Het bord bij de bagageband op de luchthaven waarschuwde met grote letters: “Let erop dat u niet andermans bagage meeneemt.” Het herinnerde mij eraan om mijn bagage-etiketten te controleren voordat ik de bagagehal verliet.
Onlangs overwoog ik deze boodschap nog eens en die kreeg een nieuwe betekenis voor mij. Ik begon na te denken over mentale bagage – zoals angsten, vooroordelen en andere onproductieve gedachtepatronen – die wij soms bewust of onbewust met ons meenemen en die onvermijdelijk onze vooruitgang belemmert. Deze mentale bagage kan vaak veel zwaarder zijn dan de rugzak die wij dragen of de koffer die wij rollen op de luchthaven.
Ik heb gemerkt dat ongewenste bagage soms op subtiele wijze aan de oppervlakte kan komen, waardoor een totale overgave aan de geestelijke inspiratie die gebed brengt, wordt belemmerd. Het kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van een langdurig vooroordeel, een gehechtheid aan een bepaalde uitkomst, de verleiding andermans problemen op je te nemen of zelfs een gemakkelijk excuus om door te gaan met een bekende routine. Ik heb mijzelf afgevraagd hoe ik sneller zware mentale lasten kan achterlaten – en ze in de eerste plaats zelfs niet op me te nemen – om de frisse, genezende gedachten te horen die voortdurend van God tot ons komen.
Christus Jezus geeft ons het ultieme voorbeeld. Niets dat hij zei of deed, wees erop dat hij bagage van welke aard dan ook op zich nam. In feite, hij vertelde zijn leerlingen: “Mijn juk is zacht en Mijn last is licht” (Mattheüs 11:30). Hij bewees, dat de Christus, Gods geestelijk idee, suggesties van zware lasten die tot stagnatie kunnen leiden, uitsluit en overwint.
God, Gemoed, vult alle ruimte. Jezus openbaarde het alomtegenwoordig, tijdloos en altijd aanwezig goddelijk bewustzijn door genezing van een vrouw die 12 jaar aan een chronische bloeding had geleden (de bagage van een langdurig lichamelijk probleem); door de tegenwerpingen van de Farizeeën op zijn onderricht terecht te wijzen (de bagage van een houding “het is altijd zo geweest”); door zijn leerlingen gerust te stellen wanneer zij twijfelden aan hun vermogen om te genezen (de bagage van een geloof dat wij tegenwoordig niet geestelijk kunnen genezen).
Het begrijpen van Gods goedheid en genezende macht opent de deur naar de vervulling van Bijbelse beloften: “Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als die van een arend. De HEERE doet rechtvaardige daden en recht aan alle onderdrukten” (Psalm 103: 2-6).
Het oneindig Gemoed heeft geen eindige vorm, dus kan niet in menselijke begrippen worden gevat. De geestelijke mens, de individuele uitdrukking van de goddelijke Geest, Gemoed, is op dit moment de volledige weerspiegeling daarvan. Omdat dit oneindig Gemoed het nu aanwezige Leven is, is er op dit moment alleen de aanwezigheid van het goede. En het enige moment dat God schept is nu.
Waarom lijkt het dan dat er in onze gedachten en in ons leven zoveel belastende ervaringen zijn, die onze vooruitgang zouden kunnen vertragen of zelfs stoppen? Vaak lijkt er een op de stof gebaseerd gemoed te zijn dat het tegenovergestelde van het goddelijk Gemoed is. In de Bijbel refereert de apostel Paulus aan dit zogenaamde gemoed als “het denken van het vlees” en zegt dat het “vijandschap tegen God [is]: Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet” (Romeinen 8:7). De Ontdekster van Christian Science, Mary Baker Eddy helpt ons de ervaring van “het denken van het vlees” te leren begrijpen: “Het is gebruikelijk het kwade en het goede tezamen onder gemoed te rangschikken; duidelijkheidshalve noemt de schrijfster daarom de zieke en zondige mensheid het sterfelijk gemoed en zij bedoelt met deze term het vlees, dat tegenover Geest staat, het menselijk gemoed en het kwaad, in tegenstelling met het goddelijk Gemoed, of Waarheid en het goede” (Wetenschap en Gezondheid met Sleutel tot de Heilige Schrift, blz. 114).
Het sterfelijk Gemoed dat in alle opzichten het exact tegenovergestelde van het goddelijk Gemoed opeist, zou de mens een tijdlijn willen opleggen: verleden, heden en toekomst. Deze bewering blijft verkondigen dat een hinderend verleden of een angst voor de toekomst op dit moment bestaat om inspiratie en vooruitgang tegen te werken en te vertragen. Mentale bagage kan zich op de voorgrond van de gedachten dringen en suggereren dat begrijpen tot een halt is gekomen. Of de bagage is misschien meer onder de radar – een verborgen en bijna onherkenbaar geloof in een stoffelijk bewustzijn, dat zichzelf vermomt als gebed en probeert een vooraf bepaalde uitkomst aan te moedigen. Maar of het geloof nu openlijk of verborgen is, het komt allemaal neer op een geloof dat probeert aan een geloof vast te houden.
Gebed demonstreert dat al het ware weten en communiceren van God naar de mens plaatsvindt. Oprecht gebed weerspiegelt Gemoed dat onmiddellijk en zuiver zijn idee, de mens, kent. Er kan geen verleden zijn in het onmiddellijk zuiver nu. Dit te erkennen bevrijdt ons gebed van de invloed van het ‘denken van het vlees’, dat ons zou willen teneerdrukken met mentale lasten.
Wanneer wij bidden, kan de verleiding ontstaan andermans problemen de onze te maken. Door te beseffen dat het goddelijk Gemoed de mens als idee schept en dat de geestelijke mens in Gemoed leeft (en geen sterfelijk gemoed bevat) zetten wij een betrouwbare verdediging neer. Het sterfelijk gemoed kan zich niet aan het bewustzijn van iemand opdringen, niet luidruchtig noch in stilte. Liefhebben betekent niet het probleem van een ander te dragen. En mentale bagage is alleen zwaar als wij erin toestemmen het te dragen. Maar wanneer wij het niet oppakken, is er niets wat we hoeven neer te leggen.
Waar ik voortdurend aan werk, is dat ik niet de bagage oppak van de bewering dat gebed inspiratieloos kan worden. Wanneer wij nederig luisteren met de altijd nieuwe geestelijke zin, ervaren wij de kracht van Christus die de gestagneerde gedachte vervangt met levendig, authentiek en nuttig denken. Met slechts één Gemoed kan geen aanspraak van het sterfelijk gemoed zichzelf in het bewustzijn nestelen door erop aan te dringen, dat een bekend gebed frisheid en inzicht mist.
In de nu-aanwezigheid van het goddelijk Gemoed bestaat de bagage van gisteren niet. Met door God gegeven geestelijke autoriteit kunnen wij onze gebeden “vrij van bagage” verklaren en onze gedachte openen voor eerder ongeziene praktische ideeën en leiding.