Jaren geleden moest ik me laten keuren voor een nieuwe baan. De arts die me onderzocht ontdekte twee kleine gezwellen in mijn rechter borst. Ik had deze gezwellen zelf al jaren eerder ontdekt en toen ik ze voelde was ik erg geschrokken en bang. Maar ik nam een belangrijke beslissing: ik zou al mijn angst opzij zetten en het verschijnsel door logische, geestelijke redenatie oplossen. Ik had veel genezingen door gebed ondervonden, zoals een ernstige geval van bevriezing, en een brandwond doordat ik mijn hand legde op de uitlaat van een skelter.
Het gebed waar ik mee begon, was heel eenvoudig en gebaseerd op deze aanhaling uit Genesis: “God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed” (1:31). Ik redeneerde: Omdat iedere openbaring van God goed is, ikzelf dus ook, ik niets kon hebben dat pijnlijk was of schadelijk. God, die de goddelijke intelligentie is, heeft alles naar Zijn eigen volmaakte gelijkenis geschapen. Iedere keer als de gezwellen in mijn gedachten kwamen, keerde ik terug naar deze ideeën. Toch bleef mijn lichamelijke gesteldheid hetzelfde.
En nu, na al deze jaren, vertelde de dokter me dat ik een verder onderzoek moest ondergaan, en dat deed ik. Mij werd verteld dat de gezwellen goedaardig waren. Deze scène speelde zich opnieuw af in de jaren die volgden als ik onderzocht moest worden voor andere banen en gedurende de tijd dat ik zwanger was van mijn twee kinderen. Iedere keer weer was ik blij met de diagnose (dat de knobbeltjes goedaardig waren), maar voelde me onzeker, gefrustreerd – zelfs kwaad op mijzelf - vanwege mijn onvermogen om Christian Science in praktijk te brengen en deze conditie te genezen; al moet ik wel zeggen, dat door de jaren heen deze conditie me nooit heeft afgehouden van mijn werk, van het zorgen voor mijn gezin, of van de gewone lichamelijke activiteiten waar ik van houd, zoals skiën en golfen.
Op een bepaald punt bad ik om te begrijpen of er enige symbolische betekenis in deze conditie kon zijn. Had het iets te maken met een misvatting die ik had over mijn vrouwzijn? Ik realiseerde me dat het antwoord nee was. De stof heeft geen mogelijkheid om symbolisch te zijn, want het heeft geen werkelijke substantie. God is de enige substantie van het heelal, mijzelf inbegrepen. Mary Baker Eddy schreef dat God, ook bekend als Geest, “is het leven, de substantie en de continuïteit van alle dingen” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 124).
Vijf jaar later, in het begin van 1990, moest ik weer gekeurd worden voor een baan in het onderwijs. De onderzoekende arts verklaarde dat de gezwellen verwijderd moesten worden en wel heel snel en vroeg me hoe spoedig ik een operatie in mijn schema kon inpassen. Ik wist al dat ik deze weg niet wilde bewandelen. Alhoewel ik me erg zeker voelde van mijn beslissing de aanbevolen operatie niet te ondergaan, werden mijn gedachten weer vervuld met de vragen: Waarom ik? Waarom is dit probleem niet genezen? Wat doe ik toch verkeerd?
Gedurende de tijd dat dit plaatsvond, bad een Christian Science practitioner voor me voor een ander probleem. Na een van onze gesprekken realiseerde ik me dat ik een ander gezichtspunt nodig had. Ik zag dat het onderzoeken van het ziekteverschijnsel kon worden vergeleken met het kijken naar een beeldhouwwerk van mezelf, nota nemen van zijn vorm en de zwakke plekken en dan die zwakke plekken als de werkelijkheid te zien, in plaats van mijzelf te zien als Gods geestelijke idee. Jezus zag deze volmaakte, smetteloze gelijkenis van God in iedereen en dat stelde hem in staat om te genezen.
In deze trant schreef Mary Baker Eddy: “Indien wij van het lichaam genot verwachten, vinden wij pijn; voor Leven vinden wij de dood; voor Waarheid, dwaling; voor Geest het tegengestelde ervan, de stof. Doe nu juist het omgekeerde. Keer u van het lichaam af en wend u tot Waarheid en Liefde, het Beginsel van alle geluk, harmonie en onsterfelijkheid. Houd uw gedachte standvastig op het blijvende, het goede en het ware gericht en naarmate uw gedachten daarvan vervuld zijn, zult u die in uw leven gaan ervaren” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 260-261). Ik probeerde dit te doen.
Ik heb ook een studie gemaakt van de bergrede van Jezus. Terwijl ik hiermee bezig was, kwam dit vers duidelijk naar voren: “Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en door de mensen vertreden te worden”(Matth.5:13). Ik vroeg mezelf af: Wat betekent het “het zout der aarde”te zijn?
Van oudsher wordt zout gebruikt als conserveringsmiddel en om het eten smakelijk te maken, maar in het Oude Testament is zout tevens het symbool voor vernietiging. Bijvoorbeeld, toen Abimelech de stad Shechem vernietigde, heeft hij niet alleen de stad met de grond gelijk gemaakt, maar hij “bezaaide haar met zout” (Richteren 9:45). Dit was bedoeld als de volledige vernietiging van de stad en voorkwam alle rechtstreekse herbouwing op die plaats; de grond was door het zout onvruchtbaar gemaakt en het gewas kon niet groeien. We hebben ook het voorbeeld van de vrouw van Lot, die veranderd werd in een zoutpilaar toen ze omkeek om de vernietiging te zien van Sodom en Gomorra (zie Gen. 19:26).
Ik begon het verschil te bestuderen tussen het zout der aarde en het zouten van de aarde.
In de bergrede symboliseert Jezus’ verwijzing naar zijn discipelen als ‘het zout der aarde’ voor mij de christelijke liefde en waarheid die zij uitdrukten, waarvan Jezus zei dat die van vitaal belang waren voor het behoud van de wereld, en dat zij hun verlichte geest niet moesten verbergen maar voor iedereen zichtbaar maken. En aan de andere kant, dacht ik, dat ‘het zouten van de aarde’ een beetje leek op het doen van het tegengestelde, het verbergen van je licht, je geestelijk begrijpen, in grond die onvruchtbaar was geworden door, laten we zeggen, angst en benauwdheid, waar het niet kan groeien.
Ik ging door met bidden, wetend dat niets dan een begrijpen van God en liefde voor Hem in mij kon zijn of in mij kon groeien. Ik voelde me hier zo vredig mee dat ik helemaal niet meer dacht aan de gezwellen in mijn borst. Een paar maanden later, tijdens de periode waarin ik dagelijks voor mezelf bad, kwam de gedachte tot me – Je bent gezond. Ik was zo dankbaar toen ik na een paar dagen ontdekte dat de gezwellen waren verdwenen. Deze genezing vond een paar jaar geleden plaats en de les die ik hieruit leerde is van onschatbare waarde.
Marietta, Georgia, VS