Skip to main content Skip to search Skip to header Skip to footer

Geen stilstand in ontwikkeling

De Christian Science Heraut - 20 maart 2024

Oorspronkelijk gepubliceerd in de februari 1971 editie van The Christian Science Journal.


Er zijn wijdverbreide opvattingen over het grote belang van de ontwikkeling van een kind tijdens de vormingsmaanden in de baarmoeder en na de geboorte in de leeftijd van één tot drie jaar. Maar leerlingen van Christian Science kennen een hogere wet en leren een andere ontwikkeling te aanvaarden. De wrede suggestie dat de ontwikkeling van een kind op bepaalde tijdstippen en onder bepaalde omstandigheden moet plaatsvinden, is gebaseerd op de veronderstelling dat de mens stoffelijk is. Wanneer iemand uitreikt naar een meer christelijke, meer barmhartige benadering van het bestaan, kan hij voor zichzelf ontdekken dat de mens in werkelijkheid geestelijk is, gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God en zich als zodanig voortdurend ontwikkelt.

Mary Baker Eddy laat in haar geïnspireerde geschriften zien dat het niet nodig is om de mens vanuit een beperkt, sterfelijk standpunt te bekijken en het niet essentieel noch christelijk is om een mens in de ban van verlammende sterfelijkheid te houden. Ze richt haar gedachten op de geestelijke aard van de ware mens en schrijft: “Van een hoger standpunt uitgaande, stijgen wij vanzelf hoger, evenals licht zonder moeite licht uitstraalt …” (Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 262).

Het eerste hoofdstuk van het boek Genesis geeft ons het hoger standpunt om vanuit te  redeneren. Dit hoofdstuk stelt dat de mens is gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God. Aangezien Christian Science onderwijst dat God Gemoed is, moet een leerling van deze Wetenschap concluderen dat de mens gemaakt is naar het beeld en de gelijkenis van God, het goddelijk Gemoed en daarom goddelijke intelligentie weerspiegelt. Het consequent en in gebed vasthouden aan een dergelijke erkenning, benadert het “hoger standpunt” dat ons spontaan verheft, net zoals “licht zonder moeite licht uitstraalt.” De goddelijke intelligentie stroomt voortdurend van zijn schepper, het goddelijk Gemoed, naar de ware geestelijke mens; en de mens straalt deze intelligentie moeiteloos uit via goddelijke eigenschappen.

Evenals traagheid en onvermogen om te leren geen basis hebben in het goddelijk Gemoed, zo kunnen pijnlijk zelfbewustzijn en verlegenheid niet bestaan in de goddelijke Liefde. In het sterfelijke plaatje zijn vertraging, beperkt bewustzijn en gebrek aan vertrouwen echter vaak constant en agressief. Daarom moet de tegengestelde erkenning van Waarheid constant, krachtig en geïnspireerd zijn om degene die hulp nodig heeft, te bevrijden.

Welk gemoed beweert dat een kind zich alleen maar in een bepaalde periode van zijn menselijk leven kan ontwikkelen? Het is beslist niet het goddelijk Gemoed, God, dat voorziet in al het goede voor Zijn kinderen. Het mag waar zijn dat de meeste mensen zich het beste ontwikkelen tussen  één en drie jaar, maar wie of wat kan iemand ervan weerhouden zich het beste te ontwikkelen tussen eenentwintig en drieëntwintig of eenentachtig en drieëntachtig jaar? Mensen zeggen misschien dat dit niet kan, maar als we weigeren de opgelegde regels van wat mensen zeggen te accepteren, ontdekken we, zoals anderen hebben gedaan, dat één met God een meerderheid is.

Christus Jezus die volledig op Gemoed vertrouwde en op de ontvouwing van de schepping van Gemoed, was in staat een jongen met epilepsie te genezen die zijn discipelen niet hadden kunnen helpen. Nadat hij de jongen had genezen, legde hij aan zijn discipelen uit waarom ze hadden gefaald. Hij sprak over hun gebrek aan geloof en voegde eraan toe: “Maar dit soort gaat niet uit dan door bidden en vasten” (Mattheüs 17:21).

Evenals in de tijd van Jezus vereist het vandaag de dag toegewijd gebed en dagelijks vasten van het geloof in een stoffelijk bestaan om een fout te genezen, die diep verankerd zit in het menselijk bewustzijn. Maar het kan worden gedaan en is gedaan, zoals getuigenissen in de Christian Science-tijdschriften laten zien.

Iemand die probeert zich te verheffen uit een toestand van belemmerde ontwikkeling heeft er baat bij om vanuit een geestelijk standpunt aanspraken over erfelijkheid, zowel prenatale als postnatale omstandigheden, te hanteren en te weerleggen.

