Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Onze brug uit immoreel gedrag

De Christian Science Heraut - 8 februari 2024

Oorspronkelijk gepubliceerd in de 9 oktober 2023 editie van de Christian Science Sentinel.


Leren wij niet dat God ons liefheeft, maar ook Liefde is? Wanneer we dat beseffen, ontdekken we dat het Gods onveranderlijke natuur is om liefde te geven. Niets kan God weerhouden voor ieder van ons te zorgen, zelfs niet voor een ogenblik. Deze woorden van God zijn en zullen altijd waar zijn voor ons allemaal: “Met eeuwige liefde heb Ik u liefgehad” (Jeremia 31:3).

De genezende aanraking van deze goddelijke Liefde moet de vrouw die betrapt werd op een daad van overspel wel degelijk hebben gevoeld toen Jezus haar zo aanschouwelijk met Gods liefde benaderde, haar niet veroordeelde, maar moed insprak en tegen haar zei: “ga heen en zondig niet meer” (zie Johannes 8:1-11). Enkele minuten eerder had ze in het midden gestaan van een zelfingenomen bende die haar wilde stenigen. Nu was ze volkomen veilig en werd niet veroordeeld door de enige mens die haar had mogen veroordelen, want alleen Jezus was “zonder zonde” (Hebreeën 4:15). In plaats daarvan zag deze meest geestelijke en meest liefdevolle mens onder alle mensen – het transparante hart van Gods grote genade – klaar en helder haar inherente vermogen om haar zonde te erkennen en te stoppen met zondigen.

Hetzelfde geldt voor ons wanneer wij zoals deze vrouw met een of ander bedrog worstelen, dat het hoge doel van een moreel leven mist. Christus, de geestelijke idee van God die Jezus bezielde in alles wat hij zei en deed, verzekert ons in stilte dat de goddelijke Liefde ons kent als Zijn geliefde kinderen – onveroordeeld, omdat onze door God geschapen aard vrij van zonde is. En deze waarheid over hoe God ons kent, vormt de basis voor een smeekbede aan God, zoals Koning David smeekte toen hij werd geconfronteerd met zijn eigen immorele gedrag: “Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest” (Psalmen 51:12).

Als kinderen van God hebben wij van nature een rein hart en een goede geest, zelfs wanneer  verleiding van binnenuit of groepsdruk van buitenaf ons het tegendeel wil doen geloven. Onze hemelse Vader verwacht alleen maar van ons, dat wij bereidwillig naar Zijn uitgestrekte armen uitreiken en Zijn altijd aanwezige omhelzing voelen wanneer we ons van de ketenen van zonde bevrijden.

Welke stappen van berouw, hervorming en herstel ook nodig zijn, deze groei begint met het ontkennen van de beweringen van de stof, de bereidheid om een geestelijk standpunt in te nemen tegen die beweringen en te begrijpen dat het leugens zijn over hoe God ons heeft gemaakt. Als sensualiteit onze goddelijkheid wil domineren, kunnen we de waarheid van onze zuivere geestelijkheid en onschuld als Gods kinderen opeisen. Als woede een rol speelt, kunnen we de zachtmoedigheid van God weerspiegelen, dit bevestigen en toepassen, waarvan de psalmist zei dat het hem groot had gemaakt (zie Psalmen 18:36). 

Wanneer we stelling innemen tegen elke stoffelijke eigenschap die ons natuurlijk geestelijk licht wil verduisteren, kunnen we vasthouden aan het feit, dat eigenschappen die niet van God afkomstig zijn  ook niet in Gods idee kunnen worden gevonden. Er is geen brug tussen een beperkt stoffelijke begrip van onszelf en onze ware geestelijke identiteit.

Maar er is wel een brug, die wij kunnen vinden door ons hart open te stellen en die ons wegleidt van het geloof aan een zondig zelfbestaan en ons leidt naar vrijheid van zonde. Het is de morele vernieuwing, die door de zuiverende werking van Christus in het menselijk bewustzijn tot stand komt. Christus bekrachtigt onze overwinningen over datgene wat verkeerd is door te openbaren dat Gods schepping, de mens, altijd goed is. Zoals Mary Baker Eddy verklaart in haar boek Miscellaneous Writings 1883-1896: “Dat de mens de eeuwige wet van oneindige Liefde kan breken, was en is een van de grootste leugens van de slang!” (blz.123).

De wet van Liefde verklaart dat Liefde Alles is en dat het onze onveranderlijke natuur is als de weerspiegeling van God om altijd lief te hebben. De levende Christus verkondigt dit aan ieders bewustzijn. Door gehoor te geven aan deze waarheid over ons en eraan vast te houden in ons denken over en omgaan met onszelf en anderen, bouwen we een brug die ons uit immoreel gedrag leidt. 

Wanneer we dit doen, kunnen we alert zijn op het gefluister van “de slang” en het weerleggen. Dit is een Bijbelse manier om de lokkende verleiding te ontkennen dat de stof ons bestaan definieert en beperkt. In The First Church of Christ, Scientist, and Miscellany, geeft Mary Baker Eddy de weg aan om dit te bewerkstelligen. Ze spoort ons aan: “Waak en bid dagelijks dat kwade suggesties in welke vermomming dan ook, geen wortel kunnen schieten in uw gedachten noch vrucht dragen. Onderzoek uzelf vaak en kijk of er ergens een belemmering voor Waarheid en Liefde wordt gevonden enbehoud het goede’ “ (blz.128-129).

Het is mogelijk dat we niet meteen de standvastigheid bereiken die dit vereist. Maar als we het goede behouden, zal het menselijk gemoed afstand doen van zijn zelfvernietigende weerstand en de morele en geestelijke zin van goedheid accepteren. Dan vinden we ons thuis in onze rechtmatige weerspiegeling van Gods oneindige liefde.

Tony Lobl, Mederedacteur

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.