Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Dankbaarheid en de genezing van kanker

De Christian Science Heraut - 25 februari 2025

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 25 november 2013 editie van de Christian Science Sentinel

 


Ik was moeder van jonge kinderen toen ik alarmerende symptomen begon te ervaren. Ofschoon ik in Christian Science studeerde, overweldigde de angst mij zo zeer dat ik inconsistent was in mijn gebeden voor genezing en besloot een medische diagnose te zoeken. Na onderzoeken vertelden de artsen me dat ik baarmoederhalskanker had. Aangezien de eerste vrouw van mijn man aan dezelfde ziekte was overleden, voelde dit alsof mijn leven voorbij was en ik zakte weg in een diepe, donkere depressie.

Vanwege hun angst sleepten de artsen me snel door de initiële medische procedures en operaties. Daarna vertelden ze me: "Het spijt ons u te moeten zeggen dat de kanker zich heeft verspreid, maar we zullen ons best doen om het te behandelen." Hoewel ze aandrongen op bestraling en chemotherapie, omdat die noodzakelijk waren, gaven ze nooit aan dat deze behandelingen mij zouden genezen. Ik onderging zes weken bestraling, waarna ik een telefoontje kreeg waarin ik werd aangespoord om zo snel mogelijk te beginnen met de chemotherapie.

Het was op dat moment dat ik mijn koers heroverwoog. De woorden van Mary Baker Eddy op bladzijde 322 van Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift kwamen in mijn gedachten: “De bittere ervaringen, die het geloof in het veronderstelde leven van de stof, zowel als onze teleurstellingen en eindeloze ellende, drijven ons als vermoeide kinderen in de armen van de goddelijke Liefde. Dan beginnen we Leven in de goddelijke Wetenschap te begrijpen.” Ik zag in dat mijn leven, zoals ik het kende, voorbij was en dat ik een nieuw leven en een nieuwe manier van denken moest beginnen. Dit betekende het uitmesten van verouderde gedachten gebaseerd op een lichamelijk gevoel van mezelf en mijn denken afstemmen op wat God van mij weet als Zijn kind.

Ik moest beginnen met het afleggen van de verlammende angst waarmee ik worstelde en een diepere liefde voor mezelf ontwikkelen als Gods geliefde dochter. Ik had de neiging om altijd meer voor anderen dan voor mezelf te zorgen, als ik dat al deed. Ik oordeelde voortdurend over mezelf dat ik geen goede moeder of dochter was of althans niet goed genoeg. Ik bekritiseerde mezelf, omdat ik niet voldeed aan de maatschappelijke versie van een esthetisch mooie vrouw. Ik dacht dat ik volledig verantwoordelijk was voor het geluk van mijn man, ouders, kinderen en iedereen met wie ik in contact kwam. Ik voelde dat het mijn taak was om alleen perfecte en gebalanceerde maaltijden te koken en kinderen te hebben die zich perfect gedroegen en topprestaties leverden op school, in sport en alle buitenschoolse activiteiten. Kortom, ik geloofde dat alles in mijn leven menselijk perfect moest zijn, anders was het een slechte afspiegeling van mij. Wat een ontmoedigende last om te dragen! Waar was God in dat plaatje?

Mary Baker Eddy schreef: “Laat de ‘man en vrouw’ van Gods schepping zichtbaar worden. Laten wij de goddelijke levenskracht van Geest voelen, die ons tot nieuwheid des levens voert en geen sterfelijke of stoffelijke macht erkent, die tot vernietigen in staat is. Laten wij ons verheugen, dat wij onderworpen zijn aan de goddelijke ‘machten die er zijn’ ” (Wetenschap en Gezondheid, blz. 249). Door ijverige studie van de Bijbel en de geschriften van Mary Baker Eddy en biddend werk met mijn Christian Science-lerares, begon ik te leren mijn gedachten in overeenstemming te houden met wat God weet over mij als “ontzagwekkend wonderlijk gemaakt” (Psalm 139:14). Met een duidelijker besef dat mijn leven, God als Leven weerspiegelde, begon ik de angst voor ziekte te overwinnen.

Het medisch personeel was erg bezorgd en bleef me bellen om me aan te sporen met chemotherapie te beginnen. Ik bedankte hen oprecht, maar weigerde medische zorg en bleef genezing zoeken in Christian Science. Ik voelde met heel mijn hart dat God van mij hield en alleen het beste met mij voorhad—en kanker paste zeker niet in de categorie “beste.” Ik wist dat als ik maar voorbij de angst om te sterven kon komen, ik genezen zou worden.

