Toen mijn kinderen klein waren en ik soliste was in onze kerk, begon ik plotseling af te vallen en voelde me ongemakkelijk, vooral mijn benen. Binnen een paar dagen kon ik niet meer lopen. Een familielid – zij was een Christian Science-practitioner – had voor me gebeden. Maar toen het probleem niet werd opgelost, werd het haar duidelijk dat ze mij moest komen helpen om voor de kinderen te zorgen, zodat ik vrij zou zijn om te bidden. Ik was dankbaar voor haar wijsheid en belde mijn Christian Science-leraar om de behandeling over te nemen.
Tijdens ons eerste gesprek was het duidelijk dat ik volzat met zelfveroordeling over wat ik beter had moeten doen en hoeveel beter ik zou moeten zijn. Ik was verrast te ontdekken, als resultaat van deze conversatie, dat zelfveroordeling egocentrisch is en niet Godcentrisch.
Hierdoor werd ik wakker geschud en besefte dat ik niet naar Gods stem had geluisterd, maar naar valse mentale suggesties dat ik iets anders was dan het volmaakte kind van God. Ik zag dat ik als Gods geestelijke beeld en gelijkenis in feite de uitdrukking was van prachtige eigenschappen en dat niets die uitdrukking kon tegenhouden. Als ik alle leugens die ik mijzelf vertelde was blijven geloven, zou ik niet open hebben gestaan voor genezing.
Mijn denken was opgeheven en voor het eerst in een week sliep ik goed. Toen ik de volgende ochtend wakker werd, was de positieve verandering mentaal en fysiek voelbaar. Ik werd iedere dag een beetje beter en op zondag was ik klaar om weer solo te zingen. Ik bewoog me goed en zong goed, hoewel er korte momenten waren dat ik moeite had met lopen. Ik leidde de kerkgemeente bij het zingen van twee gezangen, maar toen het tijd was om de solo te zingen, kon ik niet uit mijn stoel komen. Ik besefte dat ik deze leugen razendsnel moest weerleggen.
Terwijl ik bad, herinnerde ik me een moment uit een animatiefilm die ik onlangs met mijn kinderen had bekeken: The Rescuers Down Under. In deze scène moest een muis snel een zeer grote woestijn oversteken dus schudde hij een slapend zwijn wakker en vroeg om zijn hulp. Het zwijn was behoorlijk geïrriteerd en angstaanjagend, maar de muis die wist dat hij een klus te klaren had, ging regelrecht naar de neus van het dier, greep zijn slagtanden vast en zei resoluut: “Luister! Ik moet een lange afstand afleggen. Jij gaat me brengen en je gaat me geen problemen bezorgen, gesnapt?” Onmiddelijk stemde het zwijn in met het bevel van de muis.
Dit was een van de meest ongewone en toch duidelijke boodschappen van God die ik ooit heb ontvangen, en het kwam in een oogwenk. Met nieuwe inspiratie zag ik mentaal de leugen dat ik niet op kon staan, onder ogen.
Ik bevestigde dat God de enige macht is en dat Hij de mens de heerschappij over de hele aarde heeft gegeven, zoals in het eerste hoofdstuk van de Bijbel staat, en ik zei tegen mijn benen (niet hardop natuurlijk): “Jullie helpen me opstaan voor de solo en jullie gaan me geen problemen bezorgen!” Op dat moment was ik totaal verlost van het probleem.
Deze ervaring was voor mij een illustratie van iets dat Mary Baker Eddy schreef in haar boek Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift: “… Hoe kan ik het lichaam genezen, als ik niet begin met het zogenaamde sterfelijk gemoed, dat het lichaam rechtstreeks bestuurt?… Het sterfelijk gemoed is “de sterke”, die in bedwang moet worden gehouden, voordat zijn invloed op gezondheid en moraal kan worden opgeheven” (blz. 399-400).
Ik ben zo dankbaar voor Mary Baker Eddy’s ontdekking van Christian Science, voor de leer en het voorbeeld van Christus Jezus en voor onze dierbare hemelse Vader, die ons altijd precies geeft wat we nodig hebben om vooruitgang te maken op elk gebied in het leven.
Suzanne L. Brown
Oakville, Ontario, Canada