Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Het verdwijnen van de stof

De Christian Science Heraut - 20 augustus 2024

Oorspronkelijk gepubliceerd in de december 1981 editie van The Christian Science Journal


Soms worden belangrijke punten in de christelijke metafysica door buitenstaanders verkeerd begrepen. En soms begrijpen wij als insiders diezelfde punten ook niet voldoende. Het komt erop neer, dat hoe meer duidelijkheid en nauwkeurigheid Christian Scientisten in hun eigen begrip van geestelijke waarheden brengen, hoe meer ze zullen bijdragen aan het ontkrachten van verkeerde opvattingen bij anderen. Het is meestal makkelijker om te bedenken hoe de ander gecorrigeerd kan worden dan ons te realiseren dat het in de eerste plaats belangrijk is om de zaken in onze eigen gedachten perfect op een rijtje te zetten.

We kunnen het ons echt niet veroorloven om vertrouwde waarheden in de Bijbel en de geschriften van Mary Baker Eddy als vanzelfsprekend te beschouwen. De boeken moeten worden overdacht —diepgaand bestudeerd voor de volledigheid en nauwkeurigheid van hun betekenis. Welke impact heeft het bijvoorbeeld op ons, wanneer we het feit overwegen dat de stof onwerkelijk is? Hebben we gewoon een vaag gevoel dat de objecten om ons heen, zelfs het eigen fysieke lichaam, tekortschieten in het vertegenwoordigen van ware substantie? Of nog erger, gaan we misschien voorbij aan zo’n concept en nemen we aan dat de betekenis ervan in de toekomst ligt? We kunnen eerlijk gezegd niet van de mensheid verwachten dat ze zonder studie waarneemt wat wij, zelfs met studie nog vollediger moeten begrijpen.

De absolute leer van de goddelijke Wetenschap verklaart dat de stof moet verdwijnen in de aanwezigheid van Geest. Maar zonder uitleg en toepassing zou zo'n concept voor de Wetenschapper weinig meer zijn dan een theorie en voor de nieuwkomer op zijn minst verwarrend. Wat bedoelen we eigenlijk met de term "de stof"? Denken we aan het verdwijnen van objecten om ons heen—een emmer verf, een stuk touw, een zak aardappelen? Zo ja, dan zweven we in wolken van een theorie, die ver buiten ons huidige wetenschappelijk werk ligt.  En toch zit er iets heel praktisch, heel directs, in de huidige ontbinding van de stof.  

Voor de christelijke metafysicus die de aard van de werkelijkheid overdenkt, is de stof niet zo eenvoudig te definiëren als alleen maar fysieke voorwerpen—keurige kleine pakketten gemeten in liters, meters en kilogrammen. "De stof" is  in feite een term die bekrompenheid, begrenzing en beperking impliceert; het suggereert een bewustzijn van een bestaan dat begrensd wordt door muren van restrictie. In één woord, de stof is sterfelijkheid. En de zogenaamde substantie die we meestal als de stof beschouwen, voor zover deze onderhevig is aan plotselinge of uiteindelijke verslechtering en verandering, symboliseert  hoofdzakelijk een staat van eindig denken.

Dus wanneer we de onwerkelijkheid van de stof overwegen, overdenken we in wezen het feit dat het ware bestaan van de mens als de uitdrukking van onsterfelijke Geest onbegrensd is, oneindig; ons ware wezen ontwikkelt zich voortdurend binnen Gods oneindige goedheid—het wordt niet begrensd door twijfel of onwetendheid, woede of afgunst. We verwerpen de stof wanneer we het geloof verwerpen dat ons ware leven is opgebouwd rond dergelijke eindige concepten. We dagen het besef uit van de beperkende stof zelf—niet slechts van de verschillende objecten die het besef van stof altijd als sterfelijk zullen vertegenwoordigen.

Verliezen wij het besef van substantie wanneer we Gods aanwezigheid voelen—geestelijke vreugde, zuiverheid en integriteit ervaren? Nee, we verkrijgen  eigenlijk een meer uitgebreide, substantiële en permanente basis van bestaan. Het ware zijn, het individueel bewustzijn, wordt gevormd door onbeperkte eigenschappen van God. Ware vorm, kleur, substantie en omtrek zijn de  uitdrukkingsvormen van onbegrensde Geest; ze worden niet binnen de hekken van een sterfelijke mentaliteit opgesloten. "Geest en zijn formaties zijn de enige werkelijkheden van het zijn." legt onze Leidster, Mary Baker Eddy, uit. "Onder de microscoop van Geest verdwijnt de stof" (Wetenschap en Gezondheid, blz. 264).

