Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Behandel invasieve soorten – door gebed

De Christian Science Heraut - 1 april 2009

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 17 september 2007 editie van de Christian Science Sentinel.


Noem het woord kudzu tegen een willekeurig iemand die in het zuiden van de Verenigde Staten woont en deze persoon zou een omschrijving kunnen geven die doet denken aan planten die steden overwoekerden in de vroegere B-films. Kudzu kan wel 18 meter per seizoen groeien en werd oorspronkelijk in de jaren ’40  gebruikt om erosie in het zuiden tegen te gaan. Evenzo kan de aquatische varen, bekend onder de naam giant salvinia, die ook voornamelijk het zuiden aantast, elke twee tot vier dagen in omvang verdubbelen en in drie maanden 100 vierkante meter beslaan.

Uitheemse soorten vormen een gevaar voor het milieu en beïnvloeden de economie van de VS in negatieve zin, en dit zijn niet de enige voorbeelden. Het in bedwang houden van vreemde plant- en diersoorten en hun effecten kost jaarlijks miljoenen dollars. En de VS is niet het enige werelddeel dat met dit probleem te maken heeft. De giftige suikerriet pad, die in Australiё werd geïntroduceerd ter bestrijding van suikerriet kevers, is daar een groot probleem geworden. Aan een internationale bijeenkomst over “Invasieve planten in Middellandse Zee type regio’s van de wereld”, namen 110 deskundigen uit 24 landen deel.

Er wordt al hard aan gewerkt om invasieve soorten onder controle te krijgen, maar naarmate landen onderling meer verbonden raken, zal dit wellicht een grotere samenwerking vereisen. Zulke inspanningen worden vaak vertraagd door politieke en sociale kwesties, of door onderzoekstesten die vele jaren in beslag nemen.

Gebed is een actie waarmee nu kan worden begonnen en hoeft niet speciaal getest te worden voordat het kan worden toegepast. Het kan bovendien een inspiratie zijn om werkbare oplossingen te vinden. Een geestelijk idee dat dit werk ondersteunt is het geweldige inzicht van Mary Baker Eddy dat er slechts één Gemoed, of God, is. Dat Gemoed beschikt over een oneindig intelligentie, en over kennis van zijn eigen schepping.

Omdat God Geest is, is de schepping, waar wij allen deel van uitmaken, geestelijk en ontworpen om in harmonie te zijn. Met andere woorden, het is de bedoeling dat deze zo “werkt”. Hij bevat geen vernietigende elementen die met elkaar in strijd zijn, en als wij dit in gebed bevestigen, kunnen wij verwachten dat de harmonie en balans hersteld worden in de menselijke situatie. Aangezien u en ik ook geestelijke wezens zijn, is deze bestaanstoestand voor ons realiteit. Onze gebeden waarin wij onszelf en het milieu met deze feiten identificeren zullen een verschil maken. Met andere woorden, gebed blijft niet beperkt tot ons hoofd. Denken heeft als resultaat dat het zich verspreidt in de algemene mentale atmosfeer en heeft een positieve invloed op allen die zich op het goede richten. Dit biedt nieuwe invalshoeken voor inspiratie en handelen.

Het is niet aannemelijk dat de mensen in Jezus’ tijd te maken hadden met bedreigingen op wereldschaal zoals we dat tegenwoordig zien. Maar een van zijn gelijkenissen biedt een interessant perspectief. Het gaat over een man in wiens akker onkruid woekerde, dat er door een vijand in gezaaid was. Als het jong is lijkt het onkruid nog veel op het graan; pas als de planten volgroeid zijn worden de verschillen duidelijk. Daarom vertelde de heer des huizes zijn bezorgde knechten dat zij tot de oogst moesten wachten met het wieden van het onkruid, als de twee planten gemakkelijker van elkaar te onderscheiden zouden zijn (zie Matth. 13:24-30).

Toen ik deze gelijkenis in verband bracht met de aanpak van invasieve soorten, werd ik erdoor getroffen dat het onkruid in de akker was gezaaid “toen de mensen sliepen”. Met andere woorden, gedurende een periode van onoplettendheid. In zeker opzicht geldt dit ook voor de invasiese soorten van nu. Zo hebben bijvoorbeeld schippers, zonder het te weten, eraan meegeholpen de zebramossel te verspreiden, die zich aan hun boot had vastgehecht of in het ruimwater aanwezig was.

Een manier om deel te nemen aan de pogingen om oplossingen te vinden, is het gebed toe te spitsen op enkele maatregelen die het Ministerie van Landbouw van de VS voorstelt om de invasieve planten te beteugelen.
(www.invasivespeciesinfo.-gov/plants/manage.shtml).

