Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Toen gebed in de plaats kwam van paniek

De Christian Science Heraut - 5 mei 2016

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 22 februari 2016 editie van de Christian Science Sentinel.


Ik kon me vrijwel niets meer herinneren. Het was half twaalf ’s avonds en de volgende dag zou ik een examen in journalistiek hebben. Wat had ik eigenlijk het hele semester in de klas geleerd?

Ik had gestudeerd, alles gelezen wat ik moest lezen, het leerplan tot in de puntjes gevolgd. Maar nu leed ik aan een geheugenstoornis. Mijn maag zat in de knoop en ik kon zelfs niet gewoon denken. Zou ik naar de bibliotheek gaan? Wanhopig proberen om me klaar te stomen?

En toen, door al dat piekeren heen, hoorde ik …

Je kunt bidden.

Ik verzette me daartegen, want ik dacht dat ik niet genoeg tijd had.

Maar de gedachte kwam weer: Je kunt bidden.

Dus opende ik mijn Gezangboek van Christian Science op nummer 134, dat begint met:

‘k Zie op tot U, en nooit vergeefs
   Bij iedere tegenspoed,
O Liefde, ik voel Uw zachte hand,
   En alles is weer goed;
        (Samuel Longfellow)

Ik las iedere regel en liet de betekenis ervan tot me doordringen als nooit te voren.

Wat me erg aansprak in het eerste vers was de gedachte dat we op God kunnen rekenen. We kunnen ons altijd tot God keren als we ons verloren voelen of bang zijn, en Zijn hulp is er direct. Gods hulp is voelbaar voor ons – geruststellend en genezend.

Het begin van het tweede vers herinnerde me eraan dat ik niet in paniek hoefde te raken:

Uw vrede daalt verlossend neer,
   En ’t rustloos hart wordt stil;
Uw alvernieuwend leven staalt
   En sterkt mijn wanklen wil;

Maar wat betekende “alvernieuwend” precies? Ik wist dat het niets te maken had met een versnelde hartslag of op hol geslagen gedachten!

De Bijbel spreekt van “levend gemaakt door de Geest” (1 Petrus 3:18); geestelijke vernieuwing, geïnspireerd zijn.

Ik zag toen in dat geestelijke vernieuwing heel iets anders is dan rondrennen en proberen dingen gedaan te krijgen, zelfs met de beste bedoelingen. Geestelijke vernieuwing moest wel betekenen gestimuleerd worden door God en geïnspireerd om opmerkzaam te zijn voor de manieren waarop ik liefde tot uitdrukking kon brengen, ook bij tegenspoed, en God vereren en kenbaar maken bij iedere stap die ik deed.

De derde couplet sprak me aan door deze belofte: “[Ik] zie ik Uw hand in alles, Heer,/En alles in Uw hand.” Zou het kunnen zijn dat dit examen een gelegenheid was om Gods “hand” te zien – de macht van de goddelijke intelligentie, of Gemoed, aan het werk te zien? De paniek werd minder toen ik me realiseerde dat mijn succes van de test niet alleen van mij afhankelijk was.

Dankzij deze kalmerende gedachten was ik in staat naar bed te gaan en toen ik wakker werd kwam de gedachte bij me op om de campus over te steken naar een broodjes winkel in de hoofdstraat en daar te studeren. De eekhoorns en ik waren de enigen die zich in de vroege ochtenduren over de campus bewogen. Maar ik voelde me anders – niet bezwaard of bezorgd, maar vol zelfvertrouwen dat ik werkelijk Gods weerspiegeling was, en God was de bron van alle ware intelligentie! De tijd die ik aan studie besteedde in de broodjeszaak was productief. Geleidelijkaan kwam de informatie van mijn journalistiekklas terug. Ik was echter niet meer geobsedeerd door me alle antwoorden te willen herinneren. Ik was me meer bewust van mijn eenheid met het goddelijk Gemoed, en dat verjoeg de faalangst.

Later op de dag, het blauwe examenboekje in de hand, haalde ik diep adem en las de eerste vraag. Ik wist het antwoord! Én het volgende antwoord. Én het daaropvolgende. Terwijl ik schreef kwamen de ideeën vanzelf. Toen de professor “Tijd” riep, kon ik mijn rugzak pakken en de klas uitlopen met een gevoel van rust en vertrouwen.

Een paar weken later kreeg ik bericht dat ik een goed cijfer had gehaald. Maar de overwinning die me bijbleef was het diepere begrijpen dat God werkelijk aanwezig is in die momenten van paniek en strijd – om ons “rustloos hart” te kalmeren, onze angst tot bedaren te brengen, ons lief te hebben, te leiden en te genezen.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.