In gebed bevestigen dat God de enige Vader-Moeder is, de enige schepper, zal aanspraken van erfelijkheid weerleggen. In de menselijke overtuiging mag het waar zijn dat stervelingen andere stervelingen voortbrengen, maar hoe kunnen stervelingen het beeld en de gelijkenis van God, Geest, scheppen? Dit is natuurlijk onmogelijk; als de mens wordt gezien als het beeld en de gelijkenis of samengestelde idee van God, zonder dat er ook maar een greintje stoffelijkheid aan zijn werkelijke wezen is verbonden, dan wordt ook gezien dat God, het goddelijk Gemoed, de enige Vader-Moeder is. Een dergelijk begrip legt de menselijke erfelijkheid bloot en verwijdert haar onjuiste conclusies. 

De wereld zegt dat er een gunstige omgeving wordt vereist voor de normale mentale en fysieke groei van een kind, omdat dit verschijnsel talloze keren is waargenomen. Kinderen die zijn opgegroeid in een ondersteunend en stimulerend mentaal klimaat ontwikkelen zich vaak op een meer wenselijke manier dan kinderen die minder fortuinlijk zijn.

Maar hier kunnen we dieper ingaan op de betekenis van milieu. Woont de mens werkelijk in een stoffelijke of zelfs een mentaal stoffelijke atmosfeer? Verwijzend naar God, benadrukte Paulus:  ”… in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij…” (Handelingen 17:28). Ouders die het feit accepteren dat zowel zij als hun kinderen de ideeën van Gemoed zijn, die leven en bewegen en hun wezen in God hebben – in het goddelijk Gemoed – zullen op natuurlijke wijze een heilige en vreugdevolle sfeer bewaren voor hun kinderen, zowel vóór als na de geboorte. Degenen die tijdens hun jonge jaren niet het voordeel van dergelijke gebedsactiviteit hebben gehad, kunnen zich nog steeds beroepen op hun ware, geestelijke zelfheid, die in werkelijkheid nooit tot een verkeerde staat van sterfelijkheid is vervallen. Ieder individu heeft het door God gegeven recht om te weten dat hij leeft, zich beweegt en zijn wezen heeft in God, Waarheid.

Een dergelijke redenering kan niet alleen iemand bevrijden van het geloof in een kansarme ontwikkeling in zijn ernstigste vorm, maar kan ook iemand bevrijden, die lijdt aan mildere, maar soms meer verborgen vormen van dezelfde suggestie. Hoe zit het met degene, die een patroon van beperkte talenten of capaciteiten heeft geaccepteerd? Hoe zit het met degene wiens karakter slechts langs één lijn is ontwikkeld? Elke vorm van verkrampt, beperkt denken of handelen duidt op stilstand in ontwikkeling, want de ware, geestelijke mens is geschapen naar het evenbeeld van Gemoed en heeft een volledig afgeronde individualiteit en steeds betere en meer vooruitzichten.

In Waarheid en alles wat daaruit voortkomt, vindt voortdurende ontwikkeling plaats. Er kan in de eeuwigheid geen einde komen aan individuele ontplooiing. Terwijl we ons voortdurend verheugen in de grenzeloze ontwikkeling van de mens als kind van het goddelijk Gemoed, die de hele eeuwigheid doorschijnt met het licht van Gemoed, zullen we steeds meer bewijzen van groei vinden, zowel in onze eigen ervaring als in de ervaring van degenen die we liefhebben. Nieuwe talenten, een bredere horizon en meer onzelfzuchtige belangen worden zichtbaar. Toenemende mentale capaciteiten, heldere vitaliteit en meer geestelijke vreugde worden een normaal onderdeel van het dagelijks leven.

De ontwikkeling van de ware mens kan nooit worden tegengehouden. De mens, de geliefde van  Liefde, de gekende en beschermde van Gemoed, bezit de onsterfelijkheid van voortdurende ontplooiing. Mary Baker Eddy schrijft in Wetenschap en Gezondheid: “God brengt in de mens de oneindige idee tot uitdrukking, die zich voor altijd ontwikkelt, zich steeds uitbreidt en van een onbegrensde grondslag uit, al hoger en hoger stijgt” (blz. 258).

De missie van de Heraut

In 1903 stichtte Mary Baker Eddy De Christian Science Heraut, met het doel: “de universele werkzaamheid en beschikbaarheid van Waarheid te verkondigen” (My 353:14). De definitie van ‘heraut’ in een woordenboek: “voorloper – een boodschapper die vooruit is gestuurd om bekend te maken wat er gaat komen”, geeft een speciale betekenis aan de naam Heraut en wijst ons bovendien op onze plicht – de plicht van ieder van ons – om te zorgen dat onze Herauten hun taak vervullen, een taak die onafscheidelijk is van de Christus en werd aangekondigd door Jezus met de woorden: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15).

Mary Sands Lee, Christian Science Sentinel, July 7, 1956

Lees meer over de Heraut en zijn missie.