Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

We worden nooit in de steek gelaten

De Christian Science Heraut - 1 januari 2010

Christian Science Sentinel, jaargang 111, nummer 8


We kunnen altijd vertrouwen en hoop hebben. Ondanks de zorgwekkende economische vooruitzichten met dagelijkse berichten over mensen die hun baan, hun middelen van bestaan en zelfs hun huis verliezen, weten we dat de enige Voorziener in al onze noden binnen handbereik is. Onze Vader-Moeder God houdt nooit op voor ieder van ons te zorgen.

Albert Einstein heeft eens gezegd, “Ik wil Gods gedachten kennen … de rest is bijzaak” (TheExpanded Quotable Einstein, Princeton University Press, 2000, blz. 202). De mensheid is erop getraind om naar de menselijke omstandigheden te kijken en stelt dikwijls dringende vragen zoals: “Waarom gebeurt dit? Wat moet ik nou doen? Hoe kom ik hier doorheen?”  Maar deze vragen richten de aandacht alleen maar op de bijzaken. Er is een andere manier van denken die de gedachten opheft en de weg wijst uit het moeras van hopeloosheid en verlies. Door onze gedachten te concentreren  op God en Zijn grote liefde voor Zijn kinderen, zullen machtige ideeën ons verlichten en een antwoord geven op elk probleem.

Een aantal jaren geleden werd ik ertoe gedwongen dit meer productieve gedachteproces in praktijk te brengen. Al twee jaar werd ik benaderd door het hoofd van een school om les te geven op zijn school. Ik was geïnteresseerd, maar iedere keer als hij mij vroeg te komen werken, had ik mijn jaarcontract voor onderwijzer/bibliothecaris al getekend voor een andere school. Op een zekere dag in het voorjaar vroeg hij me opnieuw. Ik had kort daarvoor mijn eerste huis gekocht, dichter bij zijn school, en dit leek een antwoord op mijn gebed. Dus stemde ik toe. Hij zei dat hij in de zomer contact met me zou opnemen om de papieren te tekenen. Maar toen hij mij maar niet belde, belde ik hem en kreeg te horen dat hij de baan aan een student had gegeven. Ik had mijn baan al opgezegd, en daar zat ik dan – geen baan en een hoge hypotheek. Het was een enorme klap.

Mijn hele leven  had ik op gebed vertrouwd. In de jaren dat ik onderwijzer en bibliothecaris geweest ben, heb ik veel prachtige ervaringen gehad, en ook wel moeilijke tijden, maar altijd  luisterde ik naar de leiding van mijn Vader-Moeder God. Bij iedere nieuwe uitdaging vond ik een antwoord dat in mijn noden voorzag. Er waren tijden dat ik het antwoord niet prettig vond, maar in de nood werd altijd voorzien. En naderhand kon ik de zegen zien die het gevolg was van het vertrouwen in Gods leiding. En hoewel de uitdaging van deze nieuwe situatie mij boven het hoofd groeide, vertrouwde ik erop dat God me de weg zou wijzen. 

Toen kreeg ik een telefoontje, volkomen onverwacht, van een ander schoolhoofd uit het schooldistrict waar ik net weg was gegaan. Zijn bibliothecaris had ontslag genomen en hij wilde graag dat ik diens plaats innam. Ik was helemaal verrukt en dankte God voor zijn perfecte timing. Maar  een paar dagen later belde hij weer en zei dat er complicaties waren met mijn bevoegdheid en de personeelsafdeling. Mijn hart sloeg een slag over. Ik kon me niet voorstellen wat er verkeerd was. Ik gaf al 10 jaar les zonder een enkel probleem.

Al gauw ontdekte ik dat in mijn persoonlijke dossier van mijn vorige werkgever enkele volkomen onjuiste verklaringen stonden. Ik was in tranen en mijn hart was gebroken. Dit was zo oneerlijk.

Ik had het gevoel dat ik in een achtbaan zat en eruit wilde! Ik was niet bang voor uitdagingen, maar deze was me te bar. Ik wist echter meteen dat ik mijn gedachten moest veranderen. In plaats van te denken: “Waarom gebeurt dit? Waarom hebben anderen een dergelijk invloed op mijn leven?” moest ik mijn gedachten op Gods absolute waarheid richten en de zinvolle vraag stellen: “ Wie bestuurt er mijn leven?”

