeuwigheid is – elk smartelijk gevoel van, of geloof aan datgene, wat Leven niet is, kan vernietigen” (blz. 495).

Enkele dagen later moest ik vroeg van werk naar huis, omdat ik mij plotseling onwel voelde. Ik kon bijna niet meer op mijn benen staan en kon zelfs geen lichte voorwerpen in mijn handen vasthouden. Ik zette mijn gebed in Christian Science voort om genezing te vinden. Na een week waren er nog geen zichtbare tekenen van verbetering. Daar bovenop kreeg een van onze honden iets aan haar achterpoten en kon ze niet meer goed gebruiken. Inmiddels zaten wij in de derde week en wij ondervonden nog steeds geen van beiden enige verbetering.

De eerste regel van “de wetenschappelijke verklaring van het zijn” uit Wetenschap en Gezondheid bracht het nodige licht. Daar staat: “Er is geen leven, waarheid, intelligentie noch substantie in de stof” (blz. 468). Ik besefte, dat de lichamelijke zintuigen geen macht of kracht hebben om een verklaring over ons ware geestelijke leven te geven. Geduld houdt in, dat wij vertrouwen op dat wat geestelijk waar is.

Ook het overpeinzen van een recente gebeurtenis tijdens een fietstocht bleek helpend en een uitgangspunt voor genezing. Dat was op een ochtend toen ik tegen een heuvel op fietste en worstelde om vooruit te komen. Ik gaf het bijna op, omdat ik zelfs bij het terugschakelen naar een lagere versnelling niet vooruit kwam. Ik verloor steeds meer de moed, maar hield vol. Het voelde als de grootste afstand, die ik ooit heb gehaald!

Nadat ik eindelijk de top van de heuvel had bereikt, realiseerde ik mij, dat ik de fiets zeven versnellingen hoger had gezet dan ik voor mijzelf als haalbaar hield. Het versnellingssysteem van de fiets was onlangs vernieuwd en ik had de versnellingen niet goed gelezen. Ik had het dus in feite heel goed gedaan! Ondanks dat ik mijzelf de misleidende gedachte voorhield, dat ik langzaam en incompetent was, had er enorme vooruitgang plaatsgevonden. Het overpeinzen van deze ervaring met de heuvel hielp mij gedurende mijn gebed en studie voor genezing.

Snel daarna vond ik een definitie van tegenpartij in Wetenschap en Gezondheid, waarin staat: “Een tegenpartij is hij, die tegenwerkt, loochent en betwist, niet hij, die opbouwt en werkelijkheid en Waarheid steunt” (blz. 580). Ik zag hoe de zintuigen konden tegenwerken en misleiden en geen kracht hadden om mij te steunen; God steunt mij. En opeens was er een soort wakker worden – alsof er een lichtstraal van de pijn en twijfel werd gericht op de bemoedigende werkelijkheid van Gods Liefde!

Mijn gedachte concentreerde zich op het misleidende concept van tijd. Als wij ons door tijd laten intimideren, wordt ongeduld aangemoedigd. In Wetenschap en Gezondheid schrijft Mary Baker Eddy: “Eeuwigheid, niet tijd, drukt de gedachte van Leven uit en de tijd is geen deel van de eeuwigheid” (blz. 468). Als wij eeuwigheid begrijpen, dan begrijpen wij ook dat er geen element van tijd, geen vertraging, in de bewijsbare geestelijke werkelijkheid is.

Natuurkundige metingen kunnen niets over het geestelijke berichten, hetgeen de werkelijkheid hier en nu is; bijvoorbeeld de liefde die in iemands gedachte en hart groeit, kan niet adequaat met stoffelijke methodes worden gemeten. Deze verfrissende gedachten waren hard nodig. Als je alles in tijd meet, meet je dus hoe lang je erover doet om een leerboek te lezen in plaats van over de geleerde lessen en de verworven inzichten na te denken. De ware beloning bestaat uit het in de praktijk brengen van die verworven inzichten.

Toen ik mij de volgende ochtend gereed maakte om mijn klussen op te pakken, realiseerde ik mij dat alle pijn uit mijn handen en benen was verdwenen, en dat mijn hond mij begroette op zijn achterpoten staande, vragend om aangehaald te worden. Onze genezingen waren volledig en er was geen spoor van ziekte meer te bekennen.

Ik leer, dat het onze plicht is om ons geestelijk inzicht en onze liefde voor Gods waarheid te vergroten, vol te houden en geduldig te zijn, en genezing te verwachten. Het laatste couplet uit Gezang 85 in het Gezangboek van Christian Science verklaart dit zo mooi: 

Heel de weg, die voor ons ligt,

Wilt Gij onze leidsman wezen,

Waar de vloed der dwaling wast,

Zal uw vrede ons hart genezen;

Leer ons op Uw rechte wegen

Vroom en heilig ons bewegen.

(Edith Gaddis Brewer, © CSBD)

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.