Ik werd vaak midden in de nacht wakker, denkend aan de woorden uit Psalm 118:17: “Ik zal niet sterven maar leven, en de werken van de HEERE vertellen.” Ik voelde dat Vader-Moeder God rechtstreeks tot mij sprak en mij hoop gaf, dat alles goed was en dat ik deze uitdaging zou doorkomen met mijn hand in de Zijne. Ik bad: “Lieve Vader-Moeder God, laat mij de weg zien. Ik ben van U. Gebruik mij om U te verheerlijken.”

Ongeveer zes maanden na het stoppen met de medische behandeling werd ik erg ziek. Nadat ik ongeveer vijf dagen bedlegerig en deels buiten bewustzijn was geweest, droegen mijn man en een buurman me de trap af en reden me naar het ziekenhuis, waar ik werd behandeld voor een infectie in mijn buik. Dit was iets waar ik niet mee had ingestemd en ik herinner me niet veel van die nacht. Vanwege familieleden die zich zorgen om me maakten, bleef ik een paar dagen in het ziekenhuis, om hen gerust te stellen en besloot toen, tegen het advies van de artsen in, om naar huis terug te keren. Ze waren vasthoudend dat de infectie herhaalde behandelingen zou vereisen, maar ik koos ervoor om op Christian Science te vertrouwen.

Op dat moment voelde ik me erg vermoeid en verloor ik gewicht. Ik vreesde dat de kanker was verergerd, maar in plaats van ontmoedigd te raken door deze tegenslag, werd ik vastberadener dan ooit om mij volledig tot God te wenden. Ik begon dankbaar te zijn, zowel stil als hardop, voor alles en nog wat. Ik dankte God elk moment van de dag en in de nacht. Ik liet gewoon dankbaarheid en dankzegging mijn gedachten doordringen.

Op een ochtend, nadat ik mijn kinderen naar school had gebracht, zat ik op de vloer de was te vouwen. Weer kwam de gedachte bij me op: “Als ik die verlammende angst maar los kan laten, dan zal ik genezen.” Twee jaar had ik deze verlammende angst met me meegedragen. Ik werd er zo moe van. Ik besloot mijn ogen te sluiten en me gewoon aan God over te geven. Ik wist dat de genezing die ik nodig had een verandering van gedachten was en dat ik niet buiten mezelf moest kijken voor hulp. Terwijl ik mijn gedachten gericht hield op Gods liefde voor mij, had ik het gevoel dat een sluier mijn gezicht zachtjes raakte. Plotseling voelde ik me licht en opgetild. Ik was me bewust van een diepgaande liefde, Gods liefde. De tijd leek niet te bestaan. Ik weet niet of het een halve seconde was of vijf minuten waren, maar terwijl de sluier over mijn gezicht bewoog, ging ik van intense angst naar de meest ongerepte en voelbare liefde die ik ooit heb gekend.

Ik wist toen, zonder twijfel, dat ik met de Psalmist kon zeggen: “Ik zal niet sterven maar leven, en de werken van de HEERE vertellen.” Op dat moment begreep ik dat God geheel goed is en ons vrede geeft, niet lijden; gezondheid, niet ziekte; overvloed, niet schaarste; en liefde, niet angst. Tranen van dankbaarheid stroomden. Elk deel van mij voelde zich bevrijd. Ik voelde me alsof ik op tafel zou kunnen dansen! Ik dacht: “Dank U, lieve God! Ik voel me gereinigd en gezuiverd. Het was nooit mijn taak om een perfecte sterveling te zijn. Het was altijd mijn taak om de heldere en pure transparantie van Uw liefde te zijn.”

Daarna stopte ik met naar mijn lichaam te kijken om te ontdekken of ik leefde of stierf. Ik wist dat God mijn Leven was. Binnen twee tot drie weken keerden mijn kracht en eetlust terug naar normaal. Ik voelde me volledig gezond en heb sindsdien geen enkel teken van de ziekte meer ondervonden. Een paar maanden later, toen ik bij een gemeenschapsbijeenkomst was, ontmoette ik toevallig een van mijn artsen. Hij keek verrast toen hij me zag en vroeg hoe het met me ging. Ik vertelde hem dat Christian Science mij had genezen en dat ik me nog nooit beter had gevoeld.

Nu, meer dan 16 jaar later, kijk ik terug op deze genezing van kanker als een mijlpaal in mijn leven. Dankbaarheid gaf me de geestelijke hoogte die ik nodig had om angst te overwinnen. Kijk, je kunt niet tegelijkertijd op angst en op dankbaarheid voor Gods liefde focussen. God is Liefde. En om 2 Korinthiërs 3:17 te herschrijven: “Waar de Geest van [Liefde] is, daar is vrijheid

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.