Als ik moeilijkheden heb, pak ik altijd de Bijbel om te zien wat God me hierover te zeggen heeft. Toen Elisa en zijn dienstknecht door het leger waren omsingeld, zei Elisa: ”Vrees niet: want die met ons zijn, zijn meer dan zij die bij hen zijn” (2 Koningen 6:16). Deze woorden kwamen steeds weer in mijn gedachten. Elisa’s dienstknecht was bang, want alles wat hij zag was gevaar om hun heen. Elisa keek echter verder, hij keek naar de werkelijkheid van Gods tegenwoordigheid. Toen hij bad: ”Heere, open toch zijn ogen dat hij zie” (vers 17), moet zijn dienstknecht zich bewust zijn geworden van de beschermende macht van deze God. Het leger werd tijdelijk verblind. En Elisa ging nog een stap verder in zijn gebed, hij had medelijden met de overwonnen soldaten en liet ze ongedeerd naar huis gaan.

Jezus onderwees ons onze vijanden lief te hebben en Christian Science leert ons dat als we deze les opvolgen, wij zullen merken dat we geen vijanden hebben. Ik wist dat mijn gebeden dieper moesten gaan, dat ik meer vertrouwen moest hebben en meer lief moest hebben. Het was nodig dat ik me ernstig verdiepte in Gods geestelijke werkelijkheid en niet dook in het troebele water van het menselijk probleem. Ik moest mezelf wegcijferen - verontwaardiging,  frustatie, zelfs wraakgevoelens laten varen - en de aanwezigheid van de goddelijke Liefde zien die mij op dat moment de weg aanwees.

Maar  het was zo moeilijk dit te zien terwijl alles om me heen mislukte, en mij bovendien de kwellende vraag boven het hoofd hing hoe ik mijn rekeningen kon betalen. Ik hield mezelf voor dat ik al die jaren als uitgangspunt had gehad liefdevol en respectvol te zijn in mijn werk. Nu was het de tijd om sterk en geduldig te zijn. Op God te vertrouwen. Hij zou me niet in de steek laten. Hij volvoert Zijn heilig plan; en ik moest mijn geloof niet verliezen. Ik moest sterk staan in mijn vertrouwen dat waar ik was, ook mijn voorziening en mijn bescherming tegen onrecht aanwezig was. Ik bad zonder ophouden.

De school begon, en een gevoel van verlatenheid probeerde zich aan me op te dringen. Zelfs na gebeden te hebben, leek het soms dat wrokgevoelens me probeerden te overweldigen, terwijl ik op hetzelfde moment wist dat ik alleen door gebed bevrijding en antwoorden zou vinden. Iedere dag stond ik op, haalde diep adem en bad: “Dit is de dag die de Heere gemaakt heeft; laat ons op deze ons verheugen en verblijd zijn” (Ps.118:24). Ik sprak alle negatieve gedachten tegen (zie Wetenschap en Gezondheid, blz. 391), en dat waren er duizenden!

In 2 Kronieken vond ik deze prachtige boodschap: “De strijd is niet uwe, maar Gods ... wees bestendig, sta stil en zie...” (20: 15,17; vertaald uit de King James Bijbel)).  Ik overdacht dat ik een baan had en dus “bestendig” was. “Sta stil” betekende voor me, neem de tijd naar God te luisteren, en dan “zie” je Zijn voorzieningen. Mijn taak was de goddelijke Liefde te vertolken in vreugde, liefde en barmhartigheid. De verstikkende zorgen en de influisteringen van het kwaad namen af.

Toen kreeg ik op een ochtend een duidelijke aanwijzing dat ik mijn talenten moest gebruiken voor vrijwilligerswerk. Ik werd geleid naar een school te gaan die redelijk dicht bij huis was, en waar veel hulp nodig was in de bibliotheek, en daar kon ik aan de slag.

Na enkele maanden kwam er een plaats vrij in een zesde klas en ik kreeg de baan.Waar ik het  meest dankbaar voor was, was niet zozeer de baan of het feit dat ik nu mijn rekeningen kon betalen, maar dat alle angst was verdwenen. En ik had geen gram wrevel meer – alleen een diep gevoel van liefde vulde mijn hart.

Ik heb ondervonden dat door Gods visie te zoeken, in plaats van te reageren op ieder zorgelijk detail, tegenslagen worden veranderd in kansen. Het moment dat we bereid zijn onze gedachten te veranderen en ons hart openstellen voor Gods liefde - eigenwil loslaten, stoppen met vragen stellen, vasthouden en geloven in Gods waarheid – is het moment waarop de engelen in ons hart zingen en antwoorden zich ontvouwen.


Katie Mangelsdorf is een gepensioneerde onderwijzeres en geeft nu het merendeel van haar tijd aan de openbare praktijk van Christian Science. Zij woont in Palmer, Alaska, V.S.

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.