Als je ooit met een slechte karaktereigenschap hebt geworsteld, weet je dat het een beest kan zijn. Shakespeare noemde jaloezie bijvoorbeeld een monster met groene ogen, en ik was zijn ongelukkige gevangene totdat Christian Science mij ervan bevrijdde.
Het kan enige moeite kosten om te stoppen met geloven dat er een karakterfout zit ingebakken in wie we zijn. Hebzucht, afgunst, haat en trots zijn zo wijdverbreid in mensen en naties dat we ze de menselijke natuur noemen. Maar is het kwaad werkelijk onze natuur? Denk eens aan de vrijgevigheid van een naaste die een naaste helpt, de offers die mensen brengen voor een goede zaak, de beslissingen die individuen of naties ertoe leiden om het juiste te doen. Dergelijke acties wijzen op een onderliggende motiverende goedheid. Zoals uitgelegd in Christian Science is God dit krachtig goede, de Ziel van alles wat werkelijk bestaat.
We zijn misschien bereid om toe te geven dat God goed is, maar hoe zit dat met ons? Wij zijn niet God. Nee, maar Gods goedheid moet wel worden uitgedrukt en die uitdrukking is de mens. Mens is in Christian Science de overkoepelende term voor de ware, geestelijke identiteit van elke man en vrouw en elk kind. We zijn misschien gewend te denken dat de mens een sterveling is die zowel goed als slecht is, maar als we het goed begrijpen, is de geestelijke mens in wezen de volledige uitdrukking van God, Geest. Dit is waar, ongeacht hoe vaak een sterfelijk beeld van onszelf en anderen ons dit uit het oog doet verliezen.
Het is de onverbreekbare eenheid van God en de mens die de goddelijke natuur voor iedereen beschikbaar maakt. De mens is Gods schepping, de belichaming van alle goddelijke eigenschappen. Dus onze gebeden en pogingen om ons te bevrijden van een fout zijn geen pogingen om een slecht karakter een beetje aardiger te maken. In plaats daarvan willen we ons bewust worden van wat we werkelijk zijn: een individuele uitdrukking van de goddelijke Liefde, God.
In mijn eigen geval was ik een gevangene van jaloezie en de destructieve gevolgen daarvan, totdat mijn gebed mij wakker schudde voor dit nieuwe inzicht: Jaloezie was niet echt een deel van mij. Toen ik ter harte nam wat ik in Christian Science had geleerd – dat wij volledig aan God toebehoren en dat het onze ware aard is om het goede te uiten – verdween de jaloezie en kwam er een warme liefde voor in de plaats.
Mary Baker Eddy, de Ontdekster en Grondlegster van Christian Science, schreef: “Alle werkelijke zijn vertegenwoordigt God en is in Hem ... De werkelijke ego of zelfheid van de mens is goedheid. Indien kwaadheid de individualiteit van de mens was, zou hij verloren gaan, want het kwaad vernietigt zichzelf” (Neen en Ja, blz. 26).
Bevrijding van een karakterfout moet beginnen met de erkenning dat we niet te maken hebben met een zondig persoon, maar met een verkeerd geloof; met andere woorden, de zonde is een verkeerde perceptie, dat we een persoonlijke wil hebben los van God. Om onze vrijheid te krijgen, moeten we misschien ook de neiging weerstaan om ons zo te schamen over ons gedrag of er zo geschokt door te zijn, dat we geen fut meer hebben om te veranderen. In de kern is elke weerstand tegen hervorming de hardnekkige gedachte dat er een ego bestaat, dat vatbaar is voor het kwaad en de macht heeft om ons te laten zondigen.
Christus Jezus heeft er veel voorbeelden van gegeven hoe echte veranderingen in het menselijk karakter plaatsvinden. Hij redde mensen zowel fysiek als moreel door de belichaming van de Christus – zijn relatie tot God – die de zonde vernietigde. Een vrouw die van overspel werd beschuldigd, werd vergeven en verlost; een tollenaar, Zacheüs genaamd, werd hervormd. Deze man zwoer dat al het geld dat hij op oneerlijke wijze had verkregen, vierdubbel zou worden terugbetaald en dat hij de helft van zijn rijkdom zou weggeven. Bedenk wat het voor Zacheüs moet hebben betekend om Jezus te horen zeggen: “Heden is dit huis zaligheid ten deel gevallen, omdat ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is” (Lukas 19:9, 10). Jezus herkende in Zacheüs het geestelijk zoonschap, of identiteit, die geen verlangen had om te zondigen, en op zijn beurt zag Zacheüs zichzelf in dit Christuslicht en was vrij.
Wij kunnen ook vrij zijn. De eeuwige Christus, de geest van Waarheid en Liefde. stelt ons in staat om het bestaan of de invloed van een sterfelijke mentaliteit te ontkennen, net zoals Jezus deed. We kunnen erkennen wat de Christus blijft openbaren: Al het goede en ware in ons is de uitdrukking van God, die Leven en Liefde is. Mary Baker Eddy gaf de mensheid hoop toen ze schreef: “Vroeg of laat zal de hele mensheid leren dat, naarmate de smetteloze zelfheid van God wordt begrepen, de menselijke natuur zal worden vernieuwd en de mens een hogere zelfheid zal ontvangen, afgeleid van God, en de verlossing van stervelingen van zonde, ziekte en de dood zal worden gevestigd op eeuwige fundamenten" (Unity of Good, blz. 6).
Wanneer een glimp van een “hogere zelfheid” ons bevrijdt van karakterfouten, blaast het nieuw leven in al onze relaties. We zien dat de vreugde van geestelijke individualiteit in feite voor iedereen natuurlijk is. Het goddelijk goede is het middelpunt van ons leven en is universeel. Wat we weten en in ons leven toepassen van deze waarheid, bewijst voor de mensheid dat niemand een gevangene hoeft te zijn van negatieve eigenschappen. Het goede dat God is, is altijd hier en dichtbij om ons te bevrijden.
Susan Stark, Managing Editor