BESTUUR

We kunnen beginnen met te erkennen wie onze mentale en geestelijke omgeving bestuurt. In de Bijbel staat: “In het begin schiep God de hemel en de aarde” (Gen.1:1, NBV). Dit geestelijke feit is de basis van onze overtuiging dat – weer keren wij ons tot de Bijbel – “Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen” (Ps. 24:1, NBV). Gods schepping is geheel geestelijk en compleet. Wij verliezen soms het feit uit het oog dat dit de omgeving is waarin wij zelf leven en die wij hier en nu moeten koesteren, niet ergens in de toekomst. Als wij onze omstandigheden in dit geestelijk licht zien, groeit ons verlangen zo te leven dat wij hiermee in harmonie zijn, en alles in het werk te stellen om hieromtrent een beter geestelijk inzicht te krijgen.

In de praktijk betekent dit dat wij alert zijn om geen ongedierte op scheepsreizen mee naar huis te nemen, noch stekken van planten te versturen die eigenlijk niet naar andere gebieden behoren te worden overgebracht, zelfs al vraagt een vriend erom. Hiermee geven wij uitdrukking aan onze naastenliefde jegens onze wereldwijde buren.

VROEGTIJDIGE ONTDEKKING EN SNELLE REACTIE

De waakzaamheid die had kunnen voorkomen dat er onkruid in de akker van de heer des huizes werd gezaaid is altijd nodig. Maar we zouden ook de verleiding moeten weerstaan om alleen maar te debatteren over de details van milieuproblemen, in plaats van eerst de tijd te nemen om te bidden. Als wij werkelijk geloven dat God Zijn schepping bestuurt, dan dragen onze toegewijde gebeden ertoe bij diegenen te ondersteunen die “op de werkvloer” naar antwoorden zoeken. Dit betekent niet dat men zich niet inzet, maar het is belangrijk dat men zijn beslissingen door gebed laat leiden. Dan zal onze participatie met inspiratie en kracht gepaard gaan.

CONTROLE

Individueel kunnen wij letten op ons eigen denken en handelen inzake het milieu en degenen die bij het behoud ervan betrokken zijn. Je kunt jezelf afvragen: In welke mate zijn mijn gedachten over natuurbeschermende maatregelen beïnvloed door politieke overwegingen? Heb ik het argument geaccepteerd dat Gods schepping een mengeling is van materiële krachten en wezens die destructief op elkaar inwerken? Is de aanwezigheid van God met betrekking tot deze kwesties slechts een abstractie geworden?

Door deze en andere vragen blijven we niet alleen alert ten aanzien van planten, dieren en de waterwegen van onze fysieke leefomgeving, maar ze zijn ook van toepassing op situaties thuis, op de werkplek, op scholen, in kerken en regeringen. Als angstwekkende en verfoeilijke gedachten ons denken binnendringen en onweerlegbaar lijken, kunnen we ons aller omgeving verbeteren door ze af te wijzen en een standpunt in te nemen voor het primaat van de God die Waarheid is. In haar boek Miscellaneous Writings 1883-1896 schrijft Mary Baker Eddy: “Verwarmd door de zonneschijn van Waarheid, bevochtigd door de hemelse dauw van Liefde, komen de vruchten van Christian Science op, en verheffen zich uit de armzalige grond van zelfzucht en stof. Wieden wij de tuin van ons denken door het schadelijke onkruid van hartstocht, kwaadaardigheid, jaloezie en strijd uit te roeien?”

“En”, vervolgt zij, “het onkruid van het sterfelijk gemoed wordt niet altijd direct bij de eerste uitroeiing vernietigd; het komt weer op, zoals het verwoestende witch-grass, teneinde de ontluikende klaver te verstikken” (blz. 343).

PREVENTIE

Het is belangrijk dat wij ons denken volledig vrijmaken van het schadelijke onkruid waarnaar Mary Baker Eddy verwijst. En als we denken aan de spanningen binnen de milieudebatten, dan is het duidelijk dat in zekere mate het denkklimaat is besmet door het “onkruid van hartstocht, kwaadaardigheid, jaloezie en strijd.” Maar dat hoeft niet zo te blijven. Wij kunnen hierin verbetering brengen door onze eigen gedachten gericht te houden op de geestelijke en volmaakte natuur van Gods schepping. En wij kunnen elke suggestie weerleggen die beweert dat deze schepping buiten Zijn macht kan geraken, overwoekerd door materialisme en hebzucht.

Een andere uitspraak van Eddy luidt: “Goede gedachten zijn een ondoordringbare wapenrusting: daarmee uitgerust bent u volledig beschermd tegen de aanvallen van alle soorten kwaad. En niet alleen uzelf bent veilig, maar allen waar uw gedachten naar uitgaan zullen daar de zegening van ondervinden” (The First Church of Christ, Scientist, and Miscellany, blz. 210). Dit is een leidraad toegespitst op bescherming tegen alle mogelijke ellende. Voor mij betekent dit, dat als wij onze gedachten van God laten uitgaan, wiens eeuwige goedheid allen omvat en in stand houdt – waar we ons ook ter wereld bevinden – en gehoorzaam zijn aan Zijn wil, dit de beste manier is om onze leefomgeving te beschermen en te verdedigen.


Rosalie Dunbar is nieuwsverslaggever

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.