Mijn man en ik kochten vorig jaar en klein kippenhok en adopteerden vier hennen. Nadat zij ingeburgerd waren, ontdekten we dat tijdens etenstijd de grootste hen de baas speelde over de kleinste. We baden hierover met de volgende zin uit Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy: “Al Gods schepselen bewegen zich in de harmonie van de Wetenschap en zijn onschadelijk, nuttig en onvernietigbaar” (blz. 514). Bijna van de ene op de andere dag veranderde het gedrag van de bazige hen en kon iedere kip haar eerlijk deel van het voer krijgen.
Op een ochtend toen mijn man aan het klussen was, liet hij de kippen iets eerder dan normaal uit hun hok gaan. Hij was maar een kwartiertje in de voortuin, maar toen hij terugkeerde naar de achtertuin, ontdekte hij dat er één kip ontbrak, twee dood waren en de vierde zwaar gewond was. Zijn hart was gebroken en hij was woedend. Toen zag hij een vos in de tuin van onze buren. Zijn woede smolt weg toen hij besefte dat de vos waarschijnlijk voor haar welpen zorgde. We waren erg verdrietig, maar vergaven de vos.
Onze enige levende kip was aan weerszijden van haar ruggengraat gebeten en er ontbrak een pluk veren op haar rug. Ze bewoog zich niet, dus pakte mijn man haar op en maakte voorzichtig de wonden schoon zo goed als hij kon. Daarna hield hij haar een hele tijd in zijn armen, praatte tegen haar en stelde haar gerust.
Ondertussen sms'te ik een practitioner van Christian Science over wat er was gebeurd. Ze sms'te terug: "Alle schepselen van God zijn veilig in de ark van het goddelijk Leven. Liefde is overal. Deze kleintjes leven en bewegen zich nog steeds in de harmonie van de Wetenschap."
Ondanks het verontrustende beeld van de gewonde kip, klampte ik me vast aan het geestelijk feit dat zij veilig was in de eeuwige armen van Liefde, God. Ik ging naar het kippenhok en terwijl ik door het raampje naar haar keek, bevestigde ik dat zij Gods volmaakte schepsel was, altijd heel en intact. In de Bijbel staat dat alle haren op ons hoofd zijn geteld, en ik wist ik dat dit betekende dat alle veren van een kip ook zijn geteld en worden beschermd.
Op de derde dag tilde mijn man de kip uit het kippenhok en zag dat haar ogen helder stonden en dat de wonden op haar rug dicht waren. Hij moedigde haar aan om wat water te drinken en groef een aantal larven voor haar op, die ze at. Ik bleef bevestigen dat zij de door God gegeven eigenschappen van nieuwsgierigheid, nijver, levendigheid en onschuld, belichaamde.
Door het begrijpen van Gods wet van harmonie waren wij getuige van haar totale herstel in minder dan een maand. Zelfs de ontbrekende veren groeiden terug. Er werd ons verteld dat een kip zelden of nooit herstelt van een vossenaanval, maar die van ons kwam er weer boven op. Ik ben zo dankbaar voor dit tastbare bewijs van Gods goedheid en zorg.
Catherine Byers
Cherry Hill, New Jersey, VS