Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Gezondheid is onvermijdelijk

Een geneesmiddel dat betaalbaar is, algemeen toegankelijk en zonder negatieve bijwerkingen

De Christian Science Heraut - 1 april 2010

The Christian Science Journal, november 2009


Bekijk een willekeurige krant, tijdschrift of televisieprogramma en je krijgt de indruk, dat ziekte een onvermijdelijk deel van het leven uitmaakt – dat het niet een vraag is van of maar wanneer de meeste mensen de laatste medische snufjes nodig hebben om een reeks ziektes van zich af te houden. De agressieve marketingpraktijken van geneesmiddelen op recept worden ter discussie gesteld en dat is goed nieuws. Ook de medische wereld begint zich af te vragen of het wel zinvol is het publiek voordurend beelden en beschrijvingen van ziektes onder de aandacht te brengen. Zo schreef bijvoorbeeld Marcia Angell, een leidinggevende spreker over sociale geneeskunde aan de Harvard Medische Universiteit in de rubriek “Room for Debate” van The New York Times : „Advertenties voor geneesmiddelen op recept, die direct de verbruiker aanspreken, bereiken exact hun doel: de omzettoename voor de farmaceutische industrie. Deze promoten niet alleen meer een meer ziekteverschijnselen, maar ook de geneesmiddelen ervoor. Als het de industrie lukt om in het algemeen normale mensen ervan te overtuigen dat je voor minieme klachten een langdurige behandeling met medicamenten nodig hebt, dan zal z’n markt groeien.“

Vooral voor Christian Scientisten is het noodzakelijk om de huidige aanmatigingen van de onvermijdelijkheid van ziekte te weerleggen. Deze hypnotiserende suggesties beogen de geestelijke groei te belemmeren en boezemen angst en hopeloosheid in, zelfs in de gemoederen van diegenen die door hun studie en praktijk van Christian Science weten dat ziekte niet alleen te vermijden is, maar dat ziekte au fond onwerkelijk is. Mary Baker Eddy die Christian Science ontdekte, schreef: „Zelfzucht en zinnelijkheid worden in het sterfelijk gemoed aangekweekt door gedachten, die voortdurend op het eigen ik gericht zijn, door gesprekken over het lichaam en door te verwachten, dat het ons voortdurend genot of pijn zal verschaffen; en dit alles gaat ten koste van de geestelijke groei. Indien wij de gedachten in sterfelijke gewaden hullen, zullen zij hun onsterfelijke aard verliezen” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 260).

Als we zulke suggesties niet consequent aanpakken, staan we ineens voor het feit dat we bang zijn een besmettelijke ziekte of een ouderdomskwaal op te lopen, of dat we de neiging hebben een diagnose over onszelf te stellen. We beginnen misschien sommige ziektes te classificeren als moeilijker te genezen dan andere en we vragen ons af wat we zouden doen als we een „ongeneeslijke ziekte“ zouden hebben. En de vraag kan zelfs opkomen of het wel veilig is om op geestelijke genezing voor onszelf en onze kinderen te vertrouwen.

Dit zijn niet onze gedachten! En we hebben christelijke autoriteit om ze af te wijzen  omdat ze niet van God komen, het ene oneindige Gemoed. Er is in werkelijkheid geen classificatie van ziekte, omdat er in werkelijk geen ziekte bestaat. Alle variaties van ziektes – chronisch, acuut, erfelijk, besmettelijk, terminaal – kunnen ons geen angst meer injagen, als we weten dat er niets te variëren valt. Iedere naam van ziekte wordt een „alias“ als we weten dat z’n werkelijke naam „niets“ is.

De wijdverbreide opvatting dat ziekte een voldongen feit is, komt uit een andere nog wijder verbreide opvatting voort, dat we in de stof leven en door stoffelijke wetten worden bestuurd. Christian Science bestrijdt het bestaansrecht van deze veronderstelling. Met als uitgangspunt dat Liefde God is en God Alles is, stelt Christian Science dat de mens, Gods geestelijke schepping, geen ongelukkig, dolend wezen is in een stoffelijke wereld, geen slachtoffer van omstandigheden. Het leven van de mens is niet broos of kwetsbaar. Zijn gezondheid is geen hoedanigheid van de stof, maar van het geestelijk bewustzijn. Mary Baker Eddy schreef: „Het ware bewustzijn is ware gezondheid“ (Miscellaneous Writings 1883-1896, blz. 298).

