Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Een vitale kerk groeit

De Christian Science Heraut - 1 april 2010

The Christian Science Journal, september 2009


Eén van de meest aangrijpende scènes in de Bijbel is wel de toespraak van Petrus tot de Joden in Jeruzalem op de Pinksterdag die tot resultaat had dat zij zich massaal bekeerden tot het christendom. Volgens het verslag hiervan in Handelingen: “er werden op die dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen” (2:41). Voor een kerkganger in deze tijd klinkt dat op zijn minst gezegd verbluffend. Het roept ook een aantal vragen op en een diepe beschouwing over de vitaliteit van de eerste kerk. Bijvoorbeeld: Wat gebeurde er eigenlijk op die dag dat er de oorzaak van was dat duizenden “zielen” zich bij deze nieuwe kerk wilden aansluiten?

Het antwoord zou wel eens gevonden kunnen worden in de gebeurtenissen die eerder die dag en in de voorafgaande dagen hadden plaatsgevonden.

De ontmoeting met de Heilige Geest

Jezus had geprofeteerd dat spoedig na zijn hemelvaart de discipelen gedoopt zouden worden met de Heilige Geest. Tien dagen later, op Pinksterochtend, “waren zij allen eendrachtig bijeen” in een kamer boven in het huis, toen er opeens uit het niets, een storm opstak die door het hele gebouw raasde. Dit ging gepaard met zoveel lawaai dat het in heel Jeruzalem gehoord werd. De Joden die van verre landen samen waren gekomen om het Pinksterfeest te vieren en die verschillende talen spraken, werden er door aangetrokken en hoorden ieder in zijn eigen taal de boodschap van de Heilige Geest, duidelijk uitgesproken door Jezus’ discipelen en volgelingen. Aanvankelijk stonden zij perplex en schreven deze buitengewone gebeurtenis toe aan dronkenschap (zie Handelingen 2: 1-13). Maar al gauw nam een dieper geestelijk ontzag over en luisterden zij met open oren naar de toespraak van Paulus, die hen herinnerde aan Jezus’ Messiaanse missie en de mogelijkheid voor verlossing en wedergeboorte – het nieuwe evangelie. Drieduizend luisteraars werden bekeerd.

We kunnen ons er alleen maar een voorstelling van maken wat er zich in die kamer tijdens die verbazingwekkende omstandigheden moet hebben afgespeeld, maar zeker is dat de invloed van de Heilige Geest op hun leven overrompelend was. In deze tijd spoort de Heilige Geest ons aan tot gebed, goede daden, en ook tot christelijk genezen. Velen hebben de transformerende invloed van de Heilige Geest gevoeld, wellicht tijdens een kerkdienst, of ’s nachts in stil gebed verzonken, of misschien zelfs midden op de dag als we aan het werk waren. Het hart zwelt op van verlangen om de hele wereld te vertellen van Gods liefde, om de diepe en constante omhelzing van Liefde te voelen. Dit is wat ons naar de kerk brengt of ons inspireert een les voor de zondagsschoolklas samen te stellen. Dit is wat ons naar de dagelijkse toepassing van Christian Science leidt, welks grondlegger de Heilige Geest beschreef als: “De goddelijke Wetenschap; de ontvouwing van het eeuwige Leven, de eeuwige Waarheid en Liefde” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 588). Zo voel ik het als ik het verslag lees in Handelingen.

Ik heb een vermoeden dat wat Petrus dreef, en wat tevens de deuren van de eerste kerk opende voor duizenden op die bepaalde dag, vergeleken kan worden met de zon die ’s ochtends aan de horizon opkomt en zijn licht uitstort over allen. Op die dag toen het stralende licht van de goddelijke Liefde verscheen, werden die duizenden simpelweg door liefde overweldigd. Zij herkenden dit als de eeuwige Waarheid en wilden er deel van zijn. De wind van de Heilige Geest waait nog steeds. Het is echter voor de hedendaagse Christian Scientist belangrijk te bidden dat deze Heilige Geest, of Trooster, die zich aan ieder ontvankelijk hart openbaart, niet wordt uitgeblust door dierlijk magnetisme, het materialistisch denken dat zich ertegen verzet.