Wanneer iemand de stof als de werkelijke substantie accepteert, kan het natuurlijk beangstigend lijken om te overwegen dit los te laten. Echter, wanneer iemand tot het inzicht komt dat de stof geen enkele werkelijkheid bevat onafhankelijk van bewustzijn, maar in wezen de projectie van beperkt denken is, zal hij gedwongen worden zijn voorbehouden ten aanzien van dit loslaten te heroverwegen. Niet dat hij er van zelf blij mee zal zijn om afstand te doen van  mentale beperkingen. Mensen zijn niet makkelijk over te halen om hun gevangen houdende opvattingen op te geven. Van nature vreest het sterfelijk gemoed het oneindige, omdat onsterfelijkheid per definitie het einde aankondigt van alle geloof in sterfelijkheid.

Maar zodra we inzien dat het verdwijnen van de stof eigenlijk het verdwijnen van beperkt denken betekent—van angsten en onzuiverheden en eigenzinnigheid—begint zich een heel nieuwe wereld (zelfs een nieuwe hemel en aarde) voor ons te openen. We beginnen meer te begrijpen van Christus Jezus, zijn missie, zijn boodschap en hoe hij kon genezen.

Tot op zekere hoogte maakte zelfs de geboorte van Jezus zich los van de stof —van de beperkende en sterfelijke opvattingen over de oorsprong van de mens. Hij begreep steeds beter dat de mens niet bestaat uit beperkingen en dat de mens geen verzameling van genen is, begrensd door het verleden of opgesloten binnen de wereldse grenzen van ziekte, immoraliteit, dood. Christus Jezus herkende de oorspronkelijke, onbegrensde aard van de mens als het beeld, zelfs de vertegenwoordiger van God, de goddelijke Geest. Hij zag dit feit met zo'n helderheid dat de grenzen van ziekte en zonde, van arrogantie en dood, bezweken. Zijn overtuiging van Gods alomtegenwoordigheid haalde tegenwerkende mentale barrières weg. De Bijbel beschrijft het genezende effect bij het doorbreken van die op de stof gebaseerde onjuiste grenzen in het denken als: een verlamde man liep; een kind werd weer gezond; een groot aantal mensen werd gevoed; een zee werd gekalmeerd.

Wanneer we het veld ruimen voor de uitgestrektheid van Geest, vernietigen we ook vandaag de dag nog dergelijke beperkende overtuigingen, zoals ziekte of zonde, kwaad van elke soort. De stof—dat wil zeggen, de uitdrukking van een beperkte en onjuiste mentaliteit—lost op. We ervaren bevrijding. Angst maakt bijvoorbeeld plaats voor de veiligheid van de goddelijke Liefde; geestelijke vitaliteit vervangt apathie; verlichting verdringt onwetendheid.

Voor de leerling in de goddelijke metafysica verdwijnt de stof dagelijks. Het vlees (bekrompen stoffelijk bewustzijn) bezwijkt voor geestelijkheid. "Beperkingen worden afgelegd naarmate de vleselijke natuur verdwijnt en de mens wordt gevonden in de weerspiegeling van Geest," schrijft onze Leidster (Retrospection and Introspection, blz. 73). Er vindt een wedergeboorte plaats, waarin het christelijk bewustzijn de stoffelijke identiteit vervangt. En wat is de ultieme les die de Meester ons bood? Toonde hij ons hoe we uiteindelijk heel gelukkige, gezonde, beminnelijke stervelingen kunnen worden? Nee, natuurlijk niet; hij leidde ons naar onze volledige verlossing—weg van sterfelijkheid.

Jezus demonstreerde volkomen het feit dat alle stof, al het beperkende geloof  uiteindelijk verdwijnt naarmate we helemaal de volmaakte weerspiegeling van  het alwetend Gemoed demonstreren. De mens verdwijnt niet. Substantie verdwijnt niet. Beperkingen verdwijnen. Ze verdwijnen, omdat God onbegrensd is en de mens Zijn evenbeeld is. Toen Jezus opsteeg, gaf hij het onweerlegbaar bewijs dat het ware zijn volledig vrij van de stof is.

Jij en ik kunnen dagelijks het struikgewas van sterfelijke overtuigingen, dat ons zou willen insluiten, terugsnoeien. Zelfs de meest bescheiden genezing is een vernietiging van het kwaad; het is het bewijs van Gods aanwezigheid, zoals beschreven door de psalmist: "Hij liet Zijn stem klinken: de aarde smolt weg” (Psalm 46:7).

Ook nu kunnen we authentieke betekenis geven aan de metafysische waarheid dat de stof verdwijnt in het licht van Geest. En uiteindelijk zullen we door geestelijke wedergeboorte en wetenschappelijke genezing boven alle beperkte gedachten uitstijgen; we zullen onze eigen hemelvaart bereiken. 

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.