Wat is het ware bewustzijn? Het is het bewustzijn van het goede, het bewustzijn van God met ons. Als we ons bewust zijn van de schoonheid van de goddelijke Ziel, de reinheid van de goddelijke Geest, de tederheid van de goddelijke Liefde, de stabiliteit en volmaakte orde van het goddelijk Beginsel, de intelligentie van het goddelijk Gemoed, kunnen we ons niet terzelfder tijd bewust zijn van chaos en ziekte. In contrast tot de algemene opinie is gezondheid, en niet ziekte, onvermijdelijk. Volmaaktheid is onvermijdelijk, want God is Eén, oneindig en onverdeelbaar. En God verkondigt Zichzelf onophoudelijk en verklaart vreugdevol: „IK BEN DIE IK BEN.“

Het sterfelijk gemoed of het menselijk gemoed en zijn uiterlijke staat, de stof, maakt zich meester van deze verklaring en imiteert hem door voortdurend te beweren dat hij de  macht heeft en werkelijk is, en zegt: „Ik ben machtig. Ik ben mooi. Ik ben actief, ik ben intelligent.“ Maar hand in hand met deze claim komt tevens de sombere mededeling: „Ik ben zwak. Ik ben oud. Ik ben ziek.“ Maar wat is deze „ik“?  Niet de mens van Gods schepping. Die mens – de enige werkelijke mens – heeft God naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen en die mens wordt nooit minder dan Gods volmaakte, volledige uitdrukking. De mens van Gods schepping – onze ware identiteit – heeft geen persoonlijk gemoed dat vatbaar is voor herhaalde beweringen dat het leven aan ziekte kan blootstaan en ieder moment vernietigd kan worden.

Het valt niet mee om tegen de stroom van sterfelijke opinies in te zwemmen, vooral als de grote meerderheid ervan uitgaat dat de stof en ziekte de ultieme werkelijkheid is. Mary Baker Eddy wist dit maar al te goed. Ze schreef: „in deze tijd gaan stervelingen slechts langzaam vooruit, omdat zij vrezen belachelijk te worden gevonden“ (Wetenschap en Gezondheid, blz. 68). Maar is het onlogisch te geloven dat God de zieken door uitsluitend geestelijke middelen geneest? Jezus bewees dat geestelijke genezing niet belachelijk was, maar uiterst logisch. Mary Baker Eddy schreef over hem: „Jezus heeft zowel het onvermogen van lichamelijkheid als het oneindig vermogen van Geest gedemonstreerd en daarmee dwalende, menselijke zinnen geholpen eigen overtuigingen te ontvluchten en een toevlucht te zoeken in de Goddelijke Wetenschap“ (Wetenschap en Gezondheid, blz. 494). Jezus begreep dat het lichaam niet zijn eigen baas is die zijn eigen beslissingen maakt en z’n eigen voorwaarden stelt. Alle macht, autoriteit en actie zijn van God, Geest. Niets is te moeilijk voor God. Niets bestaat buiten Zijn oneindig bestuur. Het accepteren van dit feit verdrijft alle angst en geeft ons de overtuiging, dat het volkomen veilig is om ons leven aan Hem toe te vertrouwen.

Vóór de wetenschappelijke ontdekkingen van een paar eeuwen geleden was iemand die beweerde dat de aarde rond was in de minderheid. De algemene opinie hield er lange tijd aan vast dat, afgaande op wat men zag, de aarde plat was. Dit wijdverbreide geloof heeft de aarde echter geen greintje platter gemaakt. Niemand hoefde ook de platte aarde in een ronde aarde te veranderen en er was niemand nodig om de rommel op te ruimen. Toen de algemene opinie plaats maakte voor het ware feit begon de mensheid geleidelijk meer te ontdekken van de schoonheid en uitgestrektheid van de aarde, want men was nu niet bang meer om over de rand van de aarde in een imaginaire afgrond te storten. Tegenwoordig zou de persoon die denkt dat de aarde plat is voor belachelijk worden aangezien. Wat is er veranderd? Niet de aarde, maar het denken over de aarde.

Op dezelfde manier veroorzaakt Christian Science een gisting in de gedachten over het lichaam. Deze hogere Wetenschap presenteert een heel nieuw concept van het lichaam – een lichaam dat niet cellulair of organisch is. Dit ware lichaam, de geestelijke identiteit van de mens, bestaat geheel uit geestelijke eigenschappen die  niet kunnen worden aangetast, gecompromitteerd, opgebruikt of vernietigd. De Christian Science genezer behandelt daarom niet een ziek lichaam, maar ruimt misvattingen uit de weg over de ware aard van het lichaam. Dit nieuwe begrip van het lichaam ( zoals de ontdekking van de ronde aarde) vervangt langzamerhand het algemeen geaccepteerde verkeerde begrip van het lichaam ( zoals het verkeerde geloof aan een platte aarde). Mary Baker Eddy toonde aan hoe onvermijdelijk dit nieuwe standpunt is: “ Het geloof aan een stoffelijke grondslag, waarvan al het redelijke zou kunnen worden afgeleid, maakt langzamerhand plaats voor de idee van een metafysische grondslag, waarbij de blik van de stof afgewend wordt naar Gemoed als de oorzaak van ieder gevolg” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 268).