“Lidmaatschap” voorwaarden

De standaard voor “lidmaatschap” in de geestdriftige eerste christelijke gemeenschap was een diep verlangen en grote bereidwilligheid om Jezus’ voorbeeld te volgen. Zij die alles voor Christus wilden opofferen,  waren acceptabel en werden aangenomen. Zij werden gedoopt, gereinigd door, en ondergedompeld in Geest (zie Wetenschap en Gezondheid, blz. 581).

De Kerkhandleiding verklaart dat hij “... die oprecht voelt voor Christian Science, die de Bijbel en WETENSCHAP EN GEZONDHEID MET SLEUTEL TOT DE HEILIGE SCHRIFT van Mary Baker Eddy en andere werken van deze schrijfster met begrip leest, en die aan de Christelijke eisen voldoet en de Grondstellingen en Regels van The First Church of Christ, Scientist, in Boston, Mass., ten volle kan onderschrijven, kan als lid worden aangenomen” (blz. 114).

Maar hoe weten we of iemand die lid wil worden van een Christian Science kerk aan de “Christelijke eisen” voldoet?

Gebed dringt tot de kern door

Laten we even teruggaan naar die kamer waar de discipelen van Jezus zich verzameld hadden na zijn hemelvaart. Het is een ontroerende scène. Ze zijn de grootsheid van wat ze gezien hebben nog aan het verwerken en zijn samengekomen om te bidden; ook de vrouwen die hem volgden en Jezus’ familieleden zijn aanwezig. Zo’n 120 personen eendrachtig verenigd in gebed. Zoals een Bijbelvertaling zegt: “Zij waren het er samen in gebed totaal over eens dat zij, de vrouwen inbegrepen, het goede voorhadden” (Handelingen 1:14, The Message). Hun eerste punt op de agenda was een getuige te benoemen om Judas te vervangen. De discipelen richtten hun verzoek om leiding hierin direct tot God met dit gebed: “Gij Heere! Gij Kenner der harten van allen, wijs van deze twee één aan, die Gij uitverkoren hebt” (Hand. 1:24). Vervolgens werd Matthías gekozen.

Gebed om inzicht te krijgen in de hartsverlangens van een toekomstig kerklid, is betrouwbaarder en meer gedetailleerd dan de weloverwogen vragen van de interviewer. Het probleem zit niet in de vragen zelf, maar in de menselijke neiging de antwoorden als de enige waarheid aan te nemen in plaats van op de inspiratie van het goddelijk Gemoed te vertrouwen. Een lidmaatschapscomité, of een enkel persoon die de aanvraag voor lidmaatschap ondersteunt, of een medeondertekenaar kunnen er vertrouwen in hebben dat hun gebed verhoord wordt en dat Gods stem hun zal leiden bij het gesprek met de aanvragers. Net zo zeker als de toegewijde discipelen baden en vernamen dat Gods keuze op Matthías viel, kunnen wij Zijn instructie horen in ieder detail van ons kerkwerk.

Gebed verlaagt de standaard voor lidmaatschap niet, maar verhoogt hem tot ootmoedig en gewetensvol vertrouwen op God, de Herder, die ons niet zal misleiden of verkeerde beslissingen laat nemen. Het maakt de aanvraagprocedure tot een wezenlijke en betekenisvolle kerkervaring, ook al omdat Mary Baker Eddy in haar uitleg van Kerk zegt, dat de kerk “blijk geeft het mensdom te verheffen” (zie Wetenschap en Gezondheid, blz. 583). Het is zinvol te bedenken dat de eerste schreden naar kerklidmaatschap een geestelijk verheffende gebeurtenis is voor allen die erbij betrokken zijn –  de aanvrager, de aanbeveler, de ondertekenaar, of  de leden van een lidmaatschapscomité. Het juk wordt van onze schouders afgenomen; de verantwoordelijkheid rust op de goddelijke schouders.

