Op kerstavond daalde er een dichte mist neer die het landschap bedekte. We konden niet eens gaan wandelen om onze nieuwe omgeving te verkennen en voelden ons opgesloten in een vreemde grijze en stille wereld. Mijn moeder en ik waren een paar dagen voor Kerstmis in een stad in Engeland aangekomen, waar we niemand kenden en ons ver weg van familie en vrienden bevonden. We waren al enkele maanden werkloos en kwamen daar om aan een nieuwe baan te beginnen. Zonder de gebruikelijke kerstvoorbereidingen te hebben gemaakt, leek het een sombere tijd.
Maar juist deze omstandigheden moedigden ons aan om nog een stap terug te doen van de traditionele feestelijkheden en te proberen meer te weten te komen over de ware geestelijke betekenis van Kerstmis. We brachten onze tijd door met het lezen van het geliefde kerstverhaal in de Bijbel; ook lazen we wat er verder over Kerstmis stond, evenals enkele passages over de Christus in het leerboek van Christian Science, Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift van Mary Baker Eddy. In deze stille waakzaamheid merkten we dat het gemakkelijker was om het lied van de engelen te horen, het geschenk van het goddelijk Gemoed.
Het bleef de hele eerste kerstdag mistig en ook de dag erna. Maar de volgende ochtend trok de mist plotseling op, de zon scheen en we realiseerden ons dat het toch een echt gelukkige kerst voor ons was geweest. Wat een beproeving had geleken, bleek leerzame lessen aan te reiken die me nooit meer hebben losgelaten.
En wat had ik geleerd? Dit is niet gemakkelijk onder woorden te brengen, want geestelijke ontvouwing is iets wat je diep van binnen voelt. Maar iets in een artikel dat Mary Baker Eddy op een kerstdag voor de New York World schreef, geeft weer wat ik voelde. Ze schreef: "In Christian Science staat Kerstmis voor het werkelijke, het absolute en eeuwige – voor de dingen van Geest, niet van de stof." En eerder in hetzelfde artikel merkte ze op: "[Kerstmis] vertegenwoordigt de eeuwig verlichtende Ziel die alleen wordt herkend in harmonie, in de schoonheid en overvloed van eeuwigdurend Leven – in de waarheid die Leven is, het Leven dat de mensheid geneest en redt." (The First Church of Christ, Scientist and Miscellany. blz. 259-260).
Door na te denken over passages als deze, beginnen we een veel grootser begrip van de betekenis van Kerstmis te krijgen. Neem bijvoorbeeld 'schoonheid en overvloed'. Beide worden geassocieerd met de kerstperiode. Mensen vinden het leuk om hun huis zo mooi mogelijk te maken en allerlei goeds aan te bieden voor de feestdagen. De hulst en versieringen verliezen echter al snel hun frisheid en worden verwijderd en de speciale traktaties zijn allemaal op. Sommige mensen zeggen dan bijna dankbaar: "Nou, dat was het dan, Kerstmis is weer voorbij."
Maar toen ik nadacht over de woorden uit het kerstartikel in de New York World, kon ik duidelijker zien dat de schoonheid van het goddelijk Leven – de bron van al het zijn – uitstraling, vitaliteit en kracht zou moeten inhouden, de kalmte van onveranderlijke lieflijkheid, een bevredigende overvloed die permanent en zeker is. Doordat deze eigenschappen eeuwigdurend zijn, zag ik ook in, dat ze altijd deel uitmaken van de ware, geestelijke aard van de mens. Ze verleppen niet en worden niet verteerd, maar zijn blijvend.
Wanneer we zelfs maar een glimp opvangen van de geestelijke werkelijkheid, worden het stoffelijke en kortstondige onvermijdelijk minder belangrijk, minder werkelijk voor ons. We krijgen een ander perspectief van onze menselijke activiteiten en zijn in staat een groter gevoel van heerschappij over de tirannie van 'dingen' te veroveren – een groter gevoel van sereniteit en geluk te ervaren, ongeacht onze omstandigheden. Als we alleen zijn in stilte kunnen we nog steeds de vreugde van Kerstmis gewaarworden. En als we het zo druk hebben dat we nauwelijks een moment van stilte hebben, kunnen we toch de rust van Kerstmis ervaren.
Wat zich in ons bewustzijn bevindt – niet de uiterlijke gebeurtenissen – bepaalt onze harmonie. Ik heb veel verschillende soorten kerst op veel verschillende plaatsen doorgebracht. Soms heb ik heel hard gewerkt om een vreugdevolle kerst voor andere mensen te maken. Soms heb ik de feestdagen doorgebracht met familie of vrienden. Soms was mijn kerst heel rustig zonder enige festiviteiten - zoals die mistige kerst die me zoveel heeft geleerd. Maar in elke situatue bleef de essentie van Kerstmis voor mij hetzelfde: Gods liefde die in ons hart schijnt, onze genegenheid vult met het licht van Waarheid en onze gedachten verheft om "de blinkende Morgenster" (Openbaring 22:16) te aanschouwen. Ik hou van het gezang waarin staat:
Ons zegt geen taal, noch mensentong,
Wat eens het koor der englen zong,
Alleen ons hart ervaart de groei
Van Kerstmisleliën schoon in bloei.
(Gezangboek van Christian Science, nr. 170)
Telkens als ik het bekende kerstverhaal lees, merk ik dat ik op een nieuwe manier onder de indruk raak van een bepaald deel. Één keer was het de vlucht naar Egypte. Zoals Mattheüs het vertelt: "Nadat zij vertrokken waren, zie, een engel van de Heere verschijnt Jozef in een droom en zegt: Sta op, en neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat ik het u zal zeggen” (2:13). Toen ik dit las, werd ik getroffen door de gedachte dat Jozef een goede man moet zijn geweest – dat bleek uit de liefdevolle zorg die hij aan Maria besteedde en onmiddellijk gehoorzaamde aan Gods aanwijzingen. Toen ik verder nadacht over het Bijbelverslag, herinnerde ik me het verhaal van Martha Wilcox, die over haar werk met de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science vertelde. Op een dag sprak Mary Baker Eddy met Martha Wilcox en eindigde ze haar gesprek met deze opmerking: "'Neem nu uw jonge kind mee naar Egypte en laat het opgroeien, totdat het sterk genoeg is om alleen te staan.” Martha Wilcox legde het uit: "Hierdoor begreep ik dat ik met niemand mocht praten over wat mij was gegeven, totdat ik dit in mijn gedachten had laten opgroeien" (We knew Mary Baker Eddy, blz. 200-201; Boston: The Christian Science Publishing Society, 1979).
Ik zag hierin een les voor mijzelf. Wanneer er een nieuw geestelijk inzicht in onze gedachten opkomt, is de verleiding om hierover te vertellen soms moeilijk te weerstaan; we willen het meteen met anderen delen. Maar vaak is het verstandig om het eerst te beschermen en te koesteren, het te laten groeien en zich te ontwikkelen en stevig in onze gedachten te laten nestelen; pas dan zijn we klaar om het uit te dragen en ons genezingswerk te doen.
Terwijl ik hierover nadacht, begreep ik de noodzaak van de lessen uit het kerstverhaal toe te passen in ons leven. Wat een prachtige tijd is Kerstmis met zijn eeuwige boodschap van hoop, vrede en blijdschap. De ster schijnt nog steeds voor degenen die willen zien; de engelen zingen nog steeds voor hen die willen horen. En wij kunnen vandaag ons hart openen om de boodschap van "grote blijdschap" (Lukas 2:10) te ontvangen die ons welkom heet in de Christus.