Mijn werk als klassiek musicus houdt in dat ik meestal speel in kamermuziek ensembles met diverse andere instrumenten. Enige tijd geleden trad ik een paar jaar op in een duo-ensemble met een andere musicus. We hadden een goede muzikale relatie en na iedere repetitie zei hij hoe prettig hij onze samenwerking vond. Op een gegeven moment besloten wij samen een opdracht te accepteren voor de uitvoering van een nieuw muziekstuk. Een deel van het contract, waarmee wij beiden akkoord gingen, luidde dat wij de opname zouden maken voor de wereldpremière.
Die zomer voerde mijn collega dit muziekstuk uit in het buitenland met een musicus die een ander instrument bespeelde dan ik, een cross-over speler die jazz en klassieke muziek combineerde. Toen mijn collega terugkwam, vertelde hij me dat hij had besloten de opname van het muziekstuk met die andere persoon te doen, daar hij de voorkeur gaf aan zijn instrument en aan de jazzstijl. Dat dit gebeurde met wat zo’n perfect ensemble leek was schokkend – ik was diep gekwetst. We moesten het contract verbreken en hoewel we op correcte wijze de details uitwerkten, betekende zijn beslissing het einde van onze samenwerking.
Ik vroeg een Christian Science practitioner om een paar dagen biddend werk voor mij te doen over deze situatie, en realiseerde me dat ik in de eerste plaats mijn collega moest vergeven. De practitioner legde uit dat God de enige macht is die mijn leven bestuurt en dat er in Zijn volkomen goedheid onbeperkte mogelijkheden zijn. Ik bad om mijn vriend te zien zoals God hem ziet – te weten dat wij beiden Gods idee zijn, die Zijn goedheid uitdrukken en op gelijke wijze geliefd en verzorgd worden. En ik bad om te weten dat “hun, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede” (Romeinen 8:28). Ik wist, als ik mij concentreerde op Gods liefde in plaats van op mijn gekwetste gevoelens, dat ik zou openstaan voor de goddelijke ontvouwing. Ik was dankbaar voor alle fijne concerten waarin we hadden samengespeeld en was al gauw in staat te vergeven. Af en toe kwam ik hem tegen op de universiteit waar hij les geeft en waar ik repeteer met andere collega’s, en onze ontmoetingen waren altijd vriendelijk.
Het bleek dat deze situatie een goed voorbeeld was van “verlies is baat” waaraan Mary Baker Eddy refereert in haar gezang: “Mother’s Evening Prayer”(Gezangboek van Christian Science, nr. 207). Als we verder waren gegaan met het originele plan zou er van mij slechts dat ene stuk zijn opgenomen op mijn collega’s CD – de rest zou bestaan uit de solo’s die hij zou spelen. Als resultaat van gebed ontmoette ik nieuwe musici met wie ik twee complete CD’s opnam, wat neerkwam op meer dan een dozijn nummers!
Verleden jaar overleed een componist wiens werk ik regelmatig uitvoer en ik wilde hem dit seizoen eren door in mijn kamermuziekseries verschillende werken van hem uit te voeren. Een van de belangrijkste stukken had ik eerder uitgevoerd met de instrumentalist met wie ik die wanklank had gehad. Het kwam met zo’n grote vreugde tot me dat het goed was om hem te vragen dit jaar met mij samen dit stuk te spelen – en het was een prachtig concert. De genezing was zo compleet, zelfs al was het 15 jaar geleden dat we voor het laatst hadden samengewerkt, dat alles net zo vreugdevol en vredig verliep als in ons vroeger optreden, en we maakten plannen om de samenwerking dit seizoen voort te zetten. Het is een volmaakt voorbeeld van de bijbelse belofte: “Ik zal u de jaren vergoeden die de sprinkhaan heeft opgegeten”(Joël:2:25, vertaald uit de King James Bijbel).
Aanvankelijk twijfelde ik om deze getuigenis te geven, want het was zo’n naadloze genezing dat het bijna aanvoelde alsof er niets gebeurd was. En in werkelijkheid is dat ook zo – er was nooit iets anders geweest dan Gods liefde. Maar ik vertel dit voor degenen die ook in situaties zijn geweest waar zij het gevoel hadden dat hun onrecht was aangedaan. Dankzij Christian Science kunnen we bewijzen dat er in Gods koninkrijk geen onrechtvaardigheid is. Zijn liefde is zo machtig dat Zijn geliefde kinderen niet gekwetst kunnen worden, maar altijd zeer geliefd zijn.
Naam achtergehouden