Als klein meisje had ik een schildpad. Ik noemde hem Tony en ik hield van hem. Ik had geen broers of zussen, dus Tony betekende veel voor me.
Toen mijn ouders en ik naar zee op vakantie gingen, namen we Tony met ons mee. We verbleven in een hotel met grote tuinen, waarin grote planten dicht op elkaar groeiden en daarin bracht Tony zijn vakantie door.
Twee dagen voordat we naar huis zouden gaan, zochten we naar Tony, maar konden hem niet vinden. Zelfs nadat het donker was geworden, bleven we zoeken met een zaklantaarn. Hij had een rode reflector op zijn schild, maar we konden hem nog steeds niet vinden.
Ik was zo verdrietig. Mijn moeder vertelde me, dat zij hierover aan het bidden was. Wanneer we bidden, wenden we ons tot God om ons te helpen begrijpen, dat het goede van God al hier is. Mijn moeder wist, dat zowel Tony als ik Gods schepsels waren, geen van ons beiden kon ooit worden gescheiden van het goede of buiten Gods aanwezigheid zijn.
Ik had de Christian Science-zondagsschool bezocht en begon te begrijpen wat God is. Mary Baker Eddy legt uit in Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, dat God is “De grote Ik BEN; de alwetende, alziende, alwerkende, alwijze, alliefhebbende en eeuwige; Beginsel; Gemoed; Ziel; Geest; Leven; Waarheid; Liefde; alle substantie; intelligentie” (blz. 587).
Ook leerde ik over Gods liefde voor al Zijn schepsels en wist, dat God ons zou helpen om Tony te vinden. Daar was ik heel dankbaar voor.
We bleven bidden en we bleven zoeken. De tuinman van het hotel hielp ons en met z’n vieren liepen we door de tuinen. Toen vonden we Tony. Ik was zo dankbaar!
Maar dat is nog niet het einde van het verhaal. De volgende dag vertelde de tuinman die ons had geholpen Tony te zoeken, iets verbazingwekkends aan mijn moeder. Nadat we Tony hadden gevonden, was hij naar huis gegaan, waar zijn zoon wachtte met nieuws. De schildpad die zijn zoon eens had gehad, was in hun tuin verschenen! Hij was jarenlang zoek geweest en werd precies op dezelfde tijd gevonden als Tony.
Deze ervaring leerde me dat onze gebeden niet alleen ons zegenen, maar ook anderen (inclusief dieren), of we het weten of niet.