Sprekend over de Christian Scientist, zei Mary Baker Eddy: “Zijn medicijn is Gemoed -het almachtige en alomtegenwoordige goede.” En voegde ze eraan toe: “Gods voorzieningen voor de zieken zijn doseringen van Zijn eigenschappen. Zijn therapie is een tegenmiddel voor de klachten van het sterfelijk gemoed en lichaam” (Miscellaneous Writings 1883-1896, blz. 268). Een Christian Scientist is dus niet iemand die, volgens de gangbare mening, “niet naar de dokter gaat en geen medicijnen gebruikt.” Christian Scientisten gaan naar de grote Arts – de alwetende, al-liefhebbende, alwijze God. En ze nemen heel wat medicijnen in – de enig ware medicijnen – van het goddelijk Gemoed. De enige bijwerking van deze geestelijke medicijnen is de ontvouwing van het goede: grotere vreugde, meer vertrouwen, onbaatzuchtigheid en geduld. De toepassing van Christian Science heeft niet zozeer te maken met wat Christian Scientisten niet doen, maar veeleer met wat ze wel doen.  Christian Scientisten bidden, hebben lief, verheugen zich en genezen! De “doseringen van Zijn eigen eigenschappen” zijn op ieder moment beschikbaar voor al Gods kinderen. Iedereen kan zich dit geestelijke medicijn en deze geestelijke gezondheidszorg  veroorloven. Het is zelfs zo dat iedereen, als kind van de ene al-liefhebbende God, dit alles reeds bezit, als deel van zijn rijk, geestelijk erfgoed.

Kinderen horen daar vanzelfsprekend ook bij. Kinderen zijn noch kwetsbaar noch hulpeloos. Zij zijn nooit te jong om de waarheid over zichzelf te begrijpen en door geestelijke genezing te bewijzen. Op een keer werd onze zoon, die toen in de vierde klas zat, plotseling erg ziek met koude rillingen en koorts. Hoewel hij onder een hele stapel dekens lag, had hij het nog steeds koud. Op de Christian Science zondagsschool had hij geleerd dat iedere suggestie van de dwaling, inclusief ziekte, kon worden omgekeerd om de Waarheid te vinden – het geestelijk tegendeel. Dus toen hij tegen me zei: “Mam, ik heb het zo warm en dan weer zo koud,” vroeg ik hem wat het geestelijk tegenovergestelde was. Hij dacht er even over na en zei toen op zakelijke toon: “Ik ben niet in de stof die warm of koud kan zijn.” Ik was zo blij met de logica van die observatie, en mijn angst verdween. Ik hoefde hem nergens van te overtuigen. God had direct tot hem gesproken. Ik ging door met bidden en 20 minuten later was zijn temperatuur normaal. Hij was helemaal genezen.

Als suggesties van ziekte ons overweldigen en gelijk een Goliath trots, arrogant, en agressief lijken te zijn – of ze ons via de TV bereiken of in gesprekken worden gehoord -  dan kunnen wij een David zijn, opgetogen dat we een mogelijkheid hebben om meer van Gods almacht te bewijzen. Toen Goliath zijn dreigementen uitschreeuwde, zei David tegen hem: “Gij komt tot mij met een zwaard, en met een spies, en met een schild; maar ik kom tot u in de Naam van de Heere der heerscharen” (1 Sam. 17:45). Kinderen, tieners en volwassenen kunnen angsten over het lichaam met hun eigen “vijf gladde stenen” te lijf gaan. Hier zijn er een paar om van te kiezen: 

Ziekte heeft geen angstaanjagende naam – zijn enige naam is niets.

Ziekte heeft geen plaats – is nooit in het lichaam, maar is slechts een suggestie van het sterfelijk gemoed.

Ziekte heeft geen oorzaak – God is de enige Oorzaak, en Hij veroorzaakt alleen datgene wat mooi, rein en goed is.

Ziekte heeft geen verloop – alleen het goede kan zich ontwikkelen en alleen het goede bezit vorm en structuur.

Ziekte heeft geen gemoed dat in hem gelooft – het ene oneindige Gemoed is Alles, en kent niets dat geesteloos of destructief is, niets dat ongelijk aan zichzelf is.

We kunnen met David zeggen: “Ten dage, als ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen. In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou vlees mij doen? (Ps. 56:4, 5). Waarom vertrouwen wij op God? Omdat we al weten dat het lichaam als vlees geen macht heeft om tegen Gods wet in te gaan. En omdat we al weten – door een steeds groeiend begrip van God en door het bewijs van genezingen die we al hebben gehad – dat ziekte helemaal niet onvermijdelijk is. Gezondheid is onvermijdelijk!

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.