De invloed van de mens op het milieu is voor velen een uitgemaakte zaak, terwijl de mate van die invloed voor sommigen aanvechtbaar is. Maar het zou absurd zijn te betwisten dat wij een relatie hebben met ons milieu, of het feit te betwijfelen dat een evenement als de Dag van de Aarde (22 april) bijdraagt aan onze bewustwording van het wezenlijke belang van die relatie.
Ik ontving enige tijd geleden een uitnodiging om een internationale conferentie bij te wonen in Londen over de opwarming van de aarde en klimaatverandering. Wat mij intrigeerde van deze uitnodiging was dat hij het resultaat was van de lezingen die ik geef over de invloed van gebed op het milieu. De beslissing om sprekers te vragen met verschillende gezichtspunten, symboliseert een groeiend bewustzijn, dat geestelijkheid, in de beste zin van het woord, een grote invloed kan hebben op de verandering in zienswijze en gedrag ten opzichte van de aarde.
In feite, veel kerken overal in de wereld hebben de kwestie van milieubewuste verantwoordelijkheid aangevat als een morele verplichting. Mary Baker Eddy, de grondlegger van Christian Science geeft hierover haar mening in haar opzienbarende boek Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift. Zij verwoordt haar begrijpen van de geestelijke verklaring van Gen.1:29 en 30 (een passage die direct gerelateerd is tot onze interactie met het milieu), als volgt: “God geeft de geringere idee van Zichzelf als een schakel tot de grotere en op haar beurt beschermt de hogere idee steeds de lagere. ... In al hun verscheidenheid weerspiegelen de uitdrukkingen van God gezondheid, heiligheid en onsterfelijkheid – oneindig Leven, oneindige Waarheid en Liefde” (blz. 518).
Toen ik keek naar de vragen waarop de conferentie zich concentreerde: “Wat weten we?” en “Wat kunnen we doen?” besefte ik dat die me goed van pas kwamen om mijn gebed over dit gespreksthema in de juiste richting te sturen. Bijvoorbeeld door in plaats van “wat weten we”, ons af te vragen hoe we de natuurlijke wereld om ons heen waarnemen. Gezien vanuit een geestelijk standpunt is het milieu niet een verzameling van fysieke eenheden, maar een complexe afspiegeling van ideeën die in werkelijkheid de eigenschappen van Gods wezen tot uitdrukking brengen in “gezondheid, heiligheid en onsterfelijkheid”. Deze geestelijke ideeën zijn dus niet zo kwetsbaar als we misschien geloven, omdat hun macht, continuïteit en bestaan voortkomen uit hun goddelijke Bron, oneindig Leven, Waarheid en Liefde. Hoe meer men kan aannemen dat het milieu een geestelijke uitdrukking is, zoveel te meer zal men zien dat dit feit voorziet in een “schakel” naar een dieper begrijpen van onszelf en van God.
De uitdaging van geestelijk begrijpen is, dat inzichten vergaard moeten worden aan de hand van geestelijke feiten en niet van stoffelijke omstandigheden. En vaak zijn geestelijke feiten precies het tegenovergestelde van wat we met onze ogen zien. Maar hoe meer we ons richten op de geestelijke werkelijkheid als het wetenschappelijke feit, zo veel te meer zullen we de geestelijke natuur van Gods schepping geopenbaard zien. Dit fundamentele idee is in groter verband de basis voor genezing.
Mooi praten! zouden we kunnen zeggen, maar is het reëel te verwachten dat gebed wezenlijke milieuveranderingen kan bewerkstelligen? Dit brengt me naar de tweede vraag van de conferentie: “Wat kunnen we doen?”
Het is mogelijk om van een discussie over wetenschappelijk bewijsmateriaal, over te schakelen op het brengen van genezing aan de wereld om ons heen. Onze betrokkenheid bij het milieu vanuit gebed introduceert en schraagt vooruitgang. Als we inzien dat het menselijk bestaan een relatief, gedachtelijk-bepaald gegeven is, dan komt door gebed aan het licht wat wij als de werkelijkheid zien. Constructieve oplossingen voor de meest diepgewortelde problemen zijn het gevolg. En vaak volgt er dan ook genezing in ons eigen leven.
Een kennis van mij, eigenaar van een klein bedrijf, was nogal kritisch over de bezorgdheid voor klimaatverandering en verzette zich er tegen acties te ondernemen en zijn manier van zakendoen te veranderen. Toen hij echter bad over zijn houding begreep hij beter dat de eenheid van alle Leven, de geestelijke betekenis van het ecosysteem, niet afhankelijk is van sociale discussies. Hij begon manieren te bedenken om zijn bedrijf op een milieuvriendelijker wijze te leiden, die niet alleen aan zijn morele betrokkenheid voldeed, maar hem tevens status gaf in zijn omgeving en hem financieel voordeel bracht.
Gezien vanuit een geestelijk standpunt leert de hele schepping ons de integriteit van de ene goddelijke Bron. “Wat kunnen we doen?” Wij kunnen niet anders dan de schepping liefhebben die ons een dieper inzicht geeft in de geestelijke aard van ons milieu. Hoe kunnen we de Dag van de Aarde beter vieren dan door de wijze woorden uit de Bijbel ter harte te nemen: “En waarlijk, vraag toch de beesten, en elk van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven. Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen. Wie weet niet uit al deze, dat de hand des Heeren dit doet?” (Job 12:7-9).