Een goede manier om Mary Baker Eddy’s standaard voor een ware Christian Scientist te vinden, is de woorden Christian Scientist in haar geschriften te bestuderen. Dat is een ootmoedige ervaring, want na dit onderzoek blijkt duidelijk dat er zeer hoge eisen gesteld worden en dat Christus Jezus het voorbeeld is van een Christian Scientist. De standaard voor de handelwijze van een hedendaagse Christian Scientist wordt duidelijk beschreven op iedere bladzijde van haar geschriften en in het geïnspireerde Woord van de Bijbel.

Wat doen we met zonden?

Zowel de Bijbel als de werken van Mary Baker Eddy bevatten lijsten van zonden en dwalingen die overkomen moeten worden. Zij noemt deze de “ontelbare vormen van zonde”, die door de goddelijke Waarheid vernietigd moeten worden (Wetenschap en Gezondheid, blz. 404). En uit haar toon en raadgevingen kunnen wij opmaken dat dit moet gebeuren met geduld en volharding, dag in dag uit, of zelfs van minuut tot minuut, hier en in het hiernamaals. Het zou wel eens kunnen zijn dat kerklidmaatschap niet afgehouden hoeft te worden door dit noodzakelijke groei- en rijpingsproces, maar dat het lidmaatschap deze essentiële vooruitgang juist bemoedigt en versnelt.

God beschermt de Zijnen

Aan het einde van de episode in Jeruzalem, volgens het verslag in het tweede hoofdstuk in Handelingen, krijgen we een inzicht in de stuwkracht die volgde op de Pinksterdag. Het hoofdstuk eindigt met: “En de Heere deed er dagelijks tot de gemeente toe, die zalig werden” (Hand. 2:47). “De Heere deed toe”, is het bemoedigenste deel van die uitspraak. Het toont ons het feit dat wij niet verantwoordelijk zijn toezicht te houden op de vooruitgang van anderen, maar we kunnen ons wel verheugen in het onvermijdelijke karakter ervan. Dat is het effect van de kerk als Gods activiteit. De genezende atmosfeer van een kerk wordt in stand gehouden door de unieke gelegenheid die ons geboden wordt Gods beeld en gelijkenis te zien en zelf zo gezien te worden. God bewaart ons en verlost ons van zonde, verleiding, ziekte en ieder geloof dat de stof ons voorhoudt en opdringt.

Voor mij is dit feit erg helpend, want het moedigt intelligent denken en handelen aan,  en grote nederigheid en respect ten opzichte van onszelf en van anderen als we er individueel en collectief naar streven Christus Jezus, de oorspronkelijke Christian Scientist, te evenaren. Het lijkt me dat hij in de uren voorafgaande aan zijn kruisiging allen die hem dierbaar waren, ondermeer zijn discipelen, aan God moest toevertrouwen. In de hof van Gethsemané probeerde hij zijn discipelen wakker te houden voor zijn kruisiging plaatsvond, door hen er met drang op te wijzen wat juist en goed voor ze was. Maar uiteindelijk liet hij hun verlossing in  Gods hand. Na hun gesmeekt te hebben wakker te blijven en te bidden, wendde hij zich tot God alleen, en zei tot hun: Slaapt nu voort, en rust” (Matth. 26:45). Daarna richtte hij zich op zijn eigen verlossing, en gaf hij ons het voorbeeld om onze verlossing – ons leven, en het leven van allen - aan God toe te vertrouwen, wetend dat God ons bewaart en leidt, corrigeert en bestuurt.

In de Nieuwe King James Bijbel is het opschrift boven Handelingen 2: 41: “Een vitale kerk groeit”. En deze kerk is de Christian Science kerk, bereidwillig en paraat om iedere ziel die aangeraakt is door de Heilige Geest in zijn gelederen op te nemen.


Redactielid en medewerker Rebecca Odegaard is Christian Science practitioner en leraar. Zij woont in Boston, Massachusetts. 

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.