Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Een ruimere visie op Kerstmis

De Christian Science Heraut - 22 november 2016

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 15 december 1986 editie van de Christian Science Sentinel.


De avond voor Kerstmis daalde er een dichte mist neer over het landschap. Wij konden zelfs niet gaan wandelen om onze nieuwe omgeving te ontdekken. Een vreemde grijze en stille wereld omsloot ons. Mijn moeder en ik waren een paar dagen voor Kerstmis aangeland in een stadje in Engeland waar we niemand kenden en geen familie en vrienden hadden. Na enkele maanden werkloos te zijn geweest, zouden we hier een nieuwe baan beginnen. Zonder de gebruikelijke voorbereidingen leek Kerstmis kil en troosteloos.

Maar juist deze omstandigheden stimuleerden ons afstand te nemen van de stereotype festiviteiten en op zoek te gaan om meer te ontdekken van de ware—de geestelijke—betekenis van Kerstmis. We gebruikten onze tijd om de geliefde kerstverhalen in de Bijbel te lezen en ook wat er over Kerstmis en de Christus staat in het leerboek van Christian Science, Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilge Schrift van Mary Baker Eddy. En in deze aandachtige stilte bemerkten we dat het gemakkelijker was de engelenzang te horen, de verkondiging van het goddelijk Gemoed.

Het bleef de hele kerstdag mistig en ook de dag daarna—Boxing Day genoemd in Engeland. Maar de volgende morgen trok de mist plotseling op, de zon begon te schijnen en wij beseften dat we ondanks alles een heel gelukkige Kerstmis hadden gehad. Wat aanvankelijk een beproeving had geleken, bleken lessen te zijn die mij altijd zijn bijgebleven.

En wat had ik geleerd? Dit kan niet makkelijk onder woorden worden gebracht omdat geestelijke ontvouwing iets is dat we diep vanbinnen voelen. Maar wat ik las in een artikel van Mary Baker Eddy over Kerstmis, gepubliceerd in de New York World, geeft mijn gevoelens goed weer. Zij schreef: “In Christian Science staat Kerstmis voor het ware, het absolute en eeuwige—voor de dingen van Geest, niet van de stof.” Eerder in hetzelfde artikel schrijft zij: “[Kerstmis] vertegenwoordigt de eeuwig inspirerende Ziel die alleen gezien wordt in harmonie, in de schoonheid en overvloed van eeuwig Leven—in de waarheid die Leven is, het Leven dat de mensheid geneest en verlost” (The First Church of Christ, Scientist and Miscellany, blz. 259-260).

Als wij nadenken over deze aanhalingen beginnen wij een beter inzicht te krijgen in de betekenis van Kerstmis. Neem bijvoorbeeld “schoonheid en overvloed.” Beide behoren bij het kerstseizoen. Mensen houden ervan hun huis zo mooi mogelijk te versieren en lekkere dingen voor de feestdagen klaar te maken. Maar de hulst en versieringen verliezen spoedig hun glans en worden verwijderd; en de speciale traktaties zijn verorberd. In feite zijn veel mensen dankbaar en zeggen: “Wel, Kerstmis zit er weer op!” Maar toen ik nadacht over de woorden in het kerstartikel in de New York World, kon ik duidelijk zien dat de schoonheid van het goddelijk Leven—de bron van alles dat bestaat—glans en luister inhield, vitaliteit en kracht, de rust van onveranderlijke lieflijkheid en een blijmakende overvloed die bestendig en zeker is. Ook begreep ik dat deze eigenschappen, omdat zij oneindig zijn, altijd deel uitmaken van de ware geestelijke natuur van de mens. Zij verwelken niet of worden opgegeten, maar blijven voorgoed bestaan.

Als we zelfs maar een glimp van de geestelijke werkelijkheid opvangen wordt het materiële en kortstondige minder belangrijk, minder werkelijk voor ons. We verwerven een ander perspectief op onze menselijke activiteiten en kunnen meer gezag tonen over de tirannie van “dingen”—kunnen meer rust en geluk ervaren onder alle omstandigheden. Ook als we eenzaam en verlaten zijn kunnen we nog steeds de vreugde van Kerstmis beleven. En als we zo druk zijn dat we nauwelijks een minuut rust hebben, kunnen we niettemin de vrede van Kerstmis voelen.

Onze harmonie komt voort uit datgene wat in ons bewustzijn is—niet uit uiterlijke evenementen. Ik heb heel wat verschillende kerstvieringen meegemaakt in tal van plaatsen. Soms werkte ik hard om andere mensen een vrolijk Kerstmis te bezorgen. Soms bracht ik de kerstdagen door met familie en vrienden. Soms was mijn Kerstmis erg rustig en stil zonder enige festiviteiten—zoals die mistige Kerstmis die mij zoveel leerde. Maar bij iedere gelegenheid bleef de essentie van Kerstmis dezelfde voor mij: Gods liefde die ons hart verlicht, onze genegenheid vult met het licht van Waarheid en onze gedachten opheft tot het aanschouwen van “de blinkende Morgenster” (Openbaring 22:16). Gezang 170 uit het Gezangboek van Christian Science is mij dierbaar:

“Ons zegt geen taal of mensentong,
Wat eens het koor der englen zong,
Alleen ons hart ervaart de groei
Van Kerstmisleliën schoon in bloei.”

Iedere keer als ik het bekende kerstverhaal lees ontdek ik dat een bepaald aspect ervan een nieuwe en lieflijke betekenis voor me heeft. Bijvoorbeeld de vlucht naar Egypte. Matthéüs vertelt: “De engel des Heeren verschijnt Jozef in de droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeke en Zijn moeder, en vlucht in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal” (2:13). Toen ik dit las trof de gedachte mij wat een goede man Jozef moet zijn geweest—blijkend uit zijn liefdevolle zorg voor Maria en door ogenblikkelijk Gods aanwijzingen op te volgen. Verder denkend over dit bijbelverhaal, herinnerde ik me wat Martha Wilcox vertelde over haar werk bij de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science. Op een dag toen Mary Baker Eddy tot haar sprak, eindigde zij haar opmerkingen met: “Nu, neem je kindeke mee naar Egypte en laat het opgroeien tot het sterk genoeg is om op eigen benen te staan”. Martha Wilcox schrijft: “Ik begreep dat ik met niemand mocht spreken over wat mij was aangereikt totdat ik de substantie ervan in mijn eigen gedachten had verwerkt” (We knew Mary Baker Eddy, Boston: The Christian Science Publishing Society, 1979; blz. 200-201).

Ik zag hier een les in voor mezelf. Soms als er zich een nieuw geestelijk idee ontvouwt in onze gedachten, kunnen we verleid worden er meteen over te praten; we willen het zo vlug mogelijk met anderen delen. Maar vaak is het verstandig om dit idee eerst te beschermen en te voeden, het te laten groeien en ontwikkelen tot het een vaste overtuiging is geworden—en pas dan zijn wij klaar om naar buiten te treden en ons genezend werk te doen.

Toen ik me in deze gedachte verdiepte, begreep ik de noodzaak beter om de lessen van het kerstverhaal in ons leven toe te passen. Wat een wonderbaarlijke tijd is Kerstmis met zijn eeuwige boodschap van hoop, vrede en blijdschap. De ster straalt nog steeds voor hen die willen zien; de engelen zingen nog steeds voor degenen die willen luisteren. En wij vandaag, kunnen ons hart openen om de goede berichten van grote blijdschap te ontvangen (zie Lukas 2:10) en de Christus te verwelkomen.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.