“Dien de Heere met blijdschap, kom voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang” schreef de psalmist (Psalmen 100:2). Iedere oprechte leerling van Christian Science voelt inwendig een diep verlangen de beweging te dienen, zodat hij uitdrukking kan geven aan zijn dankbaarheid voor de zegeningen van Christian Science. Maar soms voelt hij dat zijn diensten niet voldoen aan zijn verlangen: Misschien wordt hij niet in de gelegenheid gesteld om datgene te doen, waarvoor hij meent geschikt te zijn, of probeert de dwaling hem te beroven van zijn vreugde om te dienen door een gevoel van onbekwaamheid of door een verlammend bijgeloof dat hij het zo druk heeft. De agressieve suggesties van de dwaling verdwijnen echter voor de waarheid dat God, het ene en enige Gemoed, in Zichzelf al het zijn omvat en altijd moeiteloos en vreugdevol Zichzelf uitdrukt naar de maat van Zijn eigen oneindigheid.
De ware identificatie van onszelf is de basis voor ware dienstverlening; liefde is de grondtoon. God is de enige Ego of IK BEN. In Hem ligt alle bekwaamheid, vaardigheid, talent, volmaaktheid, schoonheid, prestatie. Alle kracht van zelfexpressie behoort Hem toe en is onbeperkt en moeiteloos voor Gemoed. De mens is niet beperkt in zijn mogelijkheden. Zijn bekwaamheid komt niet van hemzelf en daarom kent hij geen beperkingen. Hij is de weerspiegeling van God. In Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift schrijft Mary Baker Eddy: "God is Zijn eigen oneindig Gemoed en brengt alles tot uitdrukking” (blz. 319). God drukt Zich uit en “de mens" geeft deze uitdrukking te kennen.
Christus Jezus zei: "De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze” (Johannes 5:19), en Hij herhaalde: "Ik kan van Mijzelf niets doen" (Johannes 5:30). Hij schreef aan God de macht en de glorie toe in alles wat Hij deed. Hierin lag het succes van Zijn missie.
Er is geen ruimte voor zelfverheerlijking in ware dienstbaarheid. Dienen in Christian Science verheerlijkt Beginsel, niet de persoon. De demonstratie van Christian Science is niet de bevrediging van de persoonlijke zin, maar de onderwerping ervan. In de toepassing van deze Wetenschap komt geen lust naar macht of persoonlijke verheerlijking voor, er dringt geen arrogantie, rivaliteit, afgunst of egoïsme binnen. Het geloof een onafhankelijke werker te zijn, een persoon die probeert God uit te drukken, moet plaatsmaken voor het besef dat alleen Gemoed zichzelf uitdrukt en dat zowel de mogelijkheid om te dienen als de uitvoering ervan, besloten liggen in het goddelijk Gemoed.
Ware dienstbaarheid drukt de betrouwbaarheid van Beginsel uit, de schoonheid van Liefde, de vitaliteit van Leven, de kracht van Geest, de zuiverheid van Waarheid, de rust van Ziel en de intelligentie van Gemoed. De verwezenlijking van zulke dienstbaarheid geeft God de eer; de reikwijdte ervan overstijgt menselijke berekening. Onze geliefde Leidster volgde in de voetsporen van de Meester. Zij hield de banier van ware dienstbaarheid omhoog en vestigde deze voor de eeuwigheid.
Het beseft dat er maar één Gemoed is en dat dit Gemoed de enige uitvoerder is, bevrijdt ons van het geloof een doelwit te zijn voor de pijlen van kwaadaardigheid. Het Gemoed dat uitdrukking geeft aan dienstverlening is hetzelfde Gemoed dat die dienst ontvangt. In dit Gemoed is geen timide uitvoerder noch een kritisch publiek. Liefde wordt bewezen in zowel de vreugde van het geven als in de voldoening van het ontvangen. In dit ene eeuwige Gemoed is er geen onervaren beginneling. noch ontoereikendheid, gebrek aan zelfvertrouwen of aarzeling.
Eens kreeg een Christian Science-practitioner het verzoek om iemand die voorlezer was in een Christian Science-kerk te behandeling door gebed. De vrouw verklaarde dat zij zich doelwit voelde van het sterfelijk gemoed en dat haar lijden een straf was voor de dienst die ze verleende. De practitioner probeerde haar liefdevol en geduldig ervan te overtuigen dat er geen strafwet bestaat; dat Gods wet, de wet van Liefde, de enige wet is, een wet van bescherming, veiligheid, welzijn; en omdat God Alles is en Liefde is, bestaat er dus geen doelwit. Echter, de vrouw, gehypnotiseerd door de persoonlijke zin en doordrongen van het belang van haar ambt, wilde dit niet accepteren. Uiteindelijk zei de practitioner lachend: "Nou, als je een doelwit wilt zijn, ga dan je gang, maar blijf in hemelsnaam buiten schot." Dit verbrak de hypnose en de harmonie werd snel hersteld. Er is geen doelwit in Gods koninkrijk!
Onvoorwaardelijk vertrouwen op God geeft geestelijke blijdschap aan ware dienstverlening. God op deze wijze te dienen vormt bescherming. Wat anders dan God, oneindige Liefde kun je ervaren, wanneer God Alles is? Er is geen wrijving van persoonlijkheid in het bewustzijn dat doordrongen is van geestelijkheid. De gedachte die straalt van inspiratie, kent geen gevoeligheid voor stoffelijke suggesties, geen vergoddelijking van wanpraktijken of angst voor wat andere mensen denken. Mary Baker Eddy zegt in Miscellaneous Writings 1883-1896: "Het is stoffelijkheid, waarmee de dierlijke magnetiseur aast op een prooi en waaraan hij op zijn beurt zelf ten prooi valt." En ze voegt eraan toe: "Geestelijkheid is de basis van alle ware gedachten en wilskracht" (blz. 156). Dienen zonder egoïsme, brandend van ontzelfde liefde, beklimt de hoogten van ware aanbidding en observeert het gezichtsveld van de hemel.
Christian Science verzoekt de mens een wet voor zichzelf te zijn. En in de mate dat hij het Eerste Gebod gehoorzaamt en Gods wet weerspiegelt, vervult hij deze opdracht. Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn, waarin iemand die diensten verricht de behoefte voelt om een beroep te doen op een practitioner voor hulp en steun door gebed. In dat geval zou hij niet moeten aarzelen om dat te vragen. Hij heeft recht op de liefde en geruststelling van dergelijke hulp en hij is aan de uitvoering van zijn werk de beste dienst verschuldigd. Dit zou echter eerder uitzondering dan regel moeten zijn. Geen enkele Christian Scientist aanvaardt een taak met de gedachte, dat hij voor de uitvoering daarvan voortdurend behandeling van een practitioner nodig heeft. De leerling heeft geen persoonlijk bemiddelaar nodig als essentieel onderdeel voor zijn demonstratie van de eenheid van de mens met God.
De Heere met blijdschap dienen, is het verduidelijken van de geestelijke waardigheid, vrede en het evenwicht van Ziel. Zulke eigenschappen getuigen van een innerlijke rust, geboren uit de zekerheid dat God Alles is. Zo mogen wij met vreugde bewijzen dat God almachtig is en bijdragen aan Zijn